- 8 - hebben gekregen rond de veiling. Tegen die achtergrond is aangegeven dat de bouwcapaciteit voor Prinsenbeek tot het jaar 2005 niet meer dan 750 woningen kan zijn en daarna nog voor 375 woningen binnen de grenzen van het centraal stedelijk gebied. Dan is Prinsenbeek, vanuit de ruimtelijke optiek bekeken, gewoon vol. Men kan dan wel in plaats van 375, 3.750 woningen bouwen, maar dat kan niet binnen de situering van het centraal stedelijk gebied. De aangeleverde cijfers van Breda lezend kan spreker echt niet zenuwachtig worden. Er van uitgaande dat de Regiovisie het uitgangspunt voor Gedeputeerde Staten zal zijn heeft hij alle vertrouwen in een consistente lijn in de provinciale politiek. Hij heeft het idee dat het voorstel inhoudelijk op brede instemming berust. Hij kan zich voorstellen dat het niet prettig overkomt dat dit alleen de verdienste van het CDA is en dat is ook niet zo. Het is juist een coproduktie van alle partijen, ook hier nadrukkelijk in de gemeenteraad. Men kan beter blij zijn, dan erover te kibbelen. De heer Franken kan zich wel de problemen van de heer van der Hilst voorstel len. Iedereen heeft de schouders eronder gezet en het valt niet mee om voor 100% achter de werkgroep te blijven staan als de mening van de partij aan geeft dat kleinere gemeenten moeten worden heringedeeld. Spreker heeft dan ook alle waardering voor de PvdA-fractieNiet voor de heer Geuze, die op zijn eigen wijze een wig probeert te drijven. Met name doelend op het frac tielid Reijnen-Kremers acht hij het juist de kracht van Gemeenschapsbelang dat er binnen de fractie diverse politieke richtingen vertegenwoordigd zijn. Ook de D'66-fractie in provinciale staten staat voor zelfstandigheid van Prinsenbeek. Gezien vanuit de fractie van Gemeenschapsbelang zelf, dan zou dit moeten worden gerelateerd aan de BOF en die heeft van het begin af aan hartgrondig gepleit voor een zelfstandig Prinsenbeek. Deze relatie is niet helemaal juist omdat de fractie Gemeenschapsbelang nadrukkelijk geen vermen ging wil met de BOF. Spreker heeft alle begrip voor het CDA, dat in het achterveld nog wel wat bij moet of wil sturen. Hij gaat er vooralsnog van uit dat de gemeenteraad tot in lengte van jaren voor de zelfstandigheid van Prinsenbeek zal blijven strijden. De heer Geuze zegt er in eerste instantie geen behoefte aan te hebben gehad om te herhalen wat al in alle stukken staat. Bij interruptie vraagt de heer Schreiner waarom de heer Geuze na zijn volle dige medewerking aan de totstandkoming van alle rapporten te hebben gegeven, nu zo moeilijk doet. De heer Geuze wilde slechts het mengelmoesje van Gemeenschapsbelang en de afwijzende houding van de PvdA aan de kaak stellen. De VVD-fractie vindt dat men dit mag zeggen en vragen als pure voorstander van een zelfstandig Prin senbeek. In bijvoorbeeld Oss werd verschillend gestemd en dan is het noch oneerlijk, noch onoorbaar om naar die mening te vragen. Natuurlijk is er ieders vrijheid van partijkeuze. Maar als er door de heer Lotstra met nadruk en stemverheffing wordt gezegd dat het gehele stadsbestuur van Breda, onder leiding van zijn VVD-burgemeester van Breda, op de slokoptoer is dan had de heer Lotstra ook de CDA-burgemeester van Tilburg kunnen noemen. Bij interruptie zegt de heer Lotstra dat Prinsenbeek niet wordt bedreigd door Tilburg maar door Breda. De heer Geuze antwoordt dat niet alleen burgemeester Nijpels, maar het gehele stadsbestuur van mening is dat alles opgeslokt moet worden. Bij interruptie zegt mevrouw Schalk dat de heer Geuze niet in de gaten heeft dat hij de toon zet van deze discussie. Hij moet dus niet verongelijkt gaan zitten doen. De heer Geuze deelt deze mening niet. De voorzitter zegt bij de voorbereidingen in de afgelopen maanden nooit getwijfeld te hebben aan de betrokkenheid van de VVD als het gaat om het vechten voor de zelfstandigheid. Hij heeft ook nooit getwijfeld aan de betrokkenheid van de VVD-statenfractie als het gaat om het bevechten van de zelfstandigheid van Prinsenbeek. De heer Geuze verzoekt om hoofdelijke stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 177