Niettemin is spreker dankbaar voor het feit dat allen hebben ingezien dat hiermede een noodzakelijke
stap gezet wordt op het traject dat moet leiden tot een zo groot mogelijke waarborg voor de rechtszeker
heid van het gemeentelijk personeel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
15. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet t.b.v. Opleidingsplan gemeente Prinsenbeek
1995 en volgende jaren.
De heer Braspenning zegt, dat dit voorstel nauw verband houdt met de reorganisatie. Zijn fractie gaat
akkoord met het voorstel, zij het met de volgende aantekeningen. Op de eerste plaats wenst zijn fractie
dat de grootste manco's die zich binnen de organisatie voordoen als eerste in het opleidingsplan aan de
orde zullen komen. Op de tweede plaats wijst zijn fractie op het gevaar dat bestaat, nu het jaar 1995 al
ver gevorderd is, dat een te groot aantal medewerkers tegelijkertijd een cursus zal moeten gaan volgen
om dat nog voor het einde van het jaar gerealiseerd te krijgen, en dat daardoor op bepaalde dagen een
onderbezetting op het gemeentehuis kan ontstaan. Op de derde plaats vraagt zijn fractie met nadruk om
zorgvuldig met het te voteren krediet om te gaan, zodat in de toekomst volstaan kan worden met de
vorige maand goedgekeurde 1%-regeling.
Mevrouw Dicou zegt, dat haar fractie tijdens de commissievergadering reeds kenbaar heeft gemaakt het
collegevoorstel te zullen steunen en dat zij thans geen redenen aanwezig acht dat standpunt niet te
handhaven.
Mevrouw van Weezei deelt mede, zich aan te sluiten bij de woorden van mevrouw Dicou en akkoord te
gaan met het voorstel.
De CD A-fractie - zo zegt mevrouw van Hoek - wenst kenbaar te maken dat zij bijzonder grote waarde
hecht aan een goed gekwalificeerd ambtenarenkorps en dat het voor een goed functioneren van een
organisatie van het grootste belang is dat dat op peil blijft. Om die reden heeft haar fractie eerder ook
ingestemd met het opnemen van 1% van de loonsom in de begroting voor opleiding en vorming. Het
college vraagt thans een extra opleidingsinvestering van f. 50.000,- omdat ten gevolge van het
reorganisatieproces extra aanvullende opleidingen en vorming nodig zijn. Nu is in de commissie welzijn
- en ook in de laatste raadsvergadering - door de CDA-fractie nadrukkelijk gesteld dat het indertijd bij de
stukken gevoegde concept-opleidingsplan naar haar mening onevenwichtig is. De verantwoordelijkheid
voor het goed functioneren van een organisatie is naar de mening van haar fractie een gedeelde
verantwoordelijkheid en wel van werkgever en werknemer, maar ook van hoog tot laag. En haar fractie
vindt dan ook, dat van iedereen een bijdrage en/of een inzet gevraagd mag worden. Maar uit gesprekken
met de desbetreffende wethouder heeft haar fractie begrepen dat het concept-opleidingsplan een interne
inventarisatie is geweest en dat dit plan ook voor het college niet het uitgangspunt is en ook niet de
leidraad is bij de besteding van het geld, maar dat zorgvuldig afgewogen zal worden welke ambtenaar
welke opleiding op welk tijdstip zal krijgen in het belang van de organisatie, en dat het te voteren krediet
ook gefaseerd uitgegeven zal worden, ook in het belang van de organisatie. Als dit nog eens bevestigd
kan worden, gaat haar fractie akkoord met het voorstel.
De heer van Geel vangt zijn beantwoording aan met de vraag van mevrouw van Hoek in bevestigende
zin te beantwoorden. Het is inderdaad de bedoeling dat op basis van de plaatsgehad hebbende inventari
satie, in de loop der tijd concrete individuele opleidingen aangeboden of 'opgedragen' worden aan
bepaalde medewerkers. Dat zal afhankelijk zijn van veel factoren, zoals wanneer bepaalde cursussen
gegeven worden, op welk niveau die cursussen zijn en welke bedragen daarmee gemoeid zijn. Ook zal
bezien worden of de opleidingen zodanig gespreid kunnen worden dat er intern zo min mogelijk hinder
van zal worden ondervonden; dat er op bepaalde tijden geen leegloop van het ambtenarenapparaat
ontstaat. Op deze punten zal het college zeer alert zijn. Bovendien is er sprake van een concept
opleidingsplan op basis van een inventarisatie.