- 7 -
moeten koppelen. Deze terugkoppeling ligt voor de hand bij leden van het
dagelijks bestuur want volgens de gemeentewet is het mogelijk de wethouders
en de burgemeester te allen tijde ter verantwoording te roepen. Het college
kan echter geen leden van de gemeenteraad ter verantwoording roepen want dat
past niet in het democratisch bestel. De democratische legitimiteit kan en
moet in de raadszaal plaatsvinden. Er is een fundamenteel verschil als men
spreekt over Provinciale Staten die rechtstreeks gekozen zijn of een verlengd
lokaal bestuur zoals een Gewestraad. Het college heeft begrip voor de gemaak
te opmerkingen over het functioneren van de Gewestraad en ook voor onder
andere de opmerking over de verslaglegging van het portefeuillehoudersover-
leg. Het zou goed zijn als het Dagelijks Bestuur van de Gewestraad ertoe zou
besluiten om meer openheid te betrachten bij de eigen besluitvorming maar het
in ieder geval ook mogelijk te maken dat de besluitenlijsten van het porte-
feuillehoudersoverleg ook terecht komen bij de functionele commissies zoals
die in een gemeente bestaan. Op die manier kan al enigszins tegemoet gekomen
worden aan het voorstel van mevrouw Reijnen.
Volgens mevrouw Reiinen is de mogelijkheid van het corrigeren van een advies
van de portefeuillehouder dat niet strookt met het beleid van de gemeenteraad
voor een afgevaardigde van de gemeenteraad in de Gewestraad aanwezig. Model B
heeft het probleem dat een gemeenteraadslid geen correctiemogelijkheid heeft
omdat die de besluiten meestal pas hoort als ze genomen zijn.
De fractie van Gemeenschapsbelang blijft dus bij het amendement om de demo
cratische controle en legitimatie gewaarborgd te zien.
Bij interruptie zegt mevrouw Hoe1en dat het portefeuillehoudersoverleg het
Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest adviseert en dat in de Gewestraad een
besluit wordt genomen.
De voorzitter beaamt dit.
Mevrouw Reiinen antwoordt dat in het portefeuillehoudersoverleg de beleids
lijnen worden uitgezet waarna het Dagelijks Bestuur met een voorstel komt dat
strookt met hetgeen in het portefeuillehoudersoverleg leeft. Men spreekt nu
over de verantwoording van de gemeenteraadsleden en niet van de Gewestraads
leden.
Bij interruptie zegt de heer Franken dat het duidelijk mag zijn dat via het
amendement van de fractie Gemeenschapsbelang democratische controle mogelijk
is door de raadsleden.
De heer van der Hilst zou gaarne zien dat de verslagen en besluitenlijsten
van de gewestelijke commissies ook aan de gemeenteraad zouden worden ver
stuurd en dat de leden van het college ter verantwoording kunnen worden
geroepen. Desondanks blijft de PvdA-fractie voor het model van mevrouw
Reijnen omdat de commissies tegengestelde adviezen zouden kunnen geven.
Tegelijkertijd speelt als sterk punt de terugkoppeling naar de raadscommis
sies. Prinsenbeek is de laatste jaren niet meer vertegenwoordigd geweest in
het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest. In 1990 was er wel de kans maar
die heeft men laten liggen. Het is nog maar de vraag of dit Prinsenbeek in
1994 lukt. Bij model B is dit wel van belang. De PvdA-fractie vindt het
belangrijk om de democratische controle optimaal te laten zijn en dientenge
volge staat de fractie achter het amendement van mevrouw Reijnen.
De heer Geuze is ook van mening dat de invloed van de gemeente Prinsenbeek
minimaal is. De tijdsdruk waarmee bepaalde zaken door het Stadsgewest voorge
legd worden is storend. De WD-fractie wil het voorstel aanhouden, maar
steunt het amendement van mevrouw Reijnen als hiervoor een meerderheid te
vinden is.
De voorzitter zegt dat het voorliggende voorstel niet aangehouden kan worden
omdat het standpunt voor 1 april kenbaar gemaakt moet worden.
Er liggen momenteel twee voorstellen ter tafel: het voorstel van het college
met de aantekening van de CDA-fractie en het amendement van mevrouw Reijnen.
Het college is zonder meer bereid om in een begeleidend schrijven, mocht het
model van het college aangenomen worden, aan te geven dat de gemeente Prin
senbeek eraan hecht dat de betrokkenheid in algemene zin van de raad van