- 19 -
plan Buitengebied te maken want dit is een kostbare zaak. Zeker als men niet
precies weet hoe de kernrandzone komt te liggen gelet op de woningbouwtaak-
stelling. Naar zijn verwachting zullen Gedeputeerde Staten binnen twee
maanden het uitwerkingsplan voor de stadsregio Breda vaststellen. Dan kan men
precies zien hoeveel woningen er tot het jaar 2005 gebouwd kunnen worden. Het
college heeft hiervan een bepaalde verwachting. Dan weet men precies hoe de
kernrandzone komt te liggen. En dat is het juiste moment om de zaak snel aan
te pakken. De vraag of in 1994 de gemeente Prinsenbeek een nieuw bestemmings
plan Buitengebied zal hebben, is te ambitieus. Een bepaalde bezwarentermijn
zal in acht moeten worden genomen. Maar hij denkt dat er in 1994 wel een
concreet ontwerp-bestemmingsplan kan liggen. Het college kan volgend jaar het
huiswerk afgerond hebben.
Alle fracties hebben gesproken over de heroverweging van het gronduitgifte-
beleid. Het college proeft erg de teneur dat prioriteit gegeven moet worden
aan de starters. De komende jaren zal dit op deze manier gewoon doorgezet
moeten worden. Maar van de andere kant kan niet zo zijn dat de totale kavels
in de vrije sector, de premiekoopwoningen en de twee-onder-één-kap woningen
gaan naar de starters. Er moet een iets evenwichtigere verdeling komen. Zeker
als de komende jaren het richtgetal iets verhoogd wordt.
Door Gemeenschapsbelang is gevraagd wat de notitie "stadsvernieuwing tot het
jaar 2005" betekent. Het beleid van de provincie is tot nu toe geweest dat er
op basis van onder meer het inwonertal van de gemeente automatisch gelden
verstrekt worden voor de stads- en dorpsvernieuwing. Dat gaat, als het aan de
provincie ligt, veranderen. Er zal een lijn gekozen worden dat men projecten
kan indienen en op basis daarvan zal men subsidie krijgen. Het college heeft
het idee dat er voldoende projecten gestart kunnen worden.
Betreffende de toegankelijkheid van gebouwen is gevraagd of hieraan binnen de
eigen gemeentelijke regelgeving iets gedaan kan worden. De bouwverordening is
de richtlijn is en daaraan kan de gemeente geen aanvullende eisen toevoegen.
Wel zijn er mogelijkheden dat er in de bouwregelgeving vanuit Den Haag wel
iets veranderd zodat gebouwen voor gehandicapten beter toegankelijk worden.
Wethouder Oomen antwoordt als volgt:
Het beleid van het college is zeer consistent en goed. De meerderheid van de
raad heeft hierover al gesproken en ik ben ervan overtuigd dat waar de WD en
misschien de PvdA twijfels hebben, deze weggenomen kunnen worden na mijn
uiteenzetting
De heer Geuze heeft gevraagd naar een kleinschaligere definiëring van de
bevolkingsopbouw. De bevolkingspyramide kent een grootmaziger verdeling.
Bevolkingsgegevens zijn zeer goed cijfermateriaal voor de sturing van het
beleid. Als het gaat om woningbouw, sociaal culturele voorzieningen en
sportcomplexen, speelt leeftijdsopbouw een grote rol. Daarom hebben gemeenten
in het verleden veel gebruik kunnen maken van volksstellingen. Dit mag niet
meer, maar daar waar mogelijk zullen verfijningen worden aangebracht.
Met betrekking tot het financieel beleid viel niet anders te verwachten dan
dat de heer Geuze de verhogingen zou uitdrukken in percentages. Het gaat niet
om percentages maar om absolute aantallen. Bijvoorbeeld de gemeente Breda
vroeg per 1 januari 1992 f. 12,78 per eenheid van f. 3.000,voor zowel
eigenaren als huurders. Als de gemeente Breda daarbij de verhoging toepast
van de gemeente Prinsenbeek dan komt dat neer op een verhoging van 8%.
Verhogingen moeten in relatie gebracht worden met absolute aantallen. Maar
vanuit de oppositionele gedachte is er wel enig begrip voor het standpunt van
de VVD. Een tabel afkomstig van de Kamer van Koophandel, een instantie die
bij de heer Geuze toch enig vertrouwen moet hebben, noemt de tarieven per 1
januari 1992. Tegen deze reeks moet het tarief van Prinsenbeek per 1 januari
1994 worden afgezet. De prijsstijgingen, de heffingen, verhogingen die plaats
hebben gevonden in 1993 en de verhoging voor 1994 moeten buiten beschouwing
worden gelaten. 29 Gemeenten behoren tot het gebied van deze Kamer van
Koophandel. Prinsenbeek heeft daarin nu na de verhoging rangorde nummer 27.
Met andere woorden: er zijn 26 gemeenten waar de belastingheffing voor de