Na dertig minuten heropent de voorzitter de vergadering en stelt het volgende agendapunt aan de orde.
9. Voorstel tot vaststelling van de kostprijsberekening en de verkoopprijzen van bouwgrond voor
het bestemmingsplan Heikantsestraat-Dennenweg.
Namens de fractie van het CDA deelt mevrouw Hoelen mede, akkoord te gaan met de kostprijsbereke
ning. Voor zover haar fractie dat heeft kunnen beoordelen, is de kostprijsberekening correct uitgevoerd.
Voor wat betreft de voorgestelde verkoopprijzen, zou haar fractie daarin toch nog graag een wijziging
aangebracht zien. Na de commissievergadering heeft haar fractie zich over dit punt nog eens nader
beraden, met als resultaat dat zij zich aansluit bij het standpunt dat de fractie Gemeenschapsbelang in de
commissie financiën heeft ingenomen, namelijk dat de prijs van vrijstaande woningen en semi-bunga-
lows/bungalows gelijk moet zijn, zijnde per vierkante meter f. 270,25. Haar fractie zijn geen argumenten
bekend die het prijsverschil rechtvaardigen. Ook wil haar fractie, voor wat betreft de half-vr ij staande
woningen, één lijn trekken en geen verschil maken tussen een normale ligging en een betere ligging en
derhalve de grondprijs voor een dergelijke woning vaststellen op f. 235,— per vierkante meter. Daarom
dient haar fractie ten aanzien van de verkoopprijzen een verderstrekkend voorstel in, inhoudende dat de
verkoopprijs voor half-vrijstaande woningen wordt vastgesteld op f. 235,— per m2 en de verkoopprijs
voor vrijstaande woningen c.q. semi-bungalows en bungalows op f. 270,25 per m2.
Daarnaast heeft haar fractie nog een vraag aan het college. Bij de vaststelling van de prijs voor
bouwgrond in het bestemmingsplan 'de Rijt' is ook een prijs vastgesteld voor gronden bestemd voor
openbare en bijzondere bebouwing. Dat is nu niet gebeurd. Hoeft dat niet? In het thans voorliggende
plan, is in een dergelijke bestemming niet, althans nog niet, voorzien. Wellicht dat het toch verstandig
is, om voor een dergelijke voorziening alsnog een prijs vast te stellen.
De heer Schreiner deelt mede, dat de fractie van Gemeenschapsbelang voor de grondprijs ten behoeve
van vrijstaande woningen en semi-bungalows/bungalows, kiest voor één prijs. Ditzelfde standpunt geldt
ten aanzien van de verkoopprijs voor half-vrijstaande woningen. Met deze opstelling handhaaft zijn
fractie het eerder ingenomen standpunt tijdens de commissievergadering financiën.
De heer Geuze zegt, dat zijn fractie zich bij deze gedachtengang
kan aansluiten.
De heer van der Hilst zegt, akkoord te gaan met het voorstel en het eveneens eens te zijn met het
voorstel zoals verwoord door mevrouw Hoelen. Het is de eerste maal dat in een kostprijsberekening
verschil wordt gemaakt tussen normale ligging en betere ligging. Zijn fractie vindt het juister, om
daarvoor één prijs te hanteren en dat onderscheid niet in te voeren.
Nog even iets over het kostendekkend zijn van het plan. Zoals het nu berekend is, is dat kostendekkend.
Zijn fractie hoopt, dat er goed is begroot en verwijst in dat verband naar plan 'de Rijt-Noord', toen men
dacht dat er goed begroot was en aan het einde van de rit de laatste drie kopers van een perceel de dupe
werden van het verkeerd begroten en van het, als gevolg daarvan, niet kostendekkend zijn van dat plan.
Deze kopers werden plotseling geconfronteerd met een koopprijs die hoger was dan de oorspronkelijk
vastgestelde prijs. Zijn vraag aan de portefeuillehouder luidt dan ook, of deze kan garanderen dat deze
prijzen zo blijven of dat de laatste bewoners in dit plan eveneens het risico lopen, als mocht blijken dat
het plan wederom niet kostendekkend is, weer niet juist begroot is, opgezadeld te worden met de schade
die in dat geval ontstaat. Zijn fractie zou daar tegen zijn.
In zijn beantwoording constateert de heer Oomen. dat bij monde van mevrouw Hoelen een verderstrek
kend voorstel werd ingediend, welk voorstel, blijkens de uitlatingen namens de verschillende partijen,
unaniem wordt onderschreven. Het college en de portefeuillehouder dienen daaruit hun conclusies te
trekken. Spreker wenst nog wel het volgende te melden. Het is niet zo, dat dergelijke bedragen als
vanzelf uit de lucht zijn komen vallen; daar zijn indicatoren ingebracht zoals ligging, oppervlakte en
bebouwingsomgeving en die zijn allemaal gerelateerd aan standaard-eenheden. En de standaard-eenheid
wordt bepaald door één sociale woning. Op basis van die indicatoren en op basis van het totale
kostenpatroon, vindt er een verdeling plaats en komen dergelijke prijsverschillen tot stand. De
verschillen zijn inderdaad maar minimaal; 12,— per vierkante meter is niet veel. In zijn geheel is het
bestemmingsplan goed gelegen, zij het dat er binnen het plan geringe verschillen bestaan waarmee bij de
prijsbepaling rekening is gehouden.