De heer van Geel zegt, dat er sprake is van twee soorten voordeel bij de regelingen. Er is in ieder geval een voordeel voor de werknemer die over een deel van zijn salaris geen afdrachten meer behoeft te doen. Dat voordeel blijft ook in tact in het voorstel van de heer Franken. Daarnaast bestaat er een voordeeltje voor de werkgever, omdat ook deze over een gedeelte van het salaris minder afdrachten behoeft te doen. Dit voordeel is weliswaar kleiner, maar toch! De essentie van het collegevoorstel is, dat de regeling budgettair neutraal moet verlopen en om die reden gaat ook dat voordeeltje naar het personeel. Hij zegt te weten dat dit niet overal zo plaatsvindt, onder andere niet in de gemeente Breda, maar gelet op het budgettair neutrale uitgangspunt van het college, is het voorstel gedaan zoals het nu ter tafel ligt. Ter verduidelijking zegt de heer Franken, dat in het bedrijfsleven de premiespaarregeling tot een grote flop is verworden, omdat in datzelfde bedrijfsleven uitsluitend de financieel krachtige bedrijven die regeling nog uitvoeren. Dit in tegenstelling tot hetgeen mevrouw Dicou heeft verwoord. Uitsluitend de spaarloonregeling is een buitengewoon succes geworden, de premiespaarregeling is een flop geworden. Er bestaan nauwelijks nog bedrijven die aan de regeling meedoen. De voorzitter stelt vervolgens voor om tot besluitvorming over te gaan en brengt als eerste aan de orde het verderstrekkend voorstel van de fractie van Gemeenschapsbelang. Uit de stemming blijkt dat de leden van de fracties CDA, PvdA en VVD tegen het voorstel stemmen zodat het voorstel van Gemeenschapsbelang is verworpen. Hierna brengt hij in stemming het voorstel van het college. Uit de stemming blijkt dat slechts de leden van de fractie Gemeenschapsbelang tegen het voorstel stemmen zodat het collegevoorstel is aangenomen. Namens de fractie Gemeenschapsbelang wenst de heer Franken een stemverklaring af te leggen, luidend dat zijn fraktie akkoord gaat met invoering van de spaarloonregeling maar geacht wordt te hebben tegen gestemd voor wat betreft de invoering van de premiespaarregeling. De voorzitter zegt toe daarvan melding te zullen maken. 25. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van de verruiming van de aanwendinesmogeliikheden van het zomerkermisfonds. Mevrouw van Hoek vangt aan met de constatering dat dit agendapunt zeer indringend bediscussieerd is tijdens twee verschillende commissievergaderingen, zij het in twee verschillende versies. Ook het C.D.A. heeft in de fractie en ook met haar achterban uitvoerig over dit voorstel gesproken. Haar fractie handhaaft haar mening, dat met aanvaarding van dit voorstel de waarderingssubsidies voor landelijke verenigingen of organisaties via een achterdeur weer worden binnengehaald, terwijl die tijdens een discussie over de nieuwe subsidieverordening, naar de mening van haar fractie, op goede gronden zijn afgeschaft. Met name waren toen de redenen, de geringe binding van de gemeente met deze instellingen en organisaties, de selectieve keuze - waarom de een wel en de ander niet - of, zoals het eigenlijk de laatste tijd gebruikelijk was, gewoon het geld verdelen over de aanvragers. Bovendien, heel veel van deze instellingen of organisaties collecteren langs de deur bij de Prinsenbeekse burgers; hij betaalt dus reeds, zo hij dat wil, aan deze instellingen of organisaties. Haar fractie is dan ook tegen het voorstel de aanwendingsmogelijkheden van het zomerkermisfonds te verruimen, opdat niet-plaatselijke, regionale of provinciale instellingen niet voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Het tweede gedeelte van het voorstel, strekkende tot het voteren van een krediet ten bedrage van 2.000,— ten behoeve van het kermisfonds, kan door haar fractie éénmalig gehonoreerd worden daar, zoals tijdens de commissieverga deringen reeds verwoord werd, de aanvragen voor subsidies uit het kermisfonds dit jaar bijzonder hoog zijn, in verband met de vele jubilea die dit jaar gevierd worden. Ook haar fractie is van mening dat in zulk geval ten aanzien van uitkeringen ten laste van dat fonds enige rechtsgelijkheid moet bestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 176