- 24 -
van de landelijk geboden mogelijkheden ten gunste van de gemeentelijke werknemers. Wèl maakt haar
fractie een voorbehoud ten opzichte van de financiering van het voorstel, namelijk dat de uitvoering
daarvan budgettair neutraal dient plaats te vinden.
Mevrouw Dicou zegt, dat ook de fractie van de V.V.D. akkoord gaat met dit voorstel, dus zowel voor
wat betreft de spaarloonregeling als de premiespaarregeling. Haar fractie vindt het een bijzonder goede
zaak dat deze mogelijkheid nu ook het gemeentepersoneel geboden wordt, zeker gezien het feit dat deze
regelingen in het bedrijfsleven zeer grootschalig worden toegepast en uitvoering daarvan binnen de
gemeente budgettair neutraal zal verlopen.
Zich in eerste instantie richtend tot mevrouw Dicou, antwoordt de heer van Geel dat zij gelijk heeft met
haar opmerking dat deze regelingen inmiddels op een breed vlak landelijk zijn ingevoerd. Het is de vraag
of door het grote succes de regeling zichzelf niet onbetaalbaar maakt, maar de effecten daarvan zullen
moeten worden afgewacht. In ieder geval is het zo, dat het college de raad graag voorstelt de spaarloon
regeling en de premiespaarregeling zoals verwoord in het collegevoorstel, in te voeren. Uitgangspunt van
het college is steeds geweest, dat zulks budgettair neutraal dient te geschieden. Aan het voorstel is slechts
één 'maar' verbonden, te vinden in de voorlaatste alinea van het voorstel, waar geschreven wordt dat
"aangezien de invoering van beide regelingen budgettair neutraal zal dienen te verlopen, door ons na een
jaar opnieuw zal worden beoordeeld in hoeverre het toekennen van een spaarpremie bij de premiespaar
regeling tot de mogelijkheden behoort". Daarover zal derhalve nog een jaar gestudeerd moeten worden
(j om te bezien of zulks mogelijk is, maar voor het overige is spreker van mening dat met honorering van
het voorstel het gemeentelijk personeel een groot plezier zal worden gedaan.
De voorzitter vraagt vervolgens de heer van Geel zich nog eens te beraden over het verderstrekkend
voorstel en naar aanleiding daarvan expliciet een standpunt aan het college voor te leggen.
De heer van Geel zegt, te verwachten dat het college haar voorstel in zijn huidige vorm handhaaft en de
raad niet zal voorstellen het verderstrekkend voorstel, zoals verwoord door de heer Franken, te
ondersteunen.
Na daartoe in tweede termijn het woord te hebben gekregen zegt de heer Poels. reagerend op het
voorstel van de fractie Gemeenschapsbelang, dat het nimmer de bedoeling is geweest om de premiespaar
regeling als een soort van extraatje naar de werkgever te laten gaan; het is uitdrukkelijk een werkne
mersregeling geworden en hij vindt de financiële positie van de gemeente Prinsenbeek niet zodanig
deplorabel dat dat extraatje naar de gemeente zou moeten vloeien. In die zin is hij het dus oneens met de
fractie Gemeenschapsbelang en eens met het voorstel van het college.
De heer Franken zegt, het jammer te vinden dat zijn voorstel onvoldoende draagvlak heeft ontvangen bij
de andere fracties. Desondanks wenst hij aan te geven welke de overwegingen van zijn fractie zijn
geweest om tot dit voorstel te komen. Daar waar mevrouw Dicou gezegd heeft dat de regeling landelijk
bezien een groot succes is geworden, beaamt spreker dat, zij het dat zulks alleen geldt voor de
spaarloonregeling. Die regeling is een dergelijk groot succes geworden, dat het voordeel dat voor de
1 werkgever gold, namelijk dat van 20%, is teruggebracht tot 10%. Het paarse kabinet heeft daartoe
onlangs besloten, dus ook de V.V.D. ging landelijk bezien op de centen letten. Spreker vindt het dan
ook te ver gaan om als gemeente te zeggen dat de financiële positie rooskleurig is en om die reden een
premiespaarregeling in te voeren, wetende dat een eventueel gemeentelijk voordeel aan het ambtena
renapparaat wordt geschonken.
Bij interruptie zegt de heer Jansen dat de premiespaarregeling ook voor de werkgever belastingtechnisch
voordelen oplevert.
Alleen geen voordelen voor de werkgever - zegt de heer Franken - indien gesproken wordt over het feit
dat de regeling budgettair neutraal zal worden uitgevoerd. De uitdrukking 'budgettair neutraal' betekent
immers al dat uitvoering plaatsvindt met gesloten beurzen en wat zijn fraktie bedoelde te zeggen is, dat
tijdens de algemene beschouwingen door de diverse fracties publicitair te kennen werd gegeven
andersluidende voorstellen te zullen indienen, terwijl een voorstel als het onderhavige op een vrij simpele
wijze wordt behandeld, met een houding alsof de daaraan verbonden financiële consequenties geen
enkele rol spelen.
De heer Jansen zegt, dat, ook al heeft de werkgever geen enkel voordeel, het de werknemer is die
voordeel heeft.
De heer Franken antwoordt met te zeggen dat de werknemer voordeel heeft voor wat betreft datgene wat
hij of zij krijgt van de spaarloonregeling.