Tot slot wil hij nadrukkelijk onderschrijven dat zaken, die in deze vergadering moeten worden
behandeld, niet in de commissies maar in de raad op hun politieke en bestuurlijke aspecten moeten
worden besproken en vervolgens daarover op die plaats besluitvorming dient plaats te vinden. Op een
voor de inwoners dezer gemeente begrijpelijke en aansprekende manier. Hij spreekt de verwachting uit
dat zulks nog lang zal kunnen geschieden in een blijvend zelfstandig Prinsenbeek.
De heer Poels zegt dat hier gesproken wordt over "bestuurlijke vernieuwing". Bestuurlijke vernieuwing
is een onderwerp dat bij zijn fractie altijd hoog in het vaandel heeft gestaan. Bestuurlijke vernieuwing is
geen doel "an sich". Dat wordt gedaan omdat een knelpunt is geconstateerd, namelijk het feit dat de
overheid niet zo alwetend was als gedacht werd. Zodat op een aantal onderdelen de grip op de
samenleving verloren geraakt is. Dat is het item van "bestuurlijke vernieuwing". Hoe krijgt men de rol
van de overheid daar waar die hoort, namelijk in het midden? De afstand tussen bestuurders en inwoners
in Prinsenbeek is niet groot. Volgens hem zit het probleem niet in de afstand tussen de bestuurders en de
inwoners maar veeleer in de wijze waarop het politieke debat èn voor de raadsleden èn voor de inwoners
van Prinsenbeek aantrekkelijk is. Het gaat over bestuurlijke vernieuwing. Het gaat over pogingen om op
creatieve wijze een aantal nieuwe zaken te introduceren om het politieke debat terug te krijgen daar waar
het hoort. De notitie is naar de mening van zijn fractie in een aantal opzichten teleurstellend. Het eerste
punt is het onderscheid tussen commissies en de raad en de poging om daarin een analytisch onderscheid
aan te brengen. Enerzijds de commissie als technisch inhoudelijk instrument en anderzijds de gemeente
raad als zijnde het podium waarop de politiek inhoudelijk kant meer op de voorgrond treedt. Hij vindt
dit onvoldoende uit de verf komen. Als dit wordt doorgetrokken kunnen in de commissie alleen
inhoudelijke vragen gesteld worden. Dan moet het per definitie niet zo zijn, dat de raadsleden tijdens de
commissievergadering gevraagd wordt naar hun standpunt. Dan moet in de raad blijken welk standpunt
de raadsleden innemen. Dan kan het niet zo zijn dat agendapunten in de commissie worden afgekaveld en
als gevolg daarvan in de raadsvergadering niet meer bediscussieerd worden. Vanuit het politieke debat is
het interessant om deze punten wel in de raadsvergadering aan de orde te stellen. Het tweede punt is het
aantal commissies. Zijn fractie vindt het aantal commissies te veel, gelet op grote van de gemeenteraad.
Zijn fractie vindt het logisch dat het aantal commissies gerelateerd wordt aan de nieuwe organisatiestruc
tuur van de gemeente. Hij is voor een drie-commissies-bestel dat parallel loopt met het aantal nieuwe
sectoren. Het argument van het college, dat het aantal commissies gerelateerd is aan de portefeuillehou
ders, vindt spreker volstrekt irrelevant. Het derde punt, is het inschakelen van niet-raadsleden in het
commissiewerk. Het college heeft een argument gegeven waarom dat niet noodzakelijk zou zijn. Zijn
fractie vindt dat daardoor angst voor het onbekende wordt getoond. Het vierde punt betreft de vraag op
welke wijze gecommuniceerd moet worden met de inwoners om het politieke debat terug te halen. Zijn
fractie had wat vernieuwende opmerkingen verwacht ten aanzien van referenda, discussie-avonden en al
of niet collectieve meningsvorming van de inwoners. Zijn fractie vindt deze notitie niet echt vernieu
wend. Het is een klein stapje vooruit. Zijn fractie is enigszins teleurgesteld inzake het vernieuwende van
dit voorstel.
De heer Schreiner zegt, dat zijn fractie tegenover dit agendapunt een andere houding aanneemt dan de
PvdA-fractie. De PvdA-fractie ziet weinig vernieuwende dingen. Zijn fractie ziet wèl enige vernieuwin
gen. Het zal niet van de een op de andere dag geschieden. De raadsleden, het college en de ambtenaren
zullen moeten wennen aan dit nieuwe reglement van orde. Wanneer men gewend is aan dit nieuwe
reglement van orde zal het beter gaan. In de raadsvergadering zal er meer discussie zijn. Koude
analytische antwoorden in de commissie en discussie in de raad. Daarvoor is beslist een mogelijkheid.
Men kan het commissiebestel niet weg doen en alleen maar discussiëren in de raad. Inhoudelijke vragen
zullen in de commissie gesteld moeten worden, wil men een goede besluitvorming in de raad kunnen
verkrijgen. De meeste opmerkingen die door zijn fractie zijn gemaakt naar aanleiding van het concept,
zijn door het college overgenomen en in dit stuk verwerkt. Zijn fractie is het eens met de spreekbeurten
van politieke partijen in een bepaalde volgorde. Hij wenst geen verandering te zien in het uitgesproken
gebed vóór en na de raadsvergaderingen. Het veranderen van het aantal commissies heeft ook niet de
instemming van zijn fractie. Er lag een voorstel van de C.D.A.-fractie om artikel 23, lid 1 te vervangen.
Als goed coalitie-partner is daarover gesproken. Zijn fractie stelt voor, mede namens het C.D.A.om
ten aanzien van het gestelde op pagina 6, artikel 23: 'Handhaving orde; schorsing', de volgende
wijziging aan te brengen. Lid 1 van dit artikel bepaalt dat interrupties in de eerste termijn niet zijn
toegestaan. Een interruptie uitsluitend om meer duidelijkheid te krijgen is in die termijn wel toegestaan.
Hij stelt voor deze zin te laten vervallen en het einde van artikel 23, lid 1, als volgt te laten luiden: