- 14 -
de Markt realiseren.
Binnenkort komen er volgens hem 75 parkeerplaatsen achter de Schoolstraat
bijHierop moet gewacht worden. Desondanks wordt er voor
f. 130.000,--, (f. 5.000,-- per tijdelijke parkeerplaats) aangelegd om ze na
verloop van tijd weer af te breken. Dit is volgens hem kapitaalsvernietiging
en zonde van het gemeenschapsgeld. De tranen schieten hem in de ogen als je
ziet dat dit ten koste gaat van de f ietsvoorziening en verbetering van de
Spoorstraat. Dit stond vermeld op het investeringsplan onder hoofdfunctie 2.
De uitvoering wordt verschoven naar een tijdstip dat ligt na 1994: dus
onbekend. Zijn fractie wacht maar af en hoopt dat de Prinsenbeekse bevolking
hiervan notie zal nemen. Vooral t.a.v. de partijen die hier voor of tegen
stemmen
De heer de Craen zegt dat zijn fractie in de raadsvergadering van december
het college uitdrukkelijk verzocht heeft om voor de parkeerproblemen aan de
noord-westzijde van de Markt een oplossing te zoeken. Het college heeft
volgens hem zeer snel gereageerd. In de vergadering van januari werd het een
voorstel gedaan om 2 6 parkeerplaatsen aan te leggen. Dit wordt door hem
toegejuicht. Hij vindt dat het college slagvaardig gewerkt heeft. De
inrichting van de parkeerplaatsen, zoals gepresenteerd aan de commissie van
openbare werken is voor zijn fractie heel duidelijk. Het moest heel snel
gebeuren en al waren er geen geschikte tekeningen, waarop de commissie
duidelijk het een en ander kon zien, toch heeft de betreffende secretaris
V alles voldoende duidelijk uiteengezet. Ook heeft het college zeer snel
gewerkt met betrekking tot het parkeren op het grasveld. In de raadsvergade
ring van december bleek dat de noodzaak heel duidelijk aanwezig was, omdat
het bovengedeelte gesloten werd. Daardoor was in de weekeinden de parkeer
overlast op de Markt zeer groot. Door middel van een art. 17 WRO-procedure
heeft het college daarvoor een oplossing gevonden. Zijn fractie is zeer
nieuwsgierig naar de stand van zaken voor wat betreft het parkeren op het
grasveld. Hij verzoekt het college met nadruk een beleidsplan te maken voor
het parkeren in het centrum van Prinsenbeek. Zijn fractie wil graag duide
lijkheid waar geparkeerd mag worden en waar meer ruimte gecreëerd moet
worden. Zijn fractie is, evenals de PvdA, voor het terugdringen van automo
biliteit. Maar bepaalde maatregelen kunnen er voor zorgen dat de toename
minder wordt
De heer Franken zegt dat zijn fractie voor dit voorstel is. Enkele jaren
geleden heeft hij reeds verteld wat hij nu gaat zeggen. Hij gaat terug in de
tijd, toen de fractie van Gemeenschapbelang in de oppositie zat. Zijn
fractie was erg kritisch, omdat op het laatste moment de plannen die door de
architect werden aangedragen, gekeerd werden. Dit had tot oorzaak dat er op
dat moment een gigantisch probleem ontstond. Dit kwam omdat de noordwest
bebouwing zoals die nu gerealiseerd is, gepland stond als de noordoost-
bebouwing. Op de plaats van de noordwest-bebouwing waren volgens het plan 4 0
parkeerplaatsen. Die vervielen op het moment dat het college daarover een
besluit nam. Hij vond het een goed besluit maar het werd alleen niet goed
uitgevoerd. De wens van de voorzitter was toen van essentieel belang. Be
sluiten die de raad neemt, moeten ook uitgevoerd worden. Hij heeft in de
commissie openbare c.a. werken benadrukt dat niet alleen de toename van het
verkeer de oorzaak van de problemen is, maar wel doordat de 40 parkeerplaat
sen, die op dat moment gepland waren, zijn vervallen. Door de onderne
mers/bewoners van de Kapelstraat is hiertegen geprotesteerd, zijn voorstel
is om met de ondernemers van de Kapelstraat en de Markt te trachten wat
verantwoordelijkheidsgevoel bij te brengen betreffende het parkeren, zodat
de Markt zo min mogelijk belast wordt. De prijs van de parkeerplaatsen is
hoog, vooral omdat ze van tijdelijke aard zijn. Bij het tijdelijke zet zijn
fractie vraagtekens omdat het een termijn betreft van minimaal 5 jaar. Zijn
fractie is voor, omdat een gedeelte van de omissie van destijds weer
hersteld wordt. Ook is er enige genoegdoening voor de bewoners van de
Kapelstraat in het bijzonder en de bewoners van Prinsenbeek in het algemeen.
Hij is net als de heer de Craen erg nieuwsgierig naar het beleidsplan van
het college voor wat betreft het parkeren in het centrum van Prinsenbeek.
Met de heer van Hilst is hij het eens dat er een goede afweging moet komen.
De leefbaarheid van Prinsenbeek is voor hem essentieel.
Wethouder Oomen is van mening dat de heer van der Hilst het voorstel erg
dramatisch brengt. De kosten van het plan moeten worden afgezet tegen het