Mevrouw Verkooiien zegt dat er gevraagd wordt om f. 15.000,-- voor het uitvoeren van een haalbaar
heidsonderzoek voor de verbouw/nieuwbouw van de gemeentelijke accommodaties. In het voorstel staat
vermeld dat er ook bij de programma-afspraken, die naderhand ook het collegeprogramma zijn
geworden, nogal zwaar aan dit voorstel wordt getild. Haar fractie is dan ook voor het voorgestelde
onderzoek en wacht het rapport af.
Mevrouw van Hoek zegt dat haar fractie al meerdere malen om een dergelijk onderzoek heeft gevraagd
en men is daarom ook blij met dit voorstel. Zij heeft dezelfde twijfels als de andere fracties over de
f. 15.000,--. Er wordt gebruik gemaakt van materiaal dat in het gemeentehuis aanwezig is. Haar fractie
gaat er dan ook vanuit dat het binnen dit bedrag kan, want het college handhaaft het bedrag. Naar
aanleiding van de tijdslimiet merkt zij op het wenselijk te vinden het onderzoek voor 1 december 1994
plaats te laten vinden, omdat dan het toekomstig beleid ten aanzien van de welzijnsaccommodaties nog
binnen deze raadsperiode gestalte zou kunnen krijgen. Er is al eens eerder een onderzoek gedaan en als
dan de beslissing daarover over een raadsperiode heen getild wordt, dan gebeurt er vaak weer niets mee.
De voorzitter vindt het plezierig dat de raad positief staat ten opzichte van het voornemen en constateert,
dat het realiseren van nieuwe overheidsgebouwen en gebouwen in algemene zin een steeds specifiekere
discipline wordt. Bouwmanagement kan wel gepretendeerd worden, maar spreker ziet - zelfs al met
externe begeleiders - dat het hier en daar verkeerd gaat. Het is in ieder geval noodzakelijk dat er een
gespecialiseerd bureau aangetrokken wordt. Er is al enige ervaring met een bureau uit Utrecht dat ook in
dit stadium al ingeschakeld is bij het verrichten van onderzoek naar de stand van zaken ten aanzien van*
het gemeentehuis. Over het rapport is nog geen bestuursstandpunt ingenomen, omdat het niet wenselijk
lijkt om in een situatie waarin de gemeentelijke zelfstandigheid bijna zeker maar nog niet helemaal zeker
is, daar nu voorstellen over voor te leggen. Dat rapport spreekt het college qua methodiek en aanpak
zeer aan en het was destijds een krediet van gelijke omvang. Spreker denkt dat er in Prinsenbeek al
geruime tijd gesproken wordt over een aantal gebrekkige overheidsgebouwen. Aan elk gebouw moet wel
wat gebeuren. Op basis daarvan is een eerste oriënterend gesprek gevoerd met een bureau om die zaak in
kaart te brengen. Dat bureau spreekt over het sleutelwoord integreren, omdat dat een aantal vaste kosten
kan drukken zoals bijvoorbeeld het aantal beheerders. Er zijn vijf gebouwen met aparte beheerders,
electriciteitsrekeningen etc. Dit vond het bureau een belangrijk uitgangspunt. Er is al een aantal
rapportages waarvan gebruik gemaakt kan worden. F. 15.000,-- is inderdaad een relatief gering bedrag,
maar dit bedrag is gebaseerd op een eerste indicatie van één bureau. De raad hecht er aan dat met
meerdere bureaus gesproken wordt. Dit is nog niet verder uitgewerkt. Het is wenselijk te voorkomen,
waar de heer Poels op doelde, dat er later nog een keer wordt teruggekomen op het krediet. Voordat er
een overeenkomst wordt getekend met een bureau, dient kristalhelder te zijn dat er het beoogde rapport
komt wat voldoende is om een volgende stap te kunnen zetten. Dat is dan het raadsbesluit om concreet te
gaan verbouwen. Het college heeft de zaak open op tafel gelegd en heeft het bureau geen richtinggeven
de signalen meegegeven. De financiële richtsnoer zal, omdat er de afgelopen jaren toch al weinig is f
gereserveerd voor die gebouwen, als een belangrijk uitgangspunt worden gehanteerd. De raad zal
tenslotte de conclusies moeten trekken. Als men ook in andere gemeenten kijkt dan is het opzetten van
een zwembad zeker financieel gezien geen sinecure. Op grond daarvan is dat niet meegenomen in de
opdracht. Als de raad dat wel zou willen dan ontstaat er een totale nieuwe situatie. Er wordt inderdaad
naar gestreefd om op 1 december a.s. een rapport te hebben. Hij stelt voor het rapport naar de raad te
sturen als daarover een standpunt is ingenomen. Het standpunt zal in belangrijke mate worden bepaald
door wethouder Oomen als het gaat om financiën. Als het college hier twee maanden de tijd voor kan
nemen dan kan mogelijk in januarivergadering van de raad een voorstel worden gedaan. De trein wordt
nu in beweging gezet.
Mevrouw Dicou wil, gezien deze toelichting en ook hetgeen in de commissievergaderingen reeds is
gezegd, niet tegen het krediet te stemmen. Maar haar fractie blijft toch sceptisch staan ten aanzien van
het krediet, gezien de uitkomsten die men van zo'n beperkt onderzoek mag verwachten. Ook gezien de
noodzaak om snel tot passende welzijnsvoorzieningen te komen, wil haar fractie dit krediet niet tegen
houden. Het heeft allemaal al te lang geduurd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
