- 14 - afvalverwerking betreft; er wordt veel afval ter verwerking aangeboden in onze gemeente. Wij staan nogal kritisch, gegeven het karakter van Prinsenbeek, tegenover te beperkende maatregelen ten aanzien van het afvalstoffendepot. In zekere zin roept het ergernis op als je rond Pasen, maar nu ook rond Pinksteren, ziet, wanneer mensen vrije dagen hebben, dat er niet net als in winkelbedrijven, dit dienstverlenende depot voor onze burgers niet open is, maar gesloten. Wij hebben dat al eerder laten merken en in dit kader brengen we dit ook naar voren, en wij zijn dus, om te voorkomen dat allerlei afval in sloten verdwijnt of op andere plaatsen waar het niet gewenst is, zeer gereserveerd over te rigou reuze maatregelen - beperkende maatregelen - ten aanzien van aldaar te treffen. Wij vinden, en dat hebben we laten blijken in 'Modern Prinsenbeek' via onze wekelijkse publikatie - die door de heer Schreiner waarschijnlijk ook niet gelezen is -, dat er een einde moet komen aan de steeds sterker wordende stijgingen van de plaatselijke belastingdruk. Alom rijzen bedragen steeds meer de pan uit en wij zijn zo optimistisch dat we vinden dat Prinsenbeek daar een gunstige uitzondering op kan vormen. Dat kan, door de plaatselijke belastingen niet onnodig en zeker niet nog eens extra te verhogen. Ik heb in het verkiezingsprogramma van het CDA vandaag nog eens gelezen, dat in principe die belastingverhogin gen parallel zouden moeten lopen met de inflatie. Ik denk niet dat het zo werkt. We hebben maar een beperkt aantal plaatselijke belastingen en natuurlijk een heleboel kostenposten. Wat natuurlijk niet afdoet aan onze opvatting om daar de stofkam door te halen. Het maken van keuzes bij het doen van uitgaven, is een voorwaarde om te bereiken dat de plaatselijke belastingen niet steeds sterker blijven stijgen. Dat kan, en dat moet je ook doen, zonder dat je in redelijkheid kunt zeggen dat er een aanvechtbare aantasting plaats heeft van het plaatselijk verzorgingsniveau. Dan heb ik nog iets. Op pagina 13 van de Kadernota lees ik dat de reinigingsdienst weer kostendekkend kan worden gemaakt. Nou, u hoort al, daar zijn we het mee eens, maar daar is nog een vervolg bij, want de 9% verhoging - f. 28,-- per aansluiting - levert een inkomsten op van een dikke ton en dat is f. 53.000,— méér dan nodig is. En dan staat erbij: "dit bedrag kan worden ingezet voor extra nieuw beleid". En dan vragen wij ons af, extra nieuw beleid, hoe kan dat, tegen de door ons geschetste achtergrond, namelijk, dat je door de beperkingen die we hebben gekregen, die vrij forse verlaging van de uitkering uit het gemeentefonds, toch ook wat moet doen aan het zetten van de tering naar de nering. Misschien met de bedoeling de van ons te verwachten tegenwind, mijnheer de voorzitter, al uit de zeilen te nemen, vervolgt het college aan het slot van de nota dat, mochten er bij de voorbereiding van de begroting nog meer tegenvallers opdoemen, dan zal dat op de eerste plaats moeten worden bestreden uit die f. 53.000,— die over zijn, maar als dat niet voldoende zal zijn - en dan gaat het toch wat te makkelijk af, niet alleen bij mij maar ook bij onze fractie en velen die onze gedachten steunen - dan gaat het gemakkelijk af om dan weer maar te schrijven: "of dat zal dan moeten worden verhaald door middel van extra verhogingen van de belastingen"; en dat is natuurlijk verhalen op de burgers. Het slot van die zojuist aangehaalde zin, mijnheer de voorzitter, geeft in wezen een strekking aan die uit deze nota blijkt; een strekking die wij niet kunnen delen. Daarom zullen wij maar afwachten wat de begroting 1996 ons straks brengt. En eigenlijk waren wij ook van plan om dat maar te doen ten aanzien van de investerings ramingen, maar een paar punten moeten mij daarover toch uit de mond. Bij dit stuk is ook gevoegd een nieuwe "staat fondsen en reserves en meerjarenramingen". Te gemakkelijk hebben daar jarenlang bedragen op gestaan. Dan denk ik aan de welzijnsgebouwen waarvan wij al eens gevraagd hebben: "zijn die wel goed?" Nu verschijnt er voor die welzijnsgebouwen ineens een bedrag van f. 5.000.000,—; er zijn al kritische opmerkingen over gemaakt. Wij hebben er weinig behoefte aan om daarover nu te gaan discussiëren maar doen dat liever nadat daarover eindelijk wat meer klaarheid is. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de herinrichting van het centrum, waar in een stuk dat ons bereikt heeft ook al over de mogelijkheid van extra belastingverhoging wordt gesproken. En dan tenslotte, wij hebben van het begin af gestemd tegen de invoering van de rioolbelasting en tegen elke verhoging daarvan, omdat niemand ons duidelijk heeft kunnen maken dat met name die bergbezinkbassins er zouden moeten komen. Bergbezinkbassins waarvoor overigens ook nog alternatieven mogelijk zijn en je vraagt je dan af - ik wil dat hier in deze openbare raadsvergadering ook wel zeggen - waarom dat soort dingen, laat ik het maar netjes formuleren, nodig is. De aarde bestaat al heel, heel lang; de bebouwingsdichtheid is weliswaar toegenomen, maar moeten wij nu overal bergbezinkbassins maken om als het eens een keer heel hard regent en onweert, dat allemaal tijdelijk te kunnen opvangen? En het kost zoveel geld; daar is kennelijk onvoldoende begrip voor. Wij zijn niet voor dit, voor ons wat doordrammerig overkomend, gedoe. Ik wil besluiten, mijnheer de voorzitter, met dus in eerste termijn al te concluderen dat wij - en dat doe ik ten aanzien van de besluitvorming straks - geacht willen worden tegen de strekking van deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 117