- 27 -
f. 2.000,--. Spreker is van mening, dat ook plaatselijke verenigingen vaak van diverse kanten subsidies
ontvangen en toch, ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis, een subsidieverzoek indienen. Zo
ontvangt het college ook weieens, niet structureel, incidentele verzoekjes van allerlei instanties buiten de
dorpsgrenzen, waar het college sympathiek tegenover staat. En dat zijn soms zeer oorbare verzoeken,
verzoeken die ook echt gedaan mogen worden aan de gemeente. Niet bedoeld zijn de jaarlijks terugke
rende bedragen ten behoeve van de Kankerbestrijding, de Stichting Reinwater, het Brabants Landschap
en andere instellingen die in het verleden automatisch een bedrag ontvingen. Bedoeld worden incidentele
zaken waarvoor geen dekking bestaat. Als het college van mening is een bijdrage toe te moeten kennen
voor een instantie buiten de gemeentegrenzen, dient dat plaats te vinden via een voorstel aan de raad. Of
zo'n bijdrage zou ten laste moeten komen van de post 'representatiekosten', hetgeen naar de mening van
het college niet correct is. Het college zou dit correct geregeld willen hebben en is om die reden tot het
onderhavige voorstel gekomen. Als de raad mocht besluiten dit voorstel niet te honoreren, valt te
verwachten dat de raad in de toekomst maandelijks een voorstel zal worden aangeboden met het verzoek
een bedrag van f. 25,- te voteren. In dat geval is er geen sprake meer van besturen op hoofdlijnen. De
raad heeft de mogelijkheid om deze zaken, op dezelfde wijze als geschiedt met het kermisfonds,
wekelijks via de B W-notulen en jaarlijks via een totaaloverzicht, te controleren, en zo de raad van
mening is dat er een foutieve beslissing heeft plaatsgevonden, kan dat alsnog ter sprake worden gebracht.
Er is echter nog nooit commentaar geweest; de raad heeft steeds het volste vertrouwen in het college
gesteld en het college heeft daar ook nog nooit misbruik van gemaakt. Het gaat hier om een simpel
verzoek aan de raad, een bedrag van f. 2.000.— te mogen gebruiken, uit welke pot die dan ook komen
moge, kermisfonds of gewoon uit het subsidieplafond. Spreker is van mening dat de raad zoveel
vertrouwen in het college zou moeten hebben. Het college vraagt de raad zeker ook begrip te hebben
voor het feit dat er weieens verzoeken aan de gemeente gedaan kunnen worden, waar het college, hoe
lastig dat ook zijn moge, "neen" tegen moet kunnen zeggen. Als op deze plaats gesproken moet worden
over wat wel dan niet de taak van de gemeente is kan daar eindeloos over gediscussieerd worden. Daar
is niemand mee gebaat en spreker zegt, dat het de bedoeling is een netjes, rechtlijnig en eenvoudig beleid
te voeren, en wel op de manier zoals thans aan de raad voorgesteld. Spreker verzoekt de raad toch
vooral de hoofdlijnen van het geheel in de gaten te houden en zijn oordeel te heroverwegen. Mevrouw
Dicou veronderstelt dat de gemeente een boekhouding bijhoudt van alle verenigingen en de oprichtingsja
ren daarvan en dat het college daarom vooraf zou kunnen inschatten, welke subsidieverzoeken ingediend
gaan worden. Dat is niet het geval; het college kan niet in de toekomst kijken en reageert op verzoeken
die binnenkomen. In dit geval worden geen lijstjes vooraf gemaakt, met daarop de namen van verenigin
gen waarvan veronderstelt wordt dat ze wel een subsidieaanvrage zullen indienen en er wordt ook geen
geld gereserveerd. Dat gebeurt wel ten aanzien van de reguliere subsidieaanvragen, waar ruim tevoren
alles ingediend en beoordeeld wordt. Dat gebeurt niet bij dit soort incidentele zaken. Samengevat, het is
onzin dat het college had moeten voorzien dat er in 1994 meer jubilea zouden zijn en om die reden doet
spreker een dringend beroep op de raad nog eens, op een andere manier, tegen deze zaken aan te kijken.
In tweede termijn zegt de heer van der Hilst dat, als het gaat om het aanwenden van gelden van de
gemeenschap, hij van mening is dat in zijn algemeenheid de wethouders 'kort gehouden dienen te
worden'. Maar in deze mogen de wethouders wat zijn fractie betreft voor Sint Nicolaas spelen.
Mevrouw Dicou zegt, dat haar fractie goed naar de wethouder heeft geluisterd, hetgeen echter niets
verandert heeft aan haar standpunt. De V.V.D. blijft tegen het voorstel.
Mevrouw Verkooiien blijft bij haar initiatief-voorstel.
Mevrouw van Hoek stelt, dat regeren vooruitzien is, maar zo ver vooruitzien als de V.V.D. bedoelt,
verlangt haar fractie niet van het college. Zij benadrukt dat het haar fractie niet gaat om het bedrag en
ook niet om het vertrouwen in het college. Het gaat erom dat de zaken die aangedragen worden bij de
behandeling van de subsidieverordening er door de raad uit gehaald zijn omdat hij daar het nut niet van
inzag. In haar betoog heeft spreekster dan ook drie redenen aangegeven, waarom zij daar het nut niet
van inzagen. Omdat de band met dit soort verenigingen of instellingen ontbreekt, want het betreft hier
landelijke organisaties of verenigingen. Binnen de gemeentelijke subsidieverordeningen bestaan
mogelijkheden voor plaatselijke, regionale en provinciale organisaties of instellingen. Hier betreft het
allemaal landelijke verenigingen, organisaties of instellingen. De raad heeft daar heel lang en uitdrukke
lijk, alsook meerdere malen over gediscussieerd en hij kwam steeds tot de vraag, hoe en waarom moet
dit gewaardeerd worden? Is het zo, dat als je wat vraagt je ook wat krijgt? Daarom heeft de raad zeer
nadrukkelijk en met redenen omkleed deze zaken eruit gehaald. Nu echter lijkt het of 'ze' door de