dubbel glas, enzovoorts. Hij acht dus de inschatting van het schoolbestuur reëler dan de inschatting van
de dakdekker. Daarom moet het als zodanig uitgevoerd worden.
De heer van der Hilst is helemaal niet tevreden met dit antwoord. De wethouder zegt dus: "Ja, ik geloof
het schoolbestuur." Ondanks dat die geen deskundige is op het gebied van isoleren. Er zitten 12 pagina's
berekening bij het voorstel. Er is nog nooit zo'n uitgebreid voorstel aangetroffen bij de gemeente
raadsstukken over een besparing met windsnelheden, tot en met luchtvochtigheid e.d. 12 Pagina's die
zijn doorgespit waarbij men tot deze conclusie komt. Wie is dan het schoolbestuur om te zeggen: "Nee,
wij pakken gewoon f. 3.500,-." Dus dit bevredigt de PvdA-fractie totaal niet. De PvdA-fractie is tegen.
Mevrouw van Hoek zegt dat het toch in het voordeel van het schoolbestuur zelf is om zo snel mogelijk
af te lossen, want uiteindelijk is het hun eigen renteverlies.
De heer Geuze vindt die opvatting niet relevant. Zijn fractie zou mee kunnen gaan met wat de heer van
der Hilst naar voren brengt, maar het is budgettair een kwestie voor de gemeente. De pot wordt minder,
en er wordt geen rente bijgeschreven.
Uit hoofdelijke stemming blijkt dat de 2 leden van
de PvdA-fractie tegen en de overige leden vóór
stemmen zodat conform het voorstel van burge
meester en wethouders wordt besloten.
18. Voorstel tot delegatie van bevoegdheden van de raad ex artikel 74, lid 8 van de Wet op het
basisonderwijs fWBO).
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
19. Voorstel tot wiizi2ing van de Monumentenverordening Prinsenbeek naar aanleiding van de
invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht.
De heer Geuze zegt dat de VVD-fractie iets ontgaat. Waarom moet nu alleen in het kader van de
invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht, zonodig de Monumentenverordening Prinsenbeek worden
gewijzigd. Hij is er niet op tegen, want van zijn kant is meermalen aangedrongen op uitbreiding van de
taak van de Monumentencommissie. De commissieleden die geacht worden op dit terrein deskundig te
werk te kunnen gaan, dienen ook te kijken naar de staat van de gebouwen die op de gemeentelijke
monumentenlijst staan. Hij denkt dan in het bijzonder aan het bakhuisje, wat in elkaar gestort is. Als
iemand in gebreke blijft is hij strafrechtelijk vervolgbaar. Dat is een dooddoener. Met de weinige
cultuur-historische gebouwen die de gemeente heeft, kan dat op een andere manier opgelost worden. De
VVD-fractie vindt het voorstel dus gewoon te mager. Men wacht steeds op de uitbreiding van de taak
van deze commissie met het door hem genoemde onderwerp.
Wethouder van Geel zegt dat in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht de ene na de andere
verordening de raad zal passeren. Dat zal de raad niet verwonderen. En dat ze niet allemaal tegelijk
komen zal de raad ook niet verwonderen. Het is dus niet meer dan een formele aanpassing. De
opmerking van de heer Geuze over het aanpassen van de taak van de Monumentencommissie is bekend.
Naar zijn mening is het geen noodzakelijk voorstel. De wet biedt een aantal mogelijk- en onmogelijkhe
den, maar het kan wel degelijk tot de taak van de commissie gerekend worden om te overleggen met
eigenaren van monumenten, om adviezen te verstrekken over het behoud van monumenten en om gelden
ter beschikking te stellen voor restauratie van monumenten. Het is zelfs zo dat in de verordening staat
dat eigenaren van gemeentelijke gebouwen een bepaalde bijdrage kunnen krijgen voor het algemene
onderhoud. In die zin heeft de commissie wel degelijk een taak en men zal daar in de toekomst ook
gebruik van maken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet-
- 16 -