een woning.
n. Brief d.d. 17 februari 1994 van het Stadsgewest Breda inzake de publikatie "Werkgelegenheid 1993
RB A-regio Breda", waarin de resultaten zijn verwerkt van de werkgelegenheidsstelling per 1 mei
1993 in de 21 regio-gemeenten,
o. Notulen vergadering beheerscommissie Eikebos d.d 22 februari, 29 maart en 11 april 1994.
p. Brief d.d. 21 maart 1994 van L. Poppelaars dat hij zich niet meer herkiesbaar stelt als lid van de
Monumentencommissie.
q. Brief d.d. 8 maart 1994 van de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen inzake de brochure
"Goed op weg met Tropisch Hout. Wie zou dat willen boycotten?".
De heer Geuze heeft, naar aanleiding van punt a., zich erover verbaasd dat van de zijde van het CDA de
indruk is gewekt dat er nogal wat zou veranderen binnen de portefeuilleverdeling. In vergelijking met de
vorige bestuursperiode kan de VVD-fractie dit echter niet onderkennen. Misschien kan wethouder
Oomen of mevrouw Hoelen hierover opheldering verschaffen?
Voorts begrijpt spreker niet waarom in de portefeuille van wethouder van Geel het homobeleid is
gerangschikt. Als dit geen discriminatie-aspect heeft dan begrijpt spreker niet waarom de zorg voor
andere anders-geaarden niet bij andere portefeuillehouders is ondergebracht.
Tot slot heeft de heer Geuze in de notulen gelezen dat er desgewenst kon worden gereageerd, nadat het
coalitieprogramma zou zijn vastgesteld door het college, in formele zin. Een dergelijke mededeling treft
hij nu niet bij de ingekomen stukken aan.
De voorzitter zegt dat het eerste uitgangspunt van het college is om op basis van collegiaal bestuur de
werkzaamheden te verrichten. Tweede uitgangspunt is dat spreker fulltime beschikbaar is voor de
gemeente en de wethouders voor 55%. Spreker kan de heer Geuze verzekeren dat de wethouders hier
echter meer tijd dan 55 in steken.
Inmiddels heeft het college afgesproken om de frequentie van de vergaderingen van het college op te
voeren door middel van één extra middag per veertien dagen. Dat heeft met name te maken met de
communicatie in het college. Op deze manier wordt het mogelijk gemaakt om over allerlei zaken te
kunnen beraadslagen. Het is misschien voor de heer Geuze misschien niet zo zichtbaar dat ondergete
kende in het voortraject voor bepaalde zaken een actievere rol speelt die dan vervolgens in de portefeuil
leverdeling, zoals de raad die heeft, worden uitgedragen.
Spreker kan zich voorstellen dat er in een bestuursperiode van vier jaar wisselende zaken zijn die meer
aandacht nodig hebben. Dan is het zijn rol, ook naar de wethouders toe, om daar vanuit zijn fulltime
beschikbaarheid een bijdrage aan te leveren.
Daarnaast is inmiddels komen vast te staan wat de taakinspanning betekent in het kader van het
Stadsgewest. Dat alles bij elkaar heeft geresulteerd in deze samenstelling van portefeuilles.
Met betrekking tot opmerkingen over specifieke onderdelen wijst de voorzitter erop dat deze portefeuille
verdeling conform de standaard VNG-taakverdeling tot stand is gekomen.
Met betrekking tot het college-akkoord kan de heer Geuze de voorzitter hierop aanspreken.
De heer Geuze kent de rol van de fulltime bestuurder en zijn ambitie daarin en wil daarbij de andere
portefeuillehouders in hun functie niet tekort doen. Uit de opmerkingen had spreker echter een politieke
toonzetting onderkend waarbij Gemeenschapsbelang minder en het CDA meer zou krijgen. Deze indruk
is destijds wel gewekt.
De voorzitter zegt dat er nu gesproken wordt vanuit de verantwoordelijkheid van het college. Andere
vragen moet de heer Geuze dus aan de raad stellen.
Mevrouw Hoelen heeft destijds op een zodanige herschikking in de portefeuilleverdeling gedoeld dat de
fulltime bestuurder wat meer taken toebedeeld kreeg zodat de parttime bestuurders wat taken konden
doorschuiven.
Wethouder Oomen voegt hieraan toe dat hij is afgetreden als lid van de Stadsgewestraad en dat de
voorzitter van het college is toegetreden. Aan zijn portefeuille is het onderdeel begraafplaatsen
toegevoegd.
Zonder hoofdelijke stemming worden vervolgens
de stukken a. t/m q. voor kennisgeving aangeno
men.