Hierbij tekent zij echter aan dat het rapport wijst op de noodzaak van centrumvorming en van functionele en ruimtelijke samenhang tussen het gebied Groenstraat, Markt, Kapelstraat en Beeksestraat. Verwinke- ling van de westkant van de Markt krijgt haars inziens terecht prioriteit. Aanbevolen wordt om in de winkelaanloopstraat, i.e. Groenstraat en Kapelstraat, de winkelfunctie te consolideren. Wat betreft de Groenstraat is de CD A-fractie het daarmee eens, gelet op het groot aantal winkels dat daar recentelijk is gerealiseerd. Voor de Kapelstraat ligt dat wat de CDA-fractie iets anders. Zij is voorstander van een beperkte revitalisering van de Kapelstraat en is van mening dat daar beperkt nieuwbouwvestigingen moeten worden toegelaten, zij het dat daarvoor winkelruimte elders moet worden ingeruild. Daardoor komt er meer evenwicht tussen beide straten en dat zou de CDA-fractie een goede zaak vinden. Ook een verkeersvoorziening in de omgeving van de Kapelstraat zou de CDA-fractie graag onderzocht zien. Wat betreft de Beeksestraat is spreekster het eens met de aanbeveling om daar dienstverlening te concentre ren. Bestaande winkelbestemmingen moeten aldaar wel gehandhaafd blijven. Tot slot verzoekt de CDA-fractie het college om de ondernemers, zeker nu ze goed georganiseerd zijn in de OVP, nauw te blijven betrekken bij de verdere uitwerking en de herziening van het bestemmingsplan. Gelet op de actieve opstelling van de OVP gaat zij er dan ook van uit dat dit DPO-rapport, niet zoals het vorige, in de bureauladen terecht komt. Zij verwacht binnenkort de resultaten van de aangekondigde nadere studie naar de meest gewenste verkeers- en parkeerafwikkeling in het centrumgebied in de gemeente te ontvangen. De heer Schreiner zegt dat in de commissie reeds uitgebreid is gesproken over dit eindrapport en de daar gemaakte opmerkingen zijn meegenomen. De fractie van Gemeenschapsbelang gaat akkoord met het voorstel en wil daarbij opmerken dat ervoor gewaakt moet worden dat er in het gehele centrum niet bouwwerken ontstaan met drie bouwlagen. De heer Geuze vindt het een degelijk rapport. De VVD-fractie is blij met dit rapport en stelt alleen de vraag of een bepaalde flexibiliteit ingebouwd kan worden. Het is namelijk bekend dat de planologische maatregelen in beginsel een te lange werkingsduur van tien jaar hebben. Ten tweede vraagt spreker zich af welke belemmeringen men kan ondervinden bij de temporisering gegeven de financiële situatie, maar wellicht komt dat in een ander verband wel aan de orde. De heer van der Hilst is wat minder enthousiast over het rapport. Enerzijds vindt de PvdA-fractie het wel goed dat zoiets eens goed wordt geïnventariseerd maar anderzijds de resultaten bekijkend kan men niet anders dan enigszins teleurgesteld zijn over wat er nu eigenlijk precies uitkomt. Volkomen in strijd met wat men in het rapport leest, worden er toch weer bepaalde winkels geopend terwijl er volgens het rapport geen enkele behoefte aan bestaat. Zo gaat dit verder. De aanbevolen projecten lezend, heeft de PvdA-fractie min of meer overal ernstige bezwaren. Bijvoorbeeld dat aan de noordwand van de Markt een permanente bebouwing moet komen terwijl daar kortelings een permanent tijdelijk parkeerterrein van f. 125.000,— is aangelegd. Kortom, bij heel veel zaken die door het rapport naar voren worden gebracht zet de PvdA-fractie grote vraagtekens. Helaas moet hij dan constateren dat de PvdA-fractie niet veel met de-uitslagen van het DPO-onderzoek kan. De voorzitter denkt dat het DPO-onderzoek een doorkijk is van hoe men een centrum kan ontwikkelen op korte en op langere termijn. Men ziet veel maatschappelijke veranderingen en daarnaast ook verkeers- en vervoersstromen en economisch gedrag. Het is goed om dit integraal in kaart te brengen, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat, hetgeen in het DPO staat, pas geleidelijk aan zal ontstaan. Hoe ziet Prinsenbeek er op de langere termijn uit? De volgende stap is een bestemmingsplan Centrum te ontwerpen en dat is het ruimtelijke ordenings-sturingskader en het beleidskader dat in de gemeenteraad besproken zal worden. Op dat moment zal er uitgebreid weer op deze zaak worden teruggekomen. In het DPO staat centraal dat het belangrijk is dat Prinsenbeek een attractief centrum krijgt. Er zijn teveel aanloopstraten en het hart van het centrum moet meer gaan tikken. De kern van de conclusie van het DPO is om te pleiten voor een schakel tussen de aanloopstraten, zoals die er in het dorp zijn, en de economische functie van de Markt. Daarnaast moet onderkend worden dat, als men nu overgaat tot wijziging van het bestemmingsplan, de provincie als eis stelt dat er een DPO-onderzoek moet zijn. Dat is er nu en in het DPO wordt ook onderkend dat men niet eindeloos de vierkante meters winkeloppervlakte kan en mag uitbreiden. De provincie houdt dat tegen. Men moet dan keuzes maken die op een bepaalde filosofie zijn gebaseerd en niet op een willekeur. Daarom stelt het DPO voor om de aanloopstraten op hetzelfde niveau te houden en de schaarse vierkante meters voor uitbreiding te gebruiken met name voor het centrum. Op deze manier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 82