16b. Initiatiefvoorstel volgens artikel 21 van het reglement van orde van de
heer J.C. van der Hilst inzake deel uitmaken van niet-raadsleden van
commissie van advies aan burgemeester en wethouders.
De heer van der Hilst geeft een toelichting op zijn voorstel. Zijn fractie
heeft een voorstel ingediend om, met ingang van de nieuwe raadsperiode, ook
niet-raadsleden deel te laten uitmaken van functionele commissies. Dit kan
volgens de gemeentewet. Er zijn al veel gemeenten waar dit mogelijk is. De
laatste aflevering van het tijdschrift Nederlandse Gemeenten maakt melding
van een evaluatie-onderzoek bij de gemeente PapendrechtBij de gemeente
Papendrecht kent men zogenaamde burgerraadsleden. Dit rapport is begin deze
maand aangeboden aan burgemeester en wethouders van Papendrecht. Dit rapport
is door hem opgevraagd. Daarin worden veel positieve effecten genoemd. Hij
noemt ook als reden dat het een verlichting kan zijn voor kleinere fracties.
Hij zou graag een principe-uitspraak willen. Vanwege het late tijdstip vindt
hij het moeilijk om alle voor en nadelen te bespreken.
Op de vraag van de de voorzitter of de raad het voorstel wil behandelen
zoals het is ingediend, wordt positief gereageerd.
De heer Lotstra zegt dat de heer van der Hilst bewerkstelligd heeft, wat
niet veel mensen lukt: een enigszins verdeelde CDA-fractie. Door hem wordt
het standpunt verwoord van de meerderheid van de fractie: mevrouw van Hoek,
mevrouw Overboom en de heer Oomen. Principieel is hij tegen, omdat alleen
gekozen raadsleden het mandaat hebben om de bevolking volledig te vertegen
woordigen en als zodanig ook in commissies plaats te nemen. Alles is anders
te vrijblijvend. Hij erkent dat het wellicht het personele probleem oplost
van kleine fracties. Volgens hem is dat ook de reden.
Mevrouw Hoelen zegt dat de minderheid van haar fractie, in casu de heer de
Craen en zijzelf, begrip heeft voor de problemen van de kleine fracties. Zij
vindt het belangrijk dat de standpunten van alle in de raad vertegenwoordig
de partijen in alle commissies aan de orde komen. Ondanks dat ze de nodige
bezwaren ziet, zowel praktisch als principieel, wil zij dit voorstel toch
een kans geven. Haar voorstel is om dit onderwerp in de commissie algemene
zaken, c.a., voorbereid door het college, te bespreken.
De heer Schreiner zegt te spreken namens zijn volledige fractie. Als het
voorstel van de PvdA aangenomen wordt, bestaat in de praktijk de kans dat er
stelselmatig sprake is van dubbeling van standpunten in commissies en Raad.
Dit wil zijn fractie voorkomen. Een gekozen raadslid moet in de commissies
vertegenwoordigen. Vertrouwelijke stukken liggen ter inzage voor raadsleden.
Iemand die geen raadslid is, kan deze niet bestuderen. Dit heeft invloed op
een goede besluitvorming. Daarom is zijn fractie tegen dit voorstel.
De heer Geuze merkt op dat de heer Lotstra als deel van de meerderheid
principiële bezwaren heeft, kijkend naar de kleine fracties. Zijn fractie
heeft geen principiële bezwaren tegen kwaliteitsverbetering van de grote
fracties. In de nieuwe gemeentewet is dit geregeld. Daarin staat vermeld dat
de raad op voorstel van burgemeester en wethouders een commissie, zoals in
dit voorstel staat weergegeven, kan instellen. Er staat volgens hem ook in
de wet dat de raad bij de samenstelling daarvan rekening moet houden met de
samenstelling van de gemeenteraad. Hij heeft ook kennis genomen van het
artikel over Papendrecht en andere plaatsen. Als men hiertoe overgaat moet
in de verordening de beperking opgenomen worden, dat alleen personen die op
de kandidatenlijst van de fracties voorkomen gekozen kunnen worden. Dit is
uit de praktijk gebleken en aanbevolen. De politieke partijen kiezen niet
zelf. De keuze vindt plaats door de raad. Volgens hem zijn deze personen
bijna raadsleden. Zijn fractie heeft hier dan ook geen moeite mee. De andere
zaken die aan de orde komen, zoals inzage van stukken, geheimhoudings
plicht, e.d. (dit is ook in het wetboek van Strafrecht geregeld) zijn in de
uitwerking te regelen. Door zijn fractie wordt dan ook het initiatiefvoor
stel gesteund.
De voorzitter gaat er van uit dat de heer van der Hilst wil reageren op de
gedane opmerkingen. Desgewenst kan hij voor of na de behandeling van zijn
opmerkingen een reactie van het college krijgen.
De heer van der Hilst geeft de voorkeur aan een reactie van het college
vooraf
De voorzitter zegt dat het besproken is in het college van burgemeester en
wethouders. De mogelijke problemen die ontstaan als het college geconfron-