worden. Spreker hoopt niet dat het zover komt dat, als er een referendum gehouden wordt, dat referendum met bijvoorbeeld 8 tegen 7 stemmen verworpen zou kunnen worden. Voor het overige gaat zijn fractie akkoord met deze verordening. De voorzitter vangt zijn beantwoording aan, met te zeggen dat naar zijn mening een referendum inderdaad een bestuursinstrument is dat juist in deze jaren naar voren is gekomen. In november 1994, toen gesproken werd over de mogelijkheid de politiek in Prinsenbeek meer levendig te krijgen, is voor het eerst door de PvdA-fractie bij monde van het toenmalig gemeenteraadslid, de heer Poels, voorgesteld een referendum te overwegen. Dat was het eerste moment waarop over de mogelijkheid van een referendum werd gesproken en als men dan als oppositiepartij binnen vier maanden een uitvoering daarvan ziet, is daaraan naar zijn mening op een nette wijze gevolg gegeven. Spreker wijst er vervolgens op dat deze mogelijkheid in Nederland nog maar in een beperkt aantal gemeenten bestaat. Als hij de berichtgeving daarover in het dagblad 'de Stem' goed heeft begrepen, kent men in Nederland, behalve in de gemeente Breda, alleen nog maar een consultatief referendum; een volksraadpleging waarbij de burgers om advies gevraagd wordt en niet meer dan dat. Hij zegt uit de krant vernomen te hebben - misschien een verschrijving - dat in de gemeente Breda een bindend referendum over het zwembad 'het Ei' werd gehouden. Spreker heeft begrepen dat op basis van het regeerakkoord de mogelijkheden worden verkend om dat uit te werken, maar dat op dit moment een bestuurslichaam als de gemeenteraad niet gepasseerd kan worden. Ook vanuit juridische zin is hij benieuwd naar het verloop van de discussie daarover in de gemeente Breda. Mevrouw Hoelen heeft gezegd dat een referendum selectief moet plaatsvinden. Hij vindt dat dit een heel fundamentele opmerking is. Als de drempels tot het houden van een referendum te laag worden gelegd, kan dat ertoe leiden dat het gezag van de gemeenteraad wordt uitgehold omdat hij verwacht dat elke volksraadpleging, zeker als het over controversiële onderwerpen handelt, er toe kan leiden dat het effect heeft op de lokale volksvertegenwoordiging, ergo de gemeenteraad. Daarom hecht hij er zeer aan dat er hoge drempels blijven bestaan opdat het instrument selectief wordt gehanteerd. In dit kader wijst hij op de discussie over het referendum zoals dat in Amsterdam gaat plaatsvinden; over het opheffen van de gemeente Amsterdam waarbij grote moeilijkheden bestaan om het aantal mensen bijeen te krijgen voordat een referendum kan worden uitgeschreven. Met dat instrument moet zorgvuldig worden omgegaan en wat dat betreft deelt hij het standpunt van de staatssecretaris zoals dat hier is neergelegd. Maar de zorgvuldigheid wordt met name bepaald door enerzijds de formulering van de vraagstelling en anderzijds door het geven van een goede voorlichting over de vraag waarom en de status van een referendum. Er is gezegd dat een referendum uitgeschreven zou moeten worden als over zaken getwijfeld wordt of als de meningen uiteenlopend zijn, maar spreker is van mening dat vanuit een referendum ook een signaalfunc tie kan gaan. Ook is niet altijd bekend of de meningen uiteenlopend zijn als daar geen peiling naar gedaan is. Dat na het houden van een referendum over de uitslag daarvan in de gemeenteraad beraad slaagd kan worden, vindt hij juist en in dat kader is een tekst geproduceerd die dat mogelijk moet maken. In tweede termijn zegt de heer Geuze dat de drempel die thans gehanteerd wordt naar de mening van zijn fractie niet te hoog is. Gesproken wordt weliswaar over een aantal van ruim duizend kiesgerechtigden, maar dat aantal moet worden vergeleken met het aantal kiesgerechtigden binnen de gemeente, namelijk ruim achtduizend. Op die wijze wordt gesproken over eenachtste deel ofwel zo'n twaalfeneenhalf procent, en die drempel vindt zijn fractie echt niet te hoog, ook gelet op het incidentele karakter dat het houden van dit instrument dient te hebben. De voorzitter zegt het standpunt van de heer Geuze te delen en stelt voor over te gaan tot besluitvor ming. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. De heer Schipper zegt, dat de fractie van het CDA tevreden is over het feit dat na tweeëneenhalf jaar onderhandelen een bouwexploitatie-overeenkomst voorligt. Jammer vindt zijn fractie het echter dat, voor 10. Voorstel inzake het sluiten van een exploitatie-overeenkomst planeebied De Riit - Zuid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 12