- 8 - volgens haar niet zo dat vrijwel iedereen kiest voor het Prinsenbeekse model. Er wordt gezegd dat de vragen in de commissie hadden moeten worden gesteld. Die zijn daar gesteld. Op dat moment werd echter het Prinsenbeekse model zo sterk naar voren gebracht en de Bestuursvariant (model A) zo afge kraakt, dat ze nog gezegd heeft dat er eigenlijk naar iedere Bestuurs- academie zou moeten worden gegaan om voor te stellen dat model uit het boekje te schrappen. Bij interruptie benadrukt mevrouw Overboom geen direct antwoord van de wethouder te verwachten, maar slechts alle punten nog even te hebben willen noemen, omdat er vraagtekens blijven bestaan bij dit model. Haar fractie gaat akkoord met de Prinsenbeekse variant en kiest voor dezelfde formulering als die van het G.O., dus als werkmodel. Ze wil verder wel nauw betrokken worden bij de verdere uitwerking. Verder wil ze nog even reageren op een opmerking van de wethouder als zou het maar een model zijn, omdat de mandatering, e.d. allemaal nog moet komen. Daar moet volgens haar wel kritisch naar gekeken worden, omdat het een wezenlijk aspect is van het model dat gekozen wordt. Wethouder van Geel zegt bedoeld hebben te zeggen dat, als er nu gekozen wordt voor mandateren, die mandatering dan in een later stadium zal worden uitgewerkt Mevrouw Overboom vraagt of het een wezenlijk onderdeel is. Wethouder van Geel vindt dit een noodzakelijke voorwaarde. Hij acht het onmogelijk dat een gemeentesecretaris daadwerkelijk zelfstandig alle taken alleen kan uitvoeren. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de verantwoorde lijkheden/bevoegdheden gemandateerd en gedelegeerd worden. De heer Schreiner zegt dat de uitleg van wethouder van Geel zijn eerder ingenomen standpunt bevestigt. Op zijn vraag omtrent het financiële aspect had hij een antwoord verwacht van de wethouder van financiën. De heer van der Hilst wil nog even de procedure aanhalen. Op 16 november werden tijdens de werkconferentie een paar modellen gepresenteerd. Nadat er één model was afgevallen bleven nog de twee modellen A en B over: het bestuursdienstmodel en het functionele model. Het college heeft toen niet gezegd dat deze twee modellen onbespreekbaar waren of dat er een ander model zou komen. De adviseur heeft doorgewerkt en op 13 december is hij op grond van inventarisatie, gesprekken, werkconferenties, enz. tot zijn advies gekomen om te kiezen voor het als voorkeursrichting in de ontwerpfase in ontwikkeling te brengen model A: het bestuursdienstmodel te kiezen. Wellicht is er een verkeerd bureau in de arm genomen, als er van te voren wordt gezegd: "dat kan die adviseur nu wel schrijven, maar dat doen we niet." Dan had hij liever gezien dat er op 16 november tegen de adviseur was gezegd, dat hij kan adviseren wat hij wil, maar dat het college kiest voor een centrale rol van de gemeentesecretaris. Dit heeft het college niet gedaan. Op 15 december is dit ook niet gebeurd door de ambtenaren. Deze moeten het idee hebben gehad dat ze er voor "spek en bonen" bij hebben gezeten. Het college had immers al gekozen. Hij zou graag willen weten wanneer er een centrale rol voor de gemeentesecretaris werd gekozen. Als het college dit eerder had gezegd zou er niet voor niets avonden met elkaar zijn gesproken. Terugkomend op 16 december zegt hij dat de fracties waren uitgenodigd. De fracties van Gemeenschapsbelang en CDA waren toen afwezig. De fractie voorzitter van de VVD koos aanvankelijk voor het functionele model. Pas later toen het Prinsenbeekse model op tafel kwam heeft hij zich daarachter geschaard. Spreker heeft zich van meet af aan achter het bestuursdienst model geschaard. Desondanks is het voor hem geen halszaak en principiële kwestie. Het is immers veel belangrijker hoe men dit gaat uitwerken. Het is er echter niet helderder op geworden. Het bestuursdienstmodel is voor zijn fractie helder. Er waren twee sectoren en twee stafafdelingen. Nu krijgt men een derde cluster die er half boven hangt. De rol van afdeling financiën is daarin onduidelijk. Die krijgt nu een vaste adviseursfunctie in het manage mentteam. Financiën is dus opgewaardeerd. Ze blijft verder een afdeling binnen de hele sector. Desondanks wil zijn fractie constructief meedenken, maar het college had wel wat duidelijker moeten zijn. De heer Geuze zegt dat zijn fractie enkele uitgangspunten heeft. Eén daarvan is globaal besturen. Als men plannen heeft dan moeten er keuze-mogelijkheden zijn en kostenindicatiesVoor meningsverschillen en technische informatie e.d, zijn er juist de commissies. In tegenspraak met wat de heer van der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 8