- 9 -
Hilst zegt, is volgens mevrouw van Hoek het bestuursdienstmodel ook werkbaar
met de secretaris als primus inter pares. Daar draait het nu juist om.
Namens zijn fractie heeft hij van begin af aan gezegd niet gelukkig te zijn
met noch het bestuursdienstmodel noch het functioneel model, gegeven het
inwonertal van de gemeente en nog enkele punten, zoals bijvoorbeeld het
parttime wethouderschap. Dit niet ten nadele van betrokken. Volgens hem moet
er één man op de "bok" zitten en dat is de gemeentesecretaris.
Wel zijn voor hem de kostenconsequenties belangrijk waarnaar hij bewust niet
in aanwezigheid van de extern adviseur gevraagd heeft. Hij heeft er wel naar
geïnformeerd. In bestuurlijke zin heeft hij dit wel in de gemeenschappelijke
vergadering aan de orde gesteld, maar er is echter nog steeds geen bevredi
gend antwoord ontvangen. Erger nog, het geeft een stuk onvrede. De heer
Schreiner deelde mede blij te zijn dat er nu geen kostenplaatje is. Spreker
vraagt zich af hoe je dit de kiezers moet vertellen.
Volgens wethouder van Geel doet de heer van de Hilst het voorkomen alsof het
college in het voorjaar van 1993 een besluit heeft genomen over het kiezen
van een bepaald model. Daarna een te manipuleren organisatie-adviseur heeft
aangetrokken, om die voor karretje van het college te spannen.
Bij interruptie zegt de heer van der Hilst dat zijn opmerking dan verkeerd
overgekomen is, en dus door de wethouder verkeerd begrepen. Hij wil alleen
maar weten wanneer en waarom het college gekozen heeft voor model C, omdat
de wethouder heeft gezegd, dat het college heeft gekozen voor het Prinsen-
beekse model. Op de avond van 16 december bleek duidelijk dat het college
hiervoor gekozen had, terwijl de adviseur model A, dus het bestuursdienstmo
del, adviseerde.
Bij interruptie zegt wethouder van Geel dat het onmogelijk is over deze zaak
te beraadslagen als het college geen keuze had gemaakt. Er moet toch een
voorstel aan de raad gedaan worden. Dat voorstel is het standpunt van het
college. Die deze keuze is niet gemaakt in de maand november of eerder maar
op het laatste moment, nadat de werkconferenties, e.d. achter de rug waren.
Het college heeft van het begin af aan het standpunt gehad dat er een
deskundige nodig is, teneinde de voor- en nadelen van al de modellen goed te
analyseren. Als alles in kaart gebracht is ontstaat er voor het college en
ook voor alle anderen die daaraan meewerken en nadat er ook afzonderlijk en
gezamenlijk op gestudeerd is, een beeld van wat het beste zou passen in de
Prinsenbeekse situatie. Het college is geruime tijd bezig geweest om tot een
goed afgewogen keuze te komen. Hij is blij nu te kunnen constateren dat alle
fracties van de gemeenteraad zich scharen achter het Prinsenbeekse model.
Hij vindt het goed dat daarover nu een besluit genomen wordt. Dat is ook in
het GO naar voren gebracht, omdat een reorganisatie altijd onrust en
onzekerheden met zich meebrengt. Ondanks dat alles weloverwogen wordt gedaan
met inspraak van alle betrokkenen moeten er toch besluiten worden genomen.
Als die uitgesteld blijven worden levert dit geen extra helderheid op, maar
extra onduidelijkheid. Hij zegt toe dat bij de uitwerking van dit model ook
alle kaders zullen worden betrokken die daarbij gewenst zijn. De gemeente
raad zal daar ook bij betrokken worden zodat die ook zijn oordeel kan
vellen
Wethouder Oomen geeft toe dat de heer Schreiner in de commissie financiën
een opmerking heeft gemaakt. Het restantkrediet is per 1 februari
f. 12.000,--. Als de adviseur alles doet wat hij van plan is te doen, de
zogenaamde ontwerpfase, dan dreigt er een tekort. Het college moet een
besluit nemen wat de adviseur in het vervolgtraject mag en nog zal doen.
Alles is wel iets duurder geworden, omdat er een maand meer ruimte is
genomen om een draagvlak te creëren. Er heeft een extra sessie plaatsgevon
den, waarover de voorzitter ook nog iets kan zeggen.
De heer van der Hilst wijst er bij interruptie op dat voor wat betreft het
punt financiën de heer Geuze een en ander wel wat uit zijn verband getrokken
heeft en verwijst daarbij naar de stellingname van de fractie van Gemeen
schapsbelang, zoals die door de heer Schreiner verwoord is. Het belangrijk
ste is het bestuur van ons dorp. Daar heeft zijn fractie zich op toegelegd.
Misschien zal het t.z.t. wat financiële aanpassing verdienen. Essentieel
voor Prinsenbeek is dat het een goed geleid bestuur heeft. Dat is de keuze
en het doel van de opmerking van de heer Schreiner geweest
Bij interruptie zegt de heer Geuze dat de heer Schreiner een goede advocaat
heeft, maar dat hij er niets van gelooft.