wat betreft het bestemmingsplan 'de Rijt-Zuid', de gemeente een passieve grondpolitiek heeft moeten voeren. Zijn fractie hoopt dat dit de laatste keer zal zijn en dat de gemeente het volgende bestemmings plan, dankzij de alsdan gevoerde actieve grondpolitiek, zelf zal kunnen uitvoeren. Waardering heeft zijn fractie over het bereikte onderhandelingsresultaat, omdat daarin huns inziens de leidraad die het college tijdens de onderhandelingen heeft gevolgd voor een groot deel geleid heeft tot het nu bereikte akkoord inzake infrastructurele kosten, volkshuisvestingsparagraaf en kwaliteitsniveau zoals bekend van 'de Rijt I.' Op grond van deze bouwexploitatie-overeenkomst is de fractie van het CDA dan ook bereid medewer king te verlenen aan het ingediende verzoek voor het plangebied 'de Rijt-Zuid.' Zij hopen dat partijen zich aan de overeenkomst zullen houden en dat bij het realiseren van de sociale huurwoningen samenge werkt zal kunnen worden met de Woningstichting Prinsenbeek. Ook de heer Schreiner vindt het na tweeëneenhalf jaar onderhandelen een goed resultaat dat thans voorligt. Hij zegt geen behoefte te hebben inhoudelijk op de overeenkomst in te gaan; hij meent dat juristen dat al voldoende gedaan hebben. De gehele overeenkomst gelezen hebbend, concludeert hij daarmee tevreden te kunnen zijn. Het heeft lang geduurd alvorens tot een akkoord gekomen kon worden, maar daar staat tegenover dat er ook iets bereikt is. Zijn fractie is bijzonder verheugd dat de gemeente het toewijzingsbeleid over de woningen heeft. De sociale woningen zullen mettertijd moeten worden overgedragen aan de Woningstichting Prinsenbeek conform de in deze gemeente gehanteerde regels. Als laatste opmerking wenst spreker te benadrukken dat in de toekomst slechts goedkeuring mag worden gegeven aan bestemmingsplannen ten behoeve van gronden die ook metterdaad in bezit zijn van de gemeente. De heer Geuze zegt dat het niet onbekend zal zijn dat hij weieens prikkelende opmerkingen maakt, maar dat hij desondanks het recht heeft vragen te stellen en meningen weer te geven. Hij zegt in de veronder stelling te verkeren dat het communisme inmiddels is afgeschaft, maar gehoord hebbende datgene wat gezegd is over de passieve grondpolitiek van de gemeente is hij toch van mening dat de taak van de gemeente in het bestaande bestel is om ordenend en sturend op te treden en dat derhalve ook onderne mers de mogelijkheid moeten hebben om, eerder dan de gemeenten, de overheid, ondernemerstaken te vervullen. Van voorgaande sprekers had hij andere geluiden verwacht. Voor wat betreft velerlei aspecten die aan de orde zijn bij de beoordeling van de zaak zoals die thans voorligt, is het hem duidelijk dat daar juristen voor nodig zijn. De raad dient daarover echter vanuit de bestuurlijke kant te redeneren en de opvatting dat een bestemmingsplan pas mag worden goedgekeurd als de grond daarvoor in eigendom van de gemeente is, druist in tegen de opvattingen zoals die door zijn fractie worden uitgedragen en gevoed worden door een groot deel van de bevolking. Zijn fractie hoopt dat de overeenkomst spoedig uitgevoerd zal kunnen worden. Er kan kennis genomen zijn van het feit dat de grote steden moeilijkheden zouden hebben met de uitvoering van hun woningbouwprogramma's en dat er een provinciale 'pot' bestaat waaruit contingenten naar kleinere gemeenten overgeheveld zouden kunnen worden. Ook als de gemeente daaruit niet zou kunnen putten, zou toch gezocht moeten worden naar mogelijkheden om op een andere wijze contingenten te verkrijgen, gelet op de snelle uitvoering en de mogelijkheid te kunnen voorzien in de woningbehoefte van de eigen inwoners, die dan niet langer meer behoeven uit te wijken naar de Haagse Beemden of naar elders. Zulks niet alleen voor het bestemmingsplan 'de Rijt' maar ook voor 'de Neel.' De heer van der Hilst zegt dan wel geen communist te zijn, maar toch te betreuren de wijze waarop het plan tot stand is gekomen. Zijn fractie vindt het wel degelijk van belang dat de gemeente via een actieve grondpolitiek probeert in eerste instantie zelf de gronden te verwerven en vindt het om die reden dan ook jammer dat dit destijds niet gebeurd is. Spreker laat in het midden of de gemeente indertijd al dan niet alert genoeg geweest is, maar betreurt het dat de gemeente op het tweede plan is terechtgekomen, heeft moeten afwachten tot het aannemingsbedrijf van Sundert b.v. te Prinsenbeek, Etten-Leur en Hoogstraten (België) met de gemeente een overeenkomst heeft willen aangaan. Uiteindelijk is zijn fractie van mening dat er goed onderhandeld is, maar een zekere angst blijft bestaan over wie uiteindelijk de dupe worden. Zijn fractie is van mening dat uiteindelijk de inwoners van Prinsenbeek, die op die locatie een woning willen huren of kopen, de dupe zijn omdat zij het gevoel heeft van en ook de angst heeft voor prijsop drijving door deze manier van werken, waardoor de woningen in ieder geval niet goedkoper zullen zijn dan wanneer de gemeente het in eigen beheer had kunnen doen. Zich in eerste instantie richtend tot de heer Geuze, zegt de voorzitter dat de huidige regering reeds een wetsvoorstel heeft ingediend bij de Raad van State, strekkende tot het versterken van het voorkeursrecht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 13