worden, maar de middelen daarvoor zijn beperkt. Zich wendend tot de heer Geuze zegt de heer Franken dat deze van mening zou zijn dat zijn cursus tot wegenwachter niet voltooid is. Spreker is lid van de A.N.W.B. en roept waar dat nodig is de hulp van de wegenwacht in. Wat echter wèl aan de orde is, is datgene wat de heer Geuze destijds tijdens een emotioneel geladen betoog in de gemeenteraad verkondigde en waarbij hij een aantal uitspraken deed die spreker graag nader verduidelijkt zou hebben gezien. Gesproken is ondermeer over de uitvoering van de Brielsedreef. In de commissie openbare werken is dat onderwerp diverse malen besproken. Echter, niet alles gaat tegelijkertijd en het college heeft toen aangegeven dit probleem te zijner tijd afdoende aan te pakken. Spreker meent dat in diezelfde gemeenteraadsvergadering, waar zo emotioneel door de heer Geuze gesproken was, ook de heer Oomen dit anders had begrepen en zo had spreker het ook begrepen. Vervolgens verwijst hij naar het antwoord dat toen door de wethouder letterlijk gegeven is namelijk dat hij het betreurt dat de heer Geuze heeft gesuggereerd dat, omdat het wegenbeheerplan in financiële en materiële zin niet gehaald is, de financiën die daarvoor beschikbaar zijn weggesluisd zouden zijn via andere wegen en dat is hetgeen hij met name heeft bedoeld te zeggen. Namelijk, meneer Geuze legt U ons nu eens uit waar er gerotzooid wordt. De heer Geuze interrumpeert met te zeggen dat zijn fraktie niemand beschuldigd heeft en ook niet gezegd heeft dat er gerotzooid zou worden. Hetgeen hij aan de orde heeft willen stellen is, dat gevo teerde kredieten niet zijn gebruikt. De heer Franken vervolgt met de woorden van de heer Geuze te ontkennen en te verwijzen naar de notulen van 27 oktober 1994, die de Heer Geuze zelf goedgekeurd heeft en volgens welke gezegd is dat de financiële middelen weggesluisd zouden zijn. Spreker is dan ook verheugd met agendapunt 20 waaruit duidelijk blijkt, dat wat betreft de financiën ten behoeve van het wegenbeheerplan geen geld verdwenen is daar alle gelden nog aanwezig zijn. Bij interruptie verklaart de heer Geuze van mening te zijn dat de boodschap duidelijk was overgekomen; het college heeft daarop gereageerd en zijn fraktie ziet de nadere voorstellen in januari met belangstelling tegemoet. Wethouder Oomen verklaart geen enkele reden te hebben hier nog iets aan toe te voegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 21. Voorstel tot het vaststellen van het advies aan het Commissariaat voor de Media met betrekking tot een aanvraag van de Vereniging Lokale Omroep Etten-Leur Europa tot het verkrijgen van zendtijd als lokale omroep in Prinsenbeek en het eventueel uitzenden van reclameboodschappen. De heer van Geel verklaart dat tijdens de behandeling van dit voorstel binnen de commissie welzijn- en milieu-aangelegenheden 14 december jongstleden door diverse fracties aangegeven is dat men twijfels heeft ten aanzien van de waarde van de handtekeningen die gezet zijn. Daardoor komt de representativi teit naar zijn mening in het geding. Naar aanleiding daarvan heeft het college een schrijven uit doen gaan naar alle verenigingen met de vraag of deze handtekeningen door hun bestuur erkend werden. Hierop hebben vijf verenigingen gereageerd en laten weten dat de kandidatuur voor de programmaraad niet meer wordt onderschreven. Hierdoor acht het college het aantal leden dat overblijft onvoldoende representatief waarom het college dan ook voorstelt dit voorstel aan te passen. Naar aanleiding van de uitkomst van de berichten stelt het college de raad dan ook voor Radio Televisie Europa niet representa tief te achten als lokale omroep-instelling voor Prinsenbeek en aan het Commissariaat voor de Media te adviseren de Vereniging Lokale Omroep Etten-Leur Europa geen zendtijd toe te kennen als lokale omroep te Prinsenbeek en Dagblad de Stem aan te wijzen als persorgaan met wie een lokale omroepin stelling zonodig een overeenkomst dient af te sluiten. De voorzitter schorst hierna de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 209