Dan krijg je een hele discussie en niemand weet eigenlijk wat willen we nu eigenlijk in Prinsenbeek of
wat wil de meerderheid in Prinsenbeek, want daar komt het dus uit. Ik heb u dus duidelijk gezegd dat
het CDA voor verruiming is van het minimabeleid. En u noemt in uw stuk verschillende punten waarop
je dat zou kunnen doen en die zijn ook nu al reeds - en dat wil ik toch tegen Gemeenschapsbelang en de
VVD zeggen - wettelijk mogelijk. Er is een mogelijkheid die nog niet wettelijk mogelijk is, maar je kunt
natuurlijk eens een beetje durf tonen, daar gaan we ook niet dood van in Prinsenbeek, maar goed, in
ieder geval, de wettelijke mogelijkheden kunnen zeker met een financieel plaatje toch naar ons toekomen.
Ook de andere mogelijkheden die dan nog niet wettelijk mogelijk zijn.'
Bij interruptie merkt mevrouw Dicou op: 'wettelijke mogelijkheden hoeven wij niet altijd te volgen.'
Mevrouw van Hoek reageert daarop door te zeggen: 'Dat heb ik ook niet gezegd; ik zou het niet durven
tegenover de VVD, want dan lees ik 'Modern Prinsenbeek' niet volgende week. Maar goed, ik heb u
gevraagd naar het financiële plaatje en dat is ook waarop ik nu geen antwoord heb gekregen. U zegt
hetzelfde eigenlijk als ik: van er zijn mogelijkheden maar die moeten we eerst onderzoeken. Ja, ik wil
graag die financiële plaatjes daaraan en naar aanleiding daarvan wil ik kijken of het mogelijk is.'
De heer van Geel zegt: 'Ik heb gesteld, dat als u overweegt om verruiming van een aantal zaken in te
voeren, dan moet u zich ervan bewust zijn dat dat stijging van tarieven voor andere inwoners tot gevolg
heeft. En als de meerderheid van uw raad zegt "die consequentie accepteren we", dan is het zinvol om
die rekenexercitie door te voeren en te zeggen "voor dat stijgen de tarieven zoveel."
Mevrouw van Hoek zegt: 'Nee, u gaat er al vanuit dat dat natuurlijk niet binnen de financiële mogelijk
heden kan. U weet helemaal niet wat de nieuwe bijstandswet oplevert. Dat is wel een bezuinigingsopera
tie, maar vooralsnog blijft het een 90 10 - verdeling. Tien procent moet de gemeente zelf doen en
negentig procent kan nog naar de rijksoverheid. Na drie jaar verandert dat pas, dus ik denk dat als je in
die drie jaar ook duidelijk laat zien dat je geld nodig hebt, dat je dan eerder kans maakt op een
aannemelijk budget wat je nodig hebt voor je burgers, of als je eigenlijk drie jaar maar op je lauweren
rust dan krijg je denk ik dat budget ook niet. Ik wil dus heel graag, ook binnen de bijzondere bijstand,
het is hier vanavond al een paar maal aan de orde geweest, er zijn nog steeds gelden over, misschien
kunnen die dus dan structureel iets anders gebruikt worden. Het zijn allemaal opties alleen maar die ik
hier zeg. Ik wil dus graag het financiële plaatje van de verruiming van het minimabeleid. En dat wil de
CDA-fractie dus heel graag voor de politieke beschouwingen, want als daar financiële consequenties
aanzitten - wat u dus zegt -, misschien belastingen verhogen of weet ik wat allemaal meer, dan willen wij
tot goede afweging komen voor de politieke beschouwingen. En vandaar dus mijn verzoek om dus met
die nota te komen en dat heel graag in samenhang met de nieuwe bijstandswet, waarvoor we toch een
verordening op moeten stellen binnenkort denk ik. En in samenhang met de bijzondere bijstand. Ik denk
dat dat voor het beleid en voor de afwikkeling van de financiën heel goed is. En dat is waar ik op
vertrouw, dat wij die krijgen.'
De heer Braspenning zegt, dat zijn fractie blijft bij haar standpunt achter de 'nota minimabeleid' te
blijven staan. Zijn fractie is echter wel genegen steun te verlenen aan het doen van een onderzoek naar
de mogelijkheden die zouden kunnen leiden tot een verruiming van het minimabeleid, aangevuld met een
financiële onderbouwing, op grond waarvan zijn fractie tijdens de komende algemene beschouwingen
goed beslagen ten ijs kan komen.
Mevrouw Dicou deelt mede, dat ook haar fractie het eerder ingenomen standpunt handhaaft, inhoudende
dat zij achter de nota van het college blijft staan. Haar fractie wenst echter ook graag duidelijkheid te
verkrijgen over wat financieel bezien mogelijk is en wat niet en welke ruimte aanwezig is. Spreekster is
van mening dat een ontwerp-voorstel daarover van het college moet komen en niet dat een aantal zaken
vanuit de raad naar voren gebracht moet worden. Wel wenst zij nog graag te vernemen of de commissie
sociale zekerheid nog geraadpleegd wordt over een eventueel ontwerp-voorstel van het college van B
W.
De heer van Geel antwoordt, dat de commissie sociale zekerheid vanzelf betrokken zal worden bij het
ontwikkelen van het beleid. Zulks gebeurt altijd. Overigens - zo zegt hij - heeft hij thans duidelijk
begrepen dat het college huiswerk opgedragen heeft gekregen van de raad. Te zijner tijd, en naar hij
aanneemt zal dat tegen de tijd van de algemene beschouwingen zijn - ofschoon hij daarover geen
waterdichte uitspraken wenst te doen omdat hij op dit moment nog niet kan overzien of daar al dan niet
veel werk mee gemoeid is - zal er een onderzoek komen naar de financiële gevolgen van een ruimer
beleid.