tot de opmerking van de heer Geuze
De heer Geuze zegt niet begrepen te hebben of de suppleties die er zullen
komen als overgangsregeling binnen het subsidieplafond blijven.
Bij interruptie zegt wethouder van Geel dat het er binnen past.
De heer Geuze zegt verder dat er over de subsidies aan Bekanto en de Speel
doos in de laatste commissievergadering gesproken is. Er is in het kader van
de inspraakverordening de mogelijkheid geweest om bezwaren in te dienen. Dit
is door de tennisvereniging en Amor Musae gedaan. Het college is daaraan
tegemoet gekomen. Daarna zijn er geen reacties meer geweest. Spreker is bang
dat als anderen van deze subsidies horen, zij ook naar het gemeentehuis
komen om het subsidiebedrag te verhogen. Dit werkt volgens hem zo niet. Dit
doet geen recht aan de inzet van iedereen, die aan de beraadslagingen heeft
meegedaan om tot dit resultaat te komen. Ten aanzien van de waarderingssub
sidies heeft hij de voorzet gegeven om die vanavond niet vast te stellen,
maar een maand op te houden.
De heer Franken gaat er nogmaals van uit dat er gehandeld wordt naar de
nieuwe subsidieverordening. Alleen als aangetoond wordt dat er tekorten
zijn, dan dient dit aangepast te worden.
De voorzitter zegt bij interruptie dat er misschien een wijziging van de
verordening komt
De heer Franken gaat verder en zegt dat hij er van uit gaat dat door de
wethouder aan de commissie duidelijk gemaakt wordt dat de tekorten bij met
name de zangkoren aangetoond kunnen worden. Hij is het met de heer Geuze
eens dat niet zomaar iedereen die "aanklopt" een subsidie mee kan nemen.
Daar is de verordening volgens hem niet voor samengesteld.
Wethouder van Geel spreekt over de waarderingssubsidies. Hij zegt dat het
college tot de conclusie is gekomen dat ten aanzien van de EHBO, de Zonne
bloem en het Rode Kruis met de waarderingssubsidie iets anders bedoeld
wordt, dan met een feitelijke waarderingssubsidie. Er wordt van deze
verenigingen een tegenprestatie verwacht: het houden van diverse activitei
ten. Dit zijn volgens hem geen pure waarderingssubsidies meer. Deze vereni
gingen vallen niet meer onder een waarderingssubsidemaar onder een andere
categorie. Deze categorie is bij het college nog in studie. Overigens kunnen
volgens hem de waarderingssubsidies, zoals ze er staan, gehandhaafd blijven.
Dan ontstaat er een verdeling van 4-3-2-1-centAls de gemeenteraad vindt,
dat op advies van de commissie welzijn een vereniging een waarderingssub
sidie dient te krijgen dan wordt dat bedrag toegekend. Dit is en blijft
volgens hem het voorstel. De tegenprestatie van De Speeldoos is dat men een
aantal weken per jaar inloopochtenden organiseert. Alle inwoners van
Prinsenbeek die kleine kinderen hebben zijn daar welkom. Deze worden vrij
druk bezocht (ook door heren) Ouders kunnen over de opvoeding van hun
kinderen praten en kinderen kunnen er spelen. Daarnaast wordt een aantal
malen per jaar een spreker uitgenodigd. Hij stelt voor om dit niveau, gezien
de kosten die deze vereniging heeft, te handhaven. Het is volgens hem niet
zo dat mensen die reageren hun zin hebben gekregen. Behalve een aantal
schriftelijke reacties, zijn er ook mondelinge reacties geweest. Er is met
veel mensen en verenigingen overleg geweest. Naar aanleiding van het
overleg met Bekanto zegt de wethouder dat in administratieve zin de zaken de
afgelopen jaren anders gelopen zijn, dan verwacht was. Er zijn wat correc
ties op toegepast. Het blijkt dat voor het voortbestaan van Bekanto een wat
hogere subsidie, in verband met de dirigentkostenzeer wenselijk geacht
wordt. Dit is door het college overgenomen en wordt daarom gehandhaafd.
Mocht de raad in meerderheid van mening zijn dat dit niet moet, dan zij het
zo. Hij stelt echter voor om te besluiten conform het voorstel.
De voorzitter schorst vervolgens de vergadering.
De voorzitter heropent na ongeveer één minuut de vergadering.
Mevrouw van Hoek zegt dat de uitleg van de portefeuillehouder haar niet
overtuigd heeft. Bij de spel en opvoedwinkel wordt tijdens de inloopochten
den door ouders gediscussieerd over de opvoeding van hun kinderen. Dit kan
ook plaatsvinden bij iemand thuis of bij de buurvrouw. Hierbij moet volgens
haar een pedagogisch element aanwezig zijn. Dit moet bekeken en onderzocht