ongedaan te maken, ergo ook die grond in eigendom te verkrijgen.
Namens haar fractie zegt mevrouw Dicou er geen behoefte aan te hebben de inhoud van het voorstel te
herhalen en daarmee akkoord te kunnen gaan.
De heer Oomen constateert dat de heer de Craen refereerde aan twee percelen die nog niet in gemeente
lijk bezit zijn, maar dat, als de meerderheid van de raad daar prijs op stelt, het college - en hijzelf als
portefeuillehouder in het bijzonder - bereid is te onderzoeken in hoeverre de mogelijkheid aanwezig is
deze alsnog in bezit te krijgen. Zo deze gronden in eigendom verkregen zouden kunnen worden, ontstaat
vanzelf de mogelijkheid als gemeente meer 'grip' te behouden op de ontwikkelingen in dit gebied, in het
bijzonder ten aanzien van het beschermen van het groene karakter daarvan.
Daarnaast heeft hij onderhandelingen gevoerd met de bewoners van de belendende percelen. Met één
eigenaar is reeds overeenstemming bereikt en met een andere eigenaar heeft hij mondelinge overeenstem
ming. Er resten nog twee eigenaren om over de overdracht van de weg te spreken, maar spreker heeft er
goede hoop op dat ook daarmee overeenstemming bereikt zal kunnen worden.
Het pad in 'de Tuintjes' wordt vrij sporadisch bezocht omdat daar maar één woning gesitueerd is, maar
zodra daar enige bebouwing gaat plaatsvinden zullen aan het wegdek andere eisen gesteld gaan worden.
Wel is de uitdrukkelijke afspraak gemaakt dat het wegdek niet mag gaan contrasteren met de natuurlijke
omgeving. Het kan dus niet zo zijn, dat aldaar geasfalteerd gaat worden. Afgesproken is dat verbetering
van de infrastructuur ter plaatse zal geschieden met gebruikmaking van oude natuurlijke materialen.
In tweede termijn zegt de heer de Craen dat, naar aanleiding van het mogelijk aankopen van twee
percelen die grenzen aan de Heertgank, zijn fractie het college vraagt een onderzoek naar de mogelijk
heid daartoe, daadwerkelijk uit te voeren. Ook de heer Franken zegt dat het beheer over het gebied
inderdaad beter gewaarborgd zou zijn met het in bezit hebben van twee andere percelen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
20. Voorstel tot verkoop van een perceel grond aan Velsgoed.
De heer Poels zegt, dat zijn fractie enige moeite heeft met de strekking van dit voorstel. In de
desbetreffende commissievergadering is uitvoerig gesproken over de eventuele mogelijkheid om ter
plaatse bebouwing te realiseren. Technische termen als 'frontbreedtes' en 'geluidshinder' zijn daarbij
gehanteerd en inderdaad als bezwarend ervaren voor een dergelijke bestemming, maar zulks laat onverlet
het feit dat naar de mening van zijn fractie het thans voorliggende stuk weinig logica bevat. Het
gemeentelijk belang verzet zich niet tegen verkoop van deze strook grond, dus voor wat dat betreft is hij
het volstrekt met dit stuk eens.
De heer Franken zegt, dat ook de fractie Gemeenschapsbelang zich heeft laten overtuigen tijdens
dezelfde commissievergadering als waarover de heer Poels heeft gesproken. De heer Poels heeft naar zijn
mening op correcte wijze verwoord de argumenten die toen te berde zijn gebracht en ook zijn fractie
heeft uiteindelijk ingestemd met het concept-voorstel, omdat de mogelijkheid tot bebouwing aldaar
absoluut afwezig is.
De heer de Craen is van mening, dat er sprake is van een wèl logisch voorstel.
Het bedoelde perceel aan het Velsgoed zal waarschijnlijk nooit bebouwd kunnen worden in verband met
de nabij gelegen A 16. Betrokkene heeft verzocht een strook grond met een breedte van 2,00 meter aan
te kopen, met het doel een vrijstaande garage te kunnen bouwen. Uit esthetisch oogpunt bezien is het
geheel, naar de mening van zijn fractie, zeer verantwoord. Om die reden gaat zijn fractie akkoord met
de verkoop van 42 m2 grond.
De heer Oomen zegt uit de woorden van de heer Poels beluisterd te hebben - althans, zo heeft hij het
ervaren, - als zou de gemeente met enkele vierkante meters grond 'de boer zijn opgegaan'. Daarvan is
geen sprake. Binnengekomen is een verzoek, uitgegaan van een bewoner aldaar. Ook spreker is van
mening dat het in het belang van deze bewoner zou zijn geweest als hij in éénmaal de juiste breedte had
aangekocht. Echter, achteraf constaterend dat het bouwen van een garage zou kunnen, zij het echter met
beperkingen, heeft deze doen besluiten voor een tweede maal een verzoek tot grondaankoop in te dienen.
Bovendien doet de voorgenomen grondverkoop geen afbreuk aan het naastgelegen perceel. Stel dat de
toekomst nog eens gewijzigde wetgeving met zich brengt ten aanzien van geluidshinder of andere
- 20 -
