- 17 -
Natuurlijk zullen er altijd zaken blijven die niet of niet voldoende vooraf te plannen zijn. Zodra,
bijvoorbeeld, een rioolput verzakt is die direct moet worden gerepareerd, handelt het meteen over relatief
vrij grote bedragen en is het niet mogelijk met reparatie te wachten tot een komende commissievergade
ring. In alle gevallen zal de commissie echter tijdig worden geïnformeerd. Voor het overige meent hij de
conclusie te mogen trekken dat de raad kan instemmen met de inhoud van de najaarsnota.
Bij interruptie vraagt de heer Geuze of de wethouder opheldering wil verschaffen over de stelling van
Gemeenschapsbelang dat hij als portefeuillehouder alléén verantwoordelijk is voor de najaarsnota en dat
daarvoor geen verantwoordelijkheid zou bestaan voor de andere portefeuillehouders en om die reden
geen behandeling in andere raadscommissies plaatsvindt.
De heer Oomen antwoordt dat is afgesproken deze nota te behandelen in de commissie financiën omdat
het een budgetnota betreft, maar dat hij bereid is - zo de gemeenteraad dat wenst - dergelijke nota's in de
toekomst ook in de overige raadscommissies ter discussie te brengen. Op eigen titel sprekend - zo zegt
hij - zou hij daar niet tegen zijn.
In tweede termijn deelt de heer van der Hilst mede dat zijn fraktie er vóór zou zijn dat de najaarsnota in
alle raadscommissies wordt besproken. Het belang van een dergelijke nota, die zoveel beleidsterreinen
bestrijkt, maakt het noodzakelijk deze in alle commissies te bespreken. Hij heeft nog geen antwoord
gekregen op zijn vraag of de geplande maar nog niet uitgevoerde projecten in 1994, zonder vergaande
consequenties kunnen worden verschoven naar 1995.
Ook de heer Geuze vraagt om dezelfde helderheid. In de commissie financiën is geadviseerd de nota in
alle commissies te behandelen, hetgeen uiteraard ook dient te gelden voor de Kadernota. Zulks vanuit de
optiek dat de onderscheiden portefeuillehouders ook financieel hun eigen beleidsterrein voor rekening
nemen. Zo begrijpt spreker ook niet dat de fraktie Gemeenschapsbelang van mening is dat begrotingspos
ten zijn overschreden als gevolg van prijsstijgingen. Juist die prijsstijgingen namelijk zijn begrepen in de
ramingen zoals die zijn vastgesteld.
Na daartoe het woord te hebben gekregen zegt de heer Jansen dat de fraktie van het C.D.A. ook graag
zou zien dat deze najaarsnota in alle commissies behandeld was geworden, omdat in dat geval de
desbetreffende portefeuillehouders antwoord kannen geven op vragen waarom bepaalde posten
overschreden zijn.
De heer Schreiner zegt beluisterd te hebben dat diverse voorgaande sprekers van mening zijn dat alle
portefeuillehouders verantwoordelijk zijn voor de financiële afwikkeling van de door hen gedane
voorstellen. Het betreft hier een zienswijze die nog steeds niet aan de orde is en waarnaar ook nog altijd
niet gehandeld wordt. Bij interruptie zegt de heer Geuze dat tijdens een eerdere raadsvergadering dit
jaar, vanuit het college die toezegging reeds gedaan is.
Mijnheer de voorzitter - zo vervolgt de heer Schreiner -, tot op heden wordt deze werkwijze nog niet
gevolgd. Tot dusverre is het gebruikelijk dat alle onderwerpen waaraan financiële aspecten kleven ook
via de wethouder financiën behandeld worden. In het onderhavige geval betreft het een afrekening van
gevoerd beleid en hij verwacht dat het uit organisatorisch oogpunt bezien moeilijk is om alle onderwer
pen via de diverse portefeuillehouders te laten behandelen. Hij gelooft niet dat het de bedoeling is dat
elke porteuillehouder alle raadsstukken in zijn commissie ter behandeling moet voorleggen.
Hij zegt verheugt te zijn te hebben mogen vernemen dat er met de brandweer reeds overleg is gevoerd
met betrekking tot de overschrijding van het krediet en hij gaat ervan uit dat iets dergelijks niet meer zal
voorkomen. Eén vraag is nog niet beantwoord, namelijk die over de termijn waarbinnen de toezegging
verwezenlijkt kan worden om duidelijkheid te verstrekken over de totale kosten van milieu en afvalver
werking.
De voorzitter zegt er graag op te willen wijzen dat in de notitie die de voorbije maand is besproken over
het toekomstig functioneren van de raad en de commissies, gesteld is dat in beginsel elk voorstel door
één commissie behandeld zal worden. Januari aanstaande zou daarmee een begin worden gemaakt, maar
zo de raad dat anders geregeld wenst, zal daarover alsnog overleg plaatsvinden.
Maar - zo interrumpeert de heer Geuze -, eerder dit jaar is toch door het college de toezegging gedaan
om in het vervolg de portefeuillehouders de financiële paragraaf van de voorstellen voor hun rekening te
doen nemen en daarvoor ook verantwoording te laten afleggen?
De voorzitter antwoordt dat deze zaak op twee manieren benaderd kan worden.Ten eerste kan uitgegaan
worden van het feit dat er een begrotingscommissie is waarin, bijvoorbeeld, de begroting voor het
komende jaar - waarin toch ook alle beleidsterreinen aan de orde komen - behandeld is en niet in de
andere commissies. Ook is het denkbaar er vanuit te gaan dat per raadsvoorstel de financiële aspecten
