- 24 -
wordt meer beleidsmatig gewerkt dan wijkgericht. Als er concreet wordt voorgesteld dat in een aantal
wijken te doen, dan grijpt hij dat initiatief met beide handen aan en stelt wel voor dat in de discussie
over het functioneren van het commissiebestel te betrekken. De band met de burgers te versterken, valt
door goed nadenken wellicht te concretiseren. Dit moet ook door het college gedaan worden en er kan
vervolgens samen gevolg aan worden gegeven.
De heer van der Hilst vindt het belangrijk dat als er gepraat wordt over de Groenstraat ook deze
bewoners worden ingeschakeld. Ook de belangengroepen die niet wonen in de Groenstraat en die daar
ook wat over te vertellen hebben. Bijvoorbeeld op werkgroep gehandicaptenplatform, die over deze
zaken ook een goede mening naar voren zouden kunnen brengen. Hij adviseert om in zo'n geval niet
alleen te praten met de direct omwonenden, maar alle groeperingen die belang hebben bij bijvoorbeeld
zo'n straat.
De voorzitter zegt dat dit voorstel hem zeer aanspreekt. Het college heeft ook als beleidslijn dat mensen
huis-aan-huis een brief krijgen en dat er wordt gepubliceerd dat er een inspraakavond is.
Wethouder Oomen begint met de opmerking van Gemeenschapsbelang inzake het fietspad langs de Mark.
Hij zegt dat men volgend jaar naar aanleiding van het wegenbeheerplan van plan is daar naar te laten
kijken en daar een bedrag voor uit te trekken. Dat bedrag krijgt men te zijner tijd via het totale plan
voorgelegd.
De heer van der Hilst vraagt bij interruptie of de mest dan tot volgend jaar blijft liggen.
Wethouder Oomen zegt dat ook de vraag gesteld is wie hiervoor verantwoordelijk is. Dit is een vraag
die hij vanuit zijn juridische kennis niet kan beantwoorden. Hij weet wel dat rundvee zich niet laat sturen
en lak heeft aan juridische procedures. Om de problematiek met betrekking tot de vervuiling van de weg
kan men niet heen. De vraag is hoe dit dan opgelost wordt. Spreker denkt dat het ook moeilijk is om van
gemeentewege elke week met de bezemwagen langs te gaan. Met de mensen van openbare werken zal
nog eens worden nagegaan op welke wijze daaraan tegemoet kan worden gekomen.
Bij interruptie zegt de heer de Craen dat de heer van der Hilst er over sprak dat er 5 jaar geleden geen
ecologische gedachte was in de raad. De heer van der Hilst had moeten zeggen "bijna" geen ecologische
gedachte. Als er op het fietspad langs de Mark een plakkaat ligt dan is die over een aantal dagen weg
vanwege de regen of vanwege het ecologisch verkeer door het klimaat.
De heer van der Hilst vindt het jammer dat hij op deze vraag geen antwoord krijgt van de wethouder die
hier verantwoordelijk voor is.
Wethouder Oomen zegt dat het onmogelijk is om paars te denken zoals de heer van der Hilst voorstelt.
Dit soort vragen kan men niet aan iemand stellen die drie keer groen is. Vervolgens zegt spreker dat de
heer van der Hilst geen duidelijke vragen heeft gesteld en dat men daarom niet concreet kon antwoorden.
Ook de heer van der Hilst weet dat het gemeentebestuur een krediet voor de problematiek van de
spoorwegovergangen, dat in de miljoenen loopt, op bovenlokaal gebied te verwerven. Tenslotte is men
gezamenlijk verantwoordelijk voor de gemeentelijke financiën. Een vraag kan niet altijd met een simpel
9 ja of nee worden beantwoord.
De heer Poels zegt dat de vraag of er momenteel voldoende parkeergelegenheid in het centrum van
Prinsenbeek is heel concreet is. Het antwoord van het college daarop was 'na uitbreiding van het nieuwe
parkeerterrein zou er een neiging kunnen zijn naar nul'.
Wethouder Oomen zegt dat men bij een neiging naar nul geen halve auto kan parkeren. Concreet is het
college van mening dat er, wanneer de parkeerplaats gerealiseerd is, voldoende parkeerplaatsen zijn in
het centrum en de directe omgeving. Vervolgens zegt hij dat mevrouw Hoelen sprak over het innoveren
van een onderhoudsfonds. In eerste termijn heeft hij gezegd dat het in principe lood om oud ijzer is. Als
men reserveert dan moet men het op de begroting laten drukken. Als er niet gereserveerd wordt, maar
de investering wordt in de vorm van een raadsvoorstel aan de raad gepresenteerd dan zit men met
afschrijving en rente. Op dit moment vindt hij dit, gezien de situatie van de begroting, de beste keuze.
Spreker heeft niet gezegd dat het op termijn niet bespreekbaar is.
Bij interruptie zegt de heer Poels dat er niet gevraagd wordt voor dit jaar maar voor de komende jaren.
Wethouder Oomen zegt namens het college te kunnen toezeggen, dat men daar onderzoek naar zal doen.
Er is nog een punt dat hij is vergeten te melden, namelijk de afschrijving speelt ook nog. Maar om het
niet al te gecompliceerd te maken: er zijn gebouwen die in één keer afgeschreven worden. Dan zal men
op een gegeven moment toch de lasten moeten traceren. Vervolgens zegt spreker dat het antwoord op de
vragen 6a-b en c van de heer van der Hilst ja is. Een belangrijk punt naar het CDA toe is de drukriole-
ring. Op de afdeling openbare werken is het niet bekend dat daar problemen zijn. Als men kijkt naar de