- 19 - gevaarlijke stoffen aanmerkelijk hoger ligt, dan het landelijke gemiddelde op Rijkswegen; dat genoemde verkeersgevaarlijke situaties kunnen leiden tot ongeluk ken op het desbetreffende weggedeelte en dat indien daarbij voertuigen met gevaarlijke stoffen zijn betrokken de veiligheid van de inwoners van Prinsenbeek in het geding is; dat in een op 13 december 19 93 in Prinsenbeek gehouden bijeenkomst dit probleem onder de aandacht van de Minister van Verkeer Waterstaat, mevrouw J.R.H. Maij-Weggen, is gebracht; dat voornoemde Minister tijdens deze bijeenkomst haar bereidheid heeft getoond het probleem serieus te willen bezien en gelden ter beschik king te willen stellen voor het verleggen van eerdergenoemde overgang van 2x3 naar 2x2 rijstroken naar een punt in noordelijke richting buiten de bebouwde kom van de gemeente Prinsenbeek; IS VAN OORDEEL: dat, gelet op de hierboven omschreven overwegingen, de genoemde overgang niet mag worden gesitueerd nabij de bebouwde kom van de gemeente Prinsenbeek; BESLUIT: het college van burgemeester en wethouders te verzoeken alles in het werk te stellen teneinde te bereiken dat de beëindiging van de verbreding van Rijksweg 16 plm. anderhalve kilometer wordt verlegd naar het noorden, op veilige afstand van bebouwde kom van de gemeen te Prinsenbeek; deze motie ter kennis te brengen van de Minister van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Directie Noord-Brabant, het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest Breda en het gemeentebestuur van Breda en gaat over tot de orde van de dag." De voorzitter zegt dat de motie voldoende wordt ondersteund en dus deel uitmaakt van de beraadslaging. De heer van der Hilst zegt dat de motie hem overvalt. Hetgeen hier wordt gevraagd is volgens hem tien dagen geleden al door de minister toegezegd. In eerst instantie komt deze motie hem wat overbodig voor. Of zijn fractie medewerking aan deze motie zal verlenen zal hij mededelen na de eerste termijn. Hij is het eens met het voorstel tot instemming met de overeenkomst op hoofduitgangspunten tussen het Rijk en de gemeente Prinsenbeek. Het is al een maand opgeschoven. Hij vraagt of het nu doorgaat nu er een andere situatie is ontstaan. Komt er een tweede overeenkomst naast deze of is het zo dat deze overeen komst moet worden aangepast nu de verbreding van Rijksweg 16 anderhal ve kilometer in noordelijke richting wordt verlegd. Heeft dit ook consequenties voor de op- en afritten bij de Lunetstraat. Verder is hij blij met de kwalitatief geluidwerende voorzieningen in zijn algemeenheid en de tunnel Valdijk - Meester Bierensweg. Er leven nog vragen mede in relatie tot de aanwijzing van het T.G.V.-traject langs Prinsenbeek en de mogelijk daarmee gepaard gaande bereikbaarheid van de neus van Prinsenbeek. De heer Verhulst vraagt of deze overeenkomst getekend is. Want men moet nu instemmen met een overeenkomst die nog niet getekend is. Van de motie kan men zeggen dat een kinderhand gauw gevuld is. Het over gangspunt anderhalve kilometer meer naar het noorden leggen betekent dat Prinsenbeek van de ellende af is, maar dan realiseert men zich niet dat die rijksweg 16 niet anderhalve kilometer verder verbreed moet worden, maar tot aan de MoerdijkbrugDaar moet Prinsenbeek voor staan. Dat is essentieel en daarom vindt zijn fractie die 1,5 km.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 217