- 24 - Mevrouw van Weezei deelt mede, dat ook de fractie van de PvdA haar eerder ingenomen standpunt handhaaft. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met aantekening dat de CD A-fractie geacht wenst te worden te hebben tegengestemd en met de toezegging van het colle ge de mogelijkheid van leasen te onderzoeken. 12. Voorstel tot wijziging van het delegatiebesluit ex artikel 74. lid 8 van de Wet op het Basisonder wijs (WBO). Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13. Voorstel tot het vaststellen van een percentage voor het opleidingsbudget. Na daartoe het woord te hebben gekregen zegt mevrouw van Hoek: 'Voorzitter, het voor ons liggende voorstel wijkt wezenlijk af van de discussienota die besproken is in de commissie welzijn. In die nota werd gesproken over een opleidingsplan, een prioriteitenstelling en een financiële vertaling daarvan. Het CDA blijft bij haar in die commissie ingenomen mening over dit opleidingsplan en wel dat het CDA hecht aan een goed opgeleid ambtenarenapparaat en dat zij ook genegen is om daar geldelijke middelen voor in te zetten, maar dat op dit moment het opleidingsplan prematuur en onevenwichtig is. Prematuur, in verband met de dreigende herindeling; het geld kan bij het verlies van de zelfstandigheid van Prinsenbeek veel beter worden besteed aan duurzame zaken waarvan de Prinsenbeekse bevolking meer nut heeft. Maar ook prematuur, vanwege het feit dat een opleiding, specifiek gericht op een bepaalde functie, meer zin heeft als men minimaal één a anderhalf jaar in die functie ervaring heeft. Wij achten dit opleidingsplan onevenwichtig omdat wij vinden dat de verantwoor delijkheid voor de organisatie een gedeelde verantwoordelijkheid is. En wel van alle werknemers èn de werkgever. En dat dus ook van leidinggevenden een eigen bijdrage en/of inzet mag worden gevraagd. Voorzitter, het voorliggende voorstel om 1% van de loonsom in de begroting op te nemen voor opleiding en vorming, kunnen wij ondersteunen. Immers, dat gebeurt nu ook al. Wij gaan ervan uit, dat dezelfde verdeelsleutel wordt gehanteerd en dat dus ook het brandweerpersoneel hieronder valt. Wij willen graag antwoord van u op deze twee laatste veronderstellingen.' De heer Braspenning zegt, dat de fractie van Gemeenschapsbelang akkoord gaat met het collegevoorstel. Zijn fractie is in het verleden akkoord gegaan met de interne gemeentelijke reorganisatie en zal derhalve nu ook akkoord gaan met de financiële gevolgen die daaruit voortvloeien. Spreker is van mening, dat het belangrijk is ook in de toekomst over een voldoende opgeleid ambtelijk apparaat te kunnen beschikken en dat de gevraagde 1% daarvoor een goede normering is. Mevrouw Dicou deelt mede, 'te willen beginnen met te zeggen dat wij de verantwoordelijkheid zelf moeten nemen over wat we nu hebben en dat wij niet aan anderen moeten overlaten wat anderen over ons afroepen. Dit stuk is een direct gevolg van het uitgevoerde organisatie-onderzoek en de daaruit voortgekomen wijziging van de organisatiestructuur. Zoals de fractie van Gemeenschapsbelang al heeft gezegd, wij hebben "a" gezegd tegen de reorganisatie, dus de rest moeten wij ook uitvoeren. Het is voor de VVD dan ook een vanzelfsprekende zaak, dat als gevolg hiervan geïnvesteerd dient te worden in opleiding van de medewerkers, om hen zodoende voldoende gelegenheid te geven zich in relatie tot de organisatiedoelstellingen te ontwikkelen en te ontplooien. Wij spreken dan ook de intentie uit, te streven naar een jaarlijkse investering in het personeel door voor vorming en opleiding minimaal 1 van de loonsom in de begroting op te nemen.' Mevrouw van Weezei zegt dat 'in dit voorstel vraagt het college de gemeenteraad de intentie uit te spreken te streven naar een jaarlijkse investering in personeel, door voor vorming en opleiding minimaal 1% van de loonsom in de begroting op te nemen. Deze intentie willen wij, van de fractie van de Partij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 127