omdat door het initiatief van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen wordt overgenomen hetgeen van rijkswege is afgeschaft. Zijn fractie waardeert het, dat met gebruikmaking van deze regeling ook minder draagkrachtigen zich een eigen woning kunnen verwerven en een reductie op het rentetarief krijgen. De heer Oomen zegt te constateren, dat het collegevoorstel de instemming heeft gekregen van de fracties van de V.V.D. en het C.D.A. en, naar hij aanneemt, stilzwijgend ook van de fraktie Gemeenschapsbe lang. Hij is van mening dat hier sprake is van een zeer goed voorstel in die zin, dat ook mensen met een smallere beurs in de gelegenheid worden gesteld een lening aan te gaan met als doel een eigen woning te verwerven. Op het eerste gezicht lijkt het misschien te zijn een voorstel met weinig importantie, maar zulks is beslist onjuist. De inhoud van het voorstel is zeer belangrijk voor de inwoners van deze gemeente. Waar de heer van der Hilst zich heeft afgevraagd of het niet mogelijk is de risico's voor eigen rekening te nemen, concludeert hij dat het inderdaad juist is dat in het verleden niet éénmaal tot executie is overgegaan. Met andere woorden, de gemeente liep wel een bepaald risico maar heeft daarvan nimmer enige schade ondervonden. Echter, de toekomst valt niet in te schatten en aan het betrachten van zorgvuldigheid in een aangelegenheid als waarvan nu sprake, valt niet te ontkomen. Het college is absoluut van mening bedoelde risico's niet zelf te mogen of kunnen dragen, want dat zou echt onverant woord zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Voorstel tot aanpassing van de legesverordening 1995 in verband met de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 17. Voorstel tot verlenging van het huidige tijdvak O.Z.B. 1991-1995 met één jaar in verband met de invoering Wet waardering onroerende zaken. Ofschoon het met de inhoud van het voorstel eens te zijn - zo zegt de heer Geuze -, heeft hij daarover toch nog enkele vragen te stellen en opmerkingen te maken. In het voorstel wordt aangegeven dat de waarderingen die zullen plaatsvinden, zullen gaan gelden voor de O.Z.B.voor de inkomstenbelasting en voor de waterschapsheffingen. Echter, de vermelding die in de adviesaanvrage stond is dezelfde als die in het voorstel voorkomt en dat is niet juist omdat de nieuwe waarderingen ook van toepassing zullen zijn voor de vermogensbelasting en daardoor indirect ook voor de successierechten. Ondanks zijn opmerkingen daarover, is daarvan niets terug te vinden in het voorstel. Goede voorlichting behoort naar zijn mening juist en volledig te zijn, temeer als daar belangen bij betrokken zijn. Indien de redenering zou zijn, dat de belastingbetalende burger daar toch wel achter zou zijn gekomen, had het voorstel zich kunnen beperken tot de plaatselijke O.Z.B. Dat dit niet is gedaan, zal wel samenhangen met het verwerken van aanmerkelijke waardestijgingen sedert 1 januari 1990. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren - zeker niet in Prinsenbeek met meer dan 80% eigen woningbezit - dat de Rijksbelas tingdienst zich zeker niet als een mak schaap zal conformeren aan de hier tot nu toe gebruikelijke lage schattingen. De komende veranderingen en de door de gemeente aan de hand van de hertaxaties nieuw te bepalen waarde in het economisch verkeer, zijn hoogst belangrijk, zodat het anders dan voorheen voor de burgers zaak is de juistheid daarvan nauwkeurig na te gaan. Afgezien nog van de verantwoordelijk heid van de gemeente om zulks juist uit te voeren. Hij zegt dat zijn fractie nu al gevraagd is wat te zijner tijd de gevolgen zullen zijn voor wat betreft de hoogte van de O.Z.B. in Prinsenbeek en zij vraagt zich af of het niet beter zou zijn geweest, juist ter voorkoming van vragen, het voorstel af te sluiten met de aankondiging dat het de bedoeling is hier voort te zetten het bestendig gebruik, dat erop neer komt dat door tariefbijstelling in geld uitgedrukt er geen hogere O.Z.B. zal komen. - 18 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 169