van de Arbeid in de uitgave van 'Modern Prinsenbeek' van vorige week, waarin deze stelt: "tja, soms ben je toch beter af als je in Breda zou wonen." Voor wat betreft de welzijnsgebouwen, mijnheer de voorzitter, neemt u in de Kadernota een bedrag op van f. 5.000.000,-- en u stelt dat, indien deze kosten hoger uitvallen, de O.Z.B. omhoog zal moeten. Gemeenschapsbelang is het daarmee niet eens. Door besparing op de exploitatielasten, zoals personeel, energie en beheerskosten, kunnen deze bedragen verkapitaliseerd worden, zodat eventuele meerkosten niet verhaald behoeven te worden op onze inwoners door verhoging van de O.Z.B. Gemeenschapsbelang is voor deze manier van financieren, als de kosten voor een nieuwe welzijnsaccommodatie hoger uitvallen dan het genoemde bedrag in deze Kadernota. Tot zover in eerste termijn, mijnheer de voorzitter. Ik dank u wel.' Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Geuze die namens de VVD-fractie het volgende verwoordt: 'Wij willen proberen - en dat kost ons in het algemeen niet zoveel moeite - ons te beperken tot de hoofdlijnen. En dan, mijnheer de voorzitter, willen wij eens beginnen met instemmend naar dit stuk te kijken. Instemmend, omdat een Kadernota zoals die voorligt nuttig is. Nuttig, om de daarin aangegeven redenen; je gaat je portemonnaie nakijken over het jaar dat loopt en je gaat kijken wat je volgend jaar wilt doen, maar ook wat je kunt doen. Wij hadden die Kadernota liever eerder gehad in het jaar, dat hebben wij vorig jaar ook al bepleit. In de commissie heeft de portefeuillehouder al gezegd dat dit moeilijk is vanwege het toch krap bemeten ambtelijk apparaat en al doen ze nog zo hun best. Maar wij spreken daar bestuurders op aan, dat doen we dus nog een keer. De inhoud van de Kadernota hebben wij, zeker met een stuk als dit, extra kritisch bezien en wij hebben dat getoetst aan onze uitgangspunten en aan het verkiezingsprogramma van de VVD Prinsenbeek. En daarbij zijn wij opnieuw tot de conclusie gekomen, dat de financiële vertaling van het alhier gevoerde beleid - zo staat het er tenminste - door de bestaande coalitie, niet onze instemming heeft. En dat spitst zich vooral toe op de ook nu weer naar voren gebrachte voornemens, om opnieuw over te gaan tot extra verhoging van plaatselijke belastingen en heffingen. En de reden is gemakkelijk te achterhalen. Het college heeft ook dit jaar nagelaten, op grond van prioriteitenstelling, keuzes te maken in de uitgaven- sfeer. En dan sla ik pagina twaalf van de nota op, waar onder de noemer 7.1. staat: "verlaging van uitgavenbudgetten voor bestaand beleid." Dat stond er vorig jaar ook en het jaar daarvoor ook. De inhoud van dit hoofdje is: "dit zal goed overwogen moeten gebeuren omdat dit gevolgen heeft voor de uitvoering van zaken die uit de budgetten moeten worden bekostigd." Dat is natuurlijk een dooddoener als er verder niets achteraan komt. Het is een nietszeggende uitspraak, nu en vorige keren. Op wat door anderen in eerste termijn ten aanzien van een aantal facetten die nu aan de orde zijn is genoemd, wil ik in tweede termijn nog terug komen. Dat maakt het ook gezelliger, dan kun je elkaar interrumperen. Enkele punten in de hoofdlijn van dit verhaal. Er is dus terecht een paragraaf gewijd aan de herziening van de uitkering uit het gemeentefonds. Daarover is veel te doen geweest en het heeft voor onze gemeente nadelige consequenties, althans wij krijgen minder geld. Dan moet ik daar toch in eerste termijn op reageren; wij vinden het een bestuurlijk monstrum om een werkgroep in te stellen. Wij dachten dat we een college van B W hadden dat belast is met de voorbereiding en de uitvoering van gemeenteraadsbesluiten. Maar ja, als je het zelf niet weet, dan moet je misschien wel met zulke voorstellen komen. Het definitieve voorstel, de definitieve Kadernota, is, behalve dan die paragraaf over de uitkering gemeentefonds, woordelijk gelijk aan de adviesaanvrage die in de commissie financiën is behandeld. En in die commissie financiën zijn diverse vragen gesteld en suggesties gedaan, maar net als vorige jaren vind je dus in dit stuk daarvan niets terug. Bijvoorbeeld, er is een toezegging gedaan in de commissie financiën, of door middel van een hogere reservering het verschil verkleind zou kunnen worden in verband met die uitkering gemeentefonds. Er is ook gesproken - maar die suggestie hebben wij niet gedaan - om die 7,25% te verhogen O.Z.B., en dat werkt dan ook nog een keer cumulatief, dus de rekensom van de heer Schreiner klopt niet zo erg vinden wij, om dat eerder te laten ingaan en dan staat er: toegezegd dat dit zal worden nagegaan. Mijn vraag is, mijnheer de voorzitter, moeten wij op die beantwoording en ook op beantwoording van andere vragen of suggesties, wachten tot de begroting 1996 verschijnt? Als dat zo is, dan vragen wij ons af, welke zin heeft dan de behandeling van een Kadernota hier en nu? Wij hebben al eerder laten weten dat wij voorstander zijn van kostendekkende afvalver werking. In zijn algemeenheid zijn wij op basis van het profijtbeginsel voor dekking door tarieven van diensten die verleend worden van gemeentewege. En bedenkingen die van andere zijde wel naar voren zijn gebracht, omdat er altijd mensen zijn die het moeilijk kunnen betalen, dat zijn de uitzonderingen waarvoor naar onze mening andere middelen zijn om daaraan tegemoet te komen. Wat die kosten van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 116