- 4 - Tot slot stelt hij voor kennis te nemen van de opmerking van mevrouw Schalk. Zonder hoofdelijke stemming worden vervolgens de stukken a. t/m s. voor kennisge ving aangenomen met de aantekening dat bij stuk 1. geen bijdrage zal worden verleend; stuk t. in handen van het college gesteld voor nader advies; stuk u. in handen van het college gesteld ter afdoening; de stukken v. en w. voorlopig voor kennisgeving aangenomen. 4. Mededelingen Gewestraad. De heer Lotstra zou het ten behoeve van de standpuntbepaling inzake het integratiemodel B. 'concept-wijziging regeling Stadsgewest Breda nr. 6' op prijs stellen om te vernemen hoe de vertegenwoordigster van de gemeenteraad van Prinsenbeek in het Stadsgewest over dit onderwerp denkt, zodat dit bij de discussie en bij de besluitvorming betrokken kan worden. Mevrouw Reiinen heeft hierover nog geen beraad in de fractie gehad en het geduld moet dus nog even op de proef gesteld worden. Zodra dit overleg heeft plaatsgevonden zal de heer Lotstra de eerste zijn die het hoort. De heer Lotstra vindt dit antwoord tegenvallen en stelt het op prijs dit op korte termijn van haar te vernemen want het is van belang om te horen wat haar standpunt zal zijn. De voorzitter stelt hieromtrent de volgende procedure voor. Vóór 1 april 1993 moet het standpunt kenbaar gemaakt worden. Het college heeft het voornemen om dit standpunt in de raadsvergadering van maart te bespreken en wellicht is het dan mogelijk dat mevrouw Reijnen en eventueel wethouder Oomen in de eerstvolgende commissievergadering algemene zaken c.a. hun standpunten en visies mededelen, zodat er dan gefundeerd over gesproken kan worden. 5. Voorstel tot vaststelling van de 48e begrotingswijziging 1992 en de 10e begrotingswijziging 1993 tot aanpassing van de ramingen van de kapitaal- dienst. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders be sloten. 6. Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting 1993 wegens aanpassing van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De heer Geuze vindt dat de aanpassingen leiden tot taakverzwaring van gemeen ten gepaard gaande met een behoorlijke vermindering van inkomsten. Hij hoopt dat de herziening van de Financiële Verhoudingswet op een redelijke termijn zodanig zal uitvallen dat een gemeente een eigen beleid kan bepalen. Wethouder Oomen kan hieraan weinig toevoegen. Deze besluitvorming wordt in Den Haag bepaald en de gemeente heeft zich hiernaar te schikken. Als dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 22