de heer Geuze in een liberaal onderonsje dit door spreekt. Hij wil erop wijzen dat, er in het regeerak
koord van Kabinet Kok veel staat in over de relatie van bestuur - burgers. Het kan niet zo zijn dat dit
helemaal wordt genegeerd bij de discussie betreffende de gemeentelijke herindeling. De inhoud van het
debat moet voorop staan. Dat is volgens hem de kracht van Prinsenbeek. Het tweede punt van
bovenlokale aard is de TGV. Hij heeft inderdaad ook de indruk gekregen dat het rapport Lievense bij het
departement een hoop in beweging heeft gebracht. Hij heeft bepaalde aanwijzingen maar daar kan hij op
dit moment niet concreter over zijn. Het verhoogd TGV-tracé zoals het departement heeft voorgesteld in
de nota is niet per definitie heilig. Het departement zit op een fase dat er gestudeerd wordt over
alternatieven. Dat vindt hij winst en die winst is vooral bepaald door de raad, want die heeft het krediet
gevoteerd voor het rapport Lievense. Ook bij die discussie blijkt dat men met een inhoud verder komt
dan alleen maar met kreten. Het college heeft contact gehad met de directie van de R.B.T. om haar
plannen en de alternatieve plannen zoveel mogelijk in elkaar te schuiven. Hij heeft er alle vertrouwen in
dat deze zaken goed te stroomlijnen zijn. Sturing op hoofdlijnen is in formele zin niets nieuws. Dat kan
in materiële zin gelden in Prinsenbeek omdat het college er aan hecht dat er sterker tot prioriteiten
gekomen kan worden die samen met de gemeenteraad bepaald wordt. Overal kan prioriteit aan gegeven
worden maar dat komt de slagvaardigheid van het beleid niet ten goede. Het college wil komen tot twee
prioriteiten in 1995. Prinsenbeek heeft een relatief klein maar kwalitatief zeer goed ambtelijk apparaat.
Hij wijst erop dat de ambtenarendichtheid de helft is dan dat van de gemeente Breda. Per inwoner
hebben ze daar tweemaal zoveel ambtenaren. Hij heeft ook gehoord dat om de milieuvergunningen
kostendekkend te maken, er driemaal zoveel leges moeten worden geheven dan in Prinsenbeek. Een klein
ambtelijk apparaat betekent dat niet overal prioriteit aan kan worden gegeven. Het college heeft de
behoefte om twee projecten aan te pakken in 1995. Ten eerste het komplan. Wethouder Oomen gaat dit
coördineren in een begeleidingscommissie. Er zijn verschillende invalshoeken om naar de kom te kijken,
bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, verkeersveiligheid, economische aspecten (het D.P.O.). enz. De
bedoeling is dat de Markt en aanloopstraten, Beeksestraat, Kapelstraat, Groenstraat, als uitgangspunten
genomen wordt. Voor dat gebiedje wordt er naar gestreefd om de aspecten die gescheiden zijn bekeken
de afgelopen jaren, nu snel te integreren in een plan en dit plan aan de raad te presenteren. Het college
heeft het voornemen om dit jaar in de maand december de raad een voorstel voor te leggen om tot een
plan te komen. Als het aan het college ligt zullen er volgend jaar klinkers te horen zijn. De gemeentelij
ke gebouwen zijn de tweede prioriteit. In het program-akkoord tussen de coalitie-partijen staat dat de
gemeentelijke gebouwen niet gescheiden benaderd moeten worden maar dat er een integratie plaats moet
vinden om te kijken hoe een vernieuwing kan plaatsvinden. Verbouw of nieuwbouw van sport- en
welzijnsvoorzieningen. Juist door die integratie kan er veel meer bereikt worden dan wanneer elk
gebouw afzonderlijk gerestaureerd wordt of opnieuw wordt bekeken. In december ontvangt het college
het rapport van het bureau uit Utrecht. Het college gebruikt een deel van de kerstdagen om uit dit
rapport conclusies te trekken. Het college heeft het voornemen om in de maand januari in de gemeente
raad te spreken over het eerste college-standpunt. Bij het rapport ontvangt de raad meteen een tijdstra-
ject. Dit laatste project gaat wethouder van Geel begeleiden. Bij beide projecten wil het college van
maand tot maand aan de raad zichtbaar maken hoe het er mee staat. Op dit moment is het college
tezamen met de commissie algemene zaken c.a. aan het kijken in hoeverre het functioneren van de raad
en de commissies ervoor kan zorgen dat de burgers meer betrokken worden bij het bestuur. Er worden
meerdere ideeën geopperd. Bijvoorbeeld mevrouw Verkooijen heeft het idee geopperd om de wijk in te
gaan. Mevrouw Hoelen heeft aandacht gevraagd voor een ontmoeting met nieuwe inwoners. Het zijn
allemaal verschillende wegen om de 'kloof tussen burgers en bestuur aan te trekken. Overigens valt het
hem op dat de stap naar het gemeentebestuur een enorme lage drempel heeft. Vorig jaar heeft hij ook
gesproken over de tekorten bij de politie. Vorig jaar lag de tekorten bij de algemene beschouwingen op
ruim 28%. Er is een formatie-ruimte van 38. Er zijn 33 formaties ingevuld. Dat betekent dat er op dit
moment een tekort is van 15%. Bij hem leeft de overtuiging dat het een tijdelijk tekort is. Het tekort is
al voor de helft gereduceerd ten opzichte van vorig jaar. Hier zit in ieder geval verbetering in. Waar
geen verbetering in zit is de werkdruk op de politie. Deze werkdruk neemt alleen maar toe. Daarom zou
het wenselijk zijn dat de formatieve ruimte komend jaar wordt uitgebouwd. In toenemende mate heeft
men ook hier te maken met de effecten van grootschalige inzet van de politie als er bijvoorbeeld een
voetbalwedstrijd plaats vindt bij NAC. Dat kost 1,4 formatieplaats over een heel jaar. Hij wijst erop dat
het krediet dat de raad gevoteerd heeft voor het project "de politie meer zichtbaar op straat" vruchten
afwerpt. Het gedrag van verkeerd parkeren is duidelijk aan het verbeteren. In de maand mei is 50 maal