- 14 -
14. Voorstel tot ongegrondverklaring van een door het bestuur van het
Tamboer-, Hoorn- en Trompetterkorps Prinsenbeek ingediend bezwaarschrift
tegen de definitieve vaststelling van het subsidiebedrag voor 1990.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
wordt besloten dit voorstel aan te houden.
15. Voorstel tot ongegrondverklaring van een door het bestuur van de Tennis
vereniging Prinsenbeek ingediend bezwaarschrift tegen de definitieve vast
stelling van het subsidiebedrag voor 1990.
De heer Geuze heeft tijdens de commissievergadering begrepen dat de volgende
misverstanden zijn ontstaan: de tennisvereniging heeft een voorschot ad
f. 5.000,ontvangen waartegen men niet in beroep is gegaan. Te verstaan
werd gegeven, zegt men, dat er nog een definitieve vaststelling komt waar
tegen men beroep kan aantekenen. In de brief bij de voorlopige vaststelling
van f. 5.000,is verwezen naar artikel 30 van de Subsidieverordening. Hij
citeert: "Wanneer een onvoorziene overschrijding moet het
college hiervan kennisnemen." En in het derde lid staat: "Wanneer in de loop
van het boekjaar blijkt dat de werkelijke uitgaven aanzienlijk achterblijven
bij de ingediende begroting dan moet hiervan ook kennis worden gegeven." De
tennisvereniging stelt, dat zij circa f. 10.000,minder aan kosten heeft
gehad, maar een groter bedrag aan verval van contributies door ledenverloop,
wat op voorhand niet voorzien kon worden.
De commissie voor beroep- en bezwaarschriften heeft ook kritiek uitgeoefend
op de formulering van de beschikking. Spreker vraagt zich af of er ook in
dit geval aanleiding is om nogmaals dit bezwaarschrift te bekijken.
De heer Franken gaat akkoord met het voorstel. Hij is verheugd dat de
commissie heeft gedaan wat de raad al jaren heeft geprobeerd: het uitvoeren
van de Subsidieverordening.
Mevrouw Schalk volgt het advies van de commissie voor bezwaar- en beroep
schriften
Wethouder van Geel zou graag antwoorden op de vragen van de heer Geuze, maar
hij snapt hem absoluut niet, omdat de twee geciteerde regels uit de
Subsidieverordening glashelder zijn. Op basis van deze twee zinssneden
kunnen er geen misverstanden meer zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
16. Mededelingen.
Wethouder Oomen deelt, na overleg met de raadsleden, mede dat de vergadering
inzake de opvolging van de burgemeester zal plaatsvinden op 10 maart a.s.
17. Rondvraag.
De heer Franken zegt, dat het college is geconfronteerd met de aanvraag van
een horeca-ondernemer om een feest te organiseren op een lokatie die door
het college tot twee keer toe is afgewezen. In de commissie algemene zaken
c.a. is er nogmaals op gewezen dat, ondanks de afwijzing, deze activiteit
toch zou doorgaan. Hij vraagt welke stappen het college heeft ondernomen ter
voorkoming?
De voorzitter antwoordt, dat betreffende deze zaak schriftelijke vragen aan