Zijn slotvraag luidt, of er op termijn bezien zich onder het groene gras wellicht een adder bevindt die zijn kop nog niet heeft opgestoken. De heer Oomen antwoordt de strekking van het betoog van de heer Geuze, gezien vanuit de politieke achtergrond, zeer wel te kunnen begrijpen, maar nu te willen terugkeren tot de kern van de zaak. Het college kan zich, voor wat betreft het doen van uitspraken over de O.Z.B., niet vastleggen en - naar hij verwacht - ook de meerderheid van de raad niet. Ten aanzien van het voorstel zegt hij, dat de basis van taxatiewaarde is gelegen in 1990 en derhalve met één jaar zal worden verschoven. Inderdaad betekent dat, dat er sprake zal zijn van een prijsstijging. Het is hem niet bekend hoe de fiscus daarmee zal omgaan, maar wel is het zo dat, geredeneerd naar de toekomst, er één instantie is - de gemeente - die de taxaties zal doen uitvoeren en hoogstwaarschijnlijk zullen de uitkomsten daarvan tevens bepalend zijn voor het waterschap en de fiscus. Daar tegenover staat, dat de gemeente ook verplicht is om het onroerend goed te laten taxeren door een daartoe deskundige i.e. een taxateur of makelaar. Voorheen bestond die verplichting niet en werden de taxaties verricht door eigen mensen. Daartoe was de mogelijkheid ook ruimschoots aanwezig vanwege de vele informatie die ten gemeentehuize voorhanden is. Bekend zijn de bouwtekeningen, de oorspronkelijke stichtingskosten en de perceelsoppervlakten. De wet schrijft echter voor dat de taxaties in de toekomst dienen plaats te vinden door deskundige en bevoegde personen en de gemeente heeft zich daaraan te conformeren. Als het waar zou zijn wat de heer Geuze zegt met betrekking tot de lage waarderingen in deze gemeente - hetgeen door spreker overigens niet beaamt kan worden - heeft dat voor de inkomsten van de gemeente geen betekenis, omdat uiteindelijk door de gemeenteraad de heffing per 3.000,— wordt bepaald. Derhalve, financieel voor de gemeente geen nadelen omdat daarover de raad het laatste woord heeft en richting burger geen nadeel omdat het tijdvak met één jaar verlengd wordt. In tweede termijn zegt de heer Geuze, dat zijn vraagstelling erop gericht was, zonder de bedoeling gehad te hebben zich ergens op vast te leggen, in het kader van een goede voorlichting tot uiting te laten komen welke gevolgen dit voorstel voor de inwoners heeft. Zijn fractie zal die gevolgen dan wel vertalen richting inwoners. De heer Oomen antwoordt, dat de heer Geuze alle recht heeft zich over de gevolgen uit te laten, maar dat datgene waarom hij vroeg, het zich vastleggen op tarieven en waardebepalingen voor de toekomst, onmogelijk is. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 18. Voorstel tot wijziging van de Verordening staangelden woonwagencentrum. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 19. Voorstel tot aankoop en ruiling van grond. De heer de Craen deelt namens zijn fractie mede dat het collegevoorstel tot aankoop en ruiling van grond rond 'de Tuintjes' haar instemming heeft. Met deze transactie is een eerste aanzet gegeven tot het behouden van het groene karakter van dit gebied. Wel zou er de voorkeur aan worden gegeven, twee andere percelen, gelegen aan de Heertgank, te trachten in eigendom te verkrijgen. Spreker constateert dat een correcte onderhandelingsprocedure heeft plaatsgevonden met betrekking tot de weg door 'de Tuintjes'. De gemeente is onderhoudsplichtig en omdat daar nu gebouwd kan worden is het belangrijk dat gekozen wordt voor een verharding bestaande uit een natuurprodukt. Met dit voorstel wordt een goede invulling bereikt van dit gebied. De heer Franken zegt dat zijn fractie zich volledig kan aansluiten bij hetgeen door de heer de Craen is verwoord, zij het met de opmerking van haar kant bijzonder verheugd te zijn dat reeds aanstaande maandag een hoorzitting voor de desbetreffende bewoners zal worden gehouden, maar het op prijs te zullen stellen als ook de andere bewoners benaderd gaan worden, met het doel de tweedeling van de weg - 19 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 170