mers die hun financiële verplichtingen niet kunnen nakomen, in welk geval het voor de gemeente bijzonder moeilijk is alsnog genoegdoening te krijgen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Nota bii de ontwerp-beeroting 1995 van het Stadsgewest Breda. De heer Schreiner deelt mede, dat de ontwerp-begroting van het Stadsgewest de instemming heeft van zijn fractie. Enkele kritische kanttekeningen bij het financiële beleid van het Stadsgewest dienen echter nog wel gemaakt te worden. Naar de mening van zijn fractie is het Stadsgewest geneigd reserves aan te leggen voor eventuele toekomstige tegenvallers. Zij denkt daarbij aan de gezondheidszorg en eventueel de milieudienst. Zij vindt dat geen correcte handelwijze; ook het Stadsgewest zal moeten bezuinigen en in dat kader 'op de kleintjes moeten letten'. Uiteindelijk wordt het Stadsgewest betaald door de deelnemende gemeenten en ook die gemeenten worden gekort; de gemeente Prinsenbeek wellicht voor enkele honderdduizenden guldens. Hij vraagt tenslotte de voorzitter deze opmerkingen te berde te brengen bij het dagelijks bestuur van het Stadsgewest. De heer Geuze zegt dat het plegen van reserveringen van goed financieel beleid kan getuigen, dus daarover wenst hij geen opmerkingen te maken. Wèl een opmerking wil hij plaatsen over het beleidspro gramma dat hij heeft ontvangen en dat hij in relatie heeft gebracht met de voorgenomen samenvoeging van het Stadsgewest Breda en het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. De toonzetting die uit deze bijlagen te beluisteren valt - en die ook is aan te treffen in perspublicaties -, wijst erop dat er een tendens gaande is daar een soort uitdijend heelal van te creëren. Zijn fractie is daar niet voor; zijn fractie wenst dat de zaak beperkt blijft tot een verlengd lokaal bestuur in zijn zuiverste vorm en spreker zegt te hopen dat de paarse koers die thans is uitgezet, en die erop neer komt dat geen behoefte bestaat aan een vierde bestuurslaag, zal voorkomen de verdere ontwikkelingen van het Stadsgewest in gefuseerde zin. De heer Oomen zegt, enige weken terug portefeuillehoudersoverleg financiën te hebben gevoerd in het Stadsgewest en bij die gelegenheid zeer indringend gesproken te hebben over de totale financiën van het Stadsgewest. Namens de Prinsenbeekse gemeenteraad heeft hij daar te kennen gegeven uiteraard een goed financieel beleid voor te staan, daar waar nodig de middelen te reserveren, maar niet van mening te zijn dat het Stadsgewest de functie van bankier moet gaan overnemen. Overtollige gelden kunnen beter op een andere wijze worden belegd. Voor deze boodschap, die met nadruk is gepresenteerd, bestond begrip binnen de commissie en zij is zelfs overgenomen. Hij hoopt dat mevrouw Reijnen in de vergadering van december aanstaande, attent zal zijn op dat laatste punt. Ook is toegezegd dat het bedrag van f. 12,—, betrekking hebbende op de post 'milieu', éénmalig naar de gemeente Prinsenbeek zal worden teruggesluisd. Ook die toezegging heeft hij gekregen en hij vraagt mevrouw Reijnen daarop eveneens toe te zien. De voorzitter merkt op dat aanstaande maandag in het dagelijks bestuur van het Stadsgewest gesproken zal worden over de notitie met betrekking tot de reserves. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. Voorstel tot het verlenen van machtiging aan burgemeester en wethouders tot het uitlenen van overtollige gelden voor het jaar 1995. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. - 16 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 167