waarom juist nu voor een andere aanpak is gekozen? De Heer van der Hilst verklaart dat zijn fraktie enige moeite heeft met dit voorstel en wel in het bijzonder met de enorm grote investeringssubsidie. Zijn fraktie ziet niet waarom met name aan een golfvereniging een dermate hoge investeringssubsidie zou moeten worden verleend en zijn fraktie heeft ook moeite met het achterstallig onderhoud van de gebouwen. Spreker haalt even de portefeuillehouder aan, die het zo aardig kon brengen door te zeggen dat "door het achterstallig onderhoud hebben we heel wat geld bespaard hetgeen we anders kwijt waren geweest aan dat onderhoud!" Spreker is van mening dat de gemeente de verplichting heeft zijn gebouwen goed te onderhouden en hij spreekt er zijn verbazing over uit dat Gemeen-schapsbelang, die in het verleden telkenmale hamerde op dat achterstallig onderhoud, nu niets van zich laat horen. Zijn fraktie wil een en ander nog eens goed bestuderen en het antwoord van de portefeuillehouder afwachten alvorens tot een akkoord te beslissen. De heer Geuze begint met te zeggen dat naast de vermelding van het feit dat zijn fraktie met het voorstel akkoord gaat, hij blij is met het feit dat hier toch ook gesproken zou kunnen worden van een stuk privatisering en dat de elementen die de afwikkeling bepalen voor wat betreft de technische kant, naar zijn mening in de commissie voldoende besproken zijn, evenals het achterstallig onderhoud. De bepaling met betrekking tot de investeringssubsidie heeft eveneens de instemming van de fraktie. De heer Oomen reageert op voorgaande sprekers, door te zeggen dat hij geen enkele behoefte heeft het achterstallig onderhoud weg te poetsen omdat dat inderdaad aanwezig is. In de commissievergadering heeft hij reeds medegedeeld dat de als gevolg van het achterstallig onderhoud niet uitgegeven gelden, nog altijd in de bestemmingsreserve aanwezig zijn. Voor wat betreft de prijs zegt hij dat deze na langdurige onderhandelingen tussen partijen tot stand is gekomen. Het resultaat van die onderhandelingen ligt thans in de vorm van een voorstel ter tafel en de inhoud daarvan is naar de mening van het college volkomen verantwoord. In dat verband memoreert spreker de transacties die destijds zijn aangegaan met de Tennisvereniging Prinsenbeek en met de Scouting, en een vergelijking met die transacties leert dat het college een gelijke behandeling van partijen nastreeft. Resumerend is hij van mening dat het thans voorliggende voorstel te prefereren valt boven het feit dat de gemeente zelf zou moeten gaan investeren. Gelet ook op de hoogte van de huurgelden die de vereniging betaalt, behoort daar een adequate accommodatie tegenover te staan. Aan die accommodatie ontbreekt het thans en bezien tegen die achtergrond betekent het collegevoorstel dat de vereniging zelf voor haar accommodatie gaat zorgen. Spreker is dan ook van mening dat met dit voorstel aan twee zaken wordt recht gedaan, namelijk het feit dat de gemeente geen onderhoud meer behoeft te plegen doch wel eigenaar blijft van de gronden, hetwelk hij zeer belangrijk vindt.Daarnaast wordt de vereniging in de gelegenheid gesteld om met de ter beschikking te stellen middelen, aangevuld met wat eigen vermogen, een goede accommodatie te realiseren. Daarmee is tevens een gemeentelijk belang gediend. In tweede termijn zegt de heer van der Hilst dat er weliswaar kosten worden bespaard nu de onderhouds plicht wegvalt, maar dat daar tegenover staat dat de huurprijs met meer dan de helft naar beneden gaat. Dat bedrag zal dan ook jaarlijks gederfd gaan worden. Niettemin is zijn fraktie tevreden gesteld met de beantwoording van de vragen en besluit met het collegevoorstel in te stemmen. Wethouder Oomen beantwoordt vervolgens de vragen van mevrouw Reijnen waar deze heeft gesproken over de concept-stukken. Toen de raadsstukken verzonden werden was het antwoord van de vereniging nog niet ontvangen. Maar omdat het college dit onderwerp toch op de agenda wilde plaatsen, zijn de concept-stukken in het dossier gelegd. Op een daarnaar gestelde vraag door mevrouw Reijnen antwoordt wethouder Oomen vervolgens dat naar zijn weten de vereniging inmiddels akkoord is gegaan met de overeenkomsten zoals die thans voorliggen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 13. Najaarsnota. Als eerste spreker zegt de heer Schreiner dat de voorjaarsnota globaal genomen de instemming van zijn fraktie heeft. Enkele kritische kanttekeningen dienen er echter wel geplaatst te worden. Allereerst zou zijn fraktie graag vernemen wanneer de toegezegde totale kosten voor milieu en afvalverwerking ver- - 14 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 198