De berichtgeving via Omroep Brabant is in zijn algemeenheid snel en regionaal gericht. Datzelfde zou
verwacht mogen worden van Brabant TV; daarvan kan op termijn hetzelfde effect verwacht worden.
Aandacht voor het regionale, aandacht voor het kleinschalige, aandacht ook voor het Brabantse. Zulks
betekent derhalve een ander programma dan die welke in de huidige situatie voor driekwart van de tijd
door de huiskamers gaan, veelal te kwalificeren als 'pulptelevisie' en 'randstadgebral'. Spreker zegt te
hechten aan het Brabantse en van mening te zijn dat Brabant TV dat Brabantse beter tot uitdrukking en
dichter bij de kijkers kan brengen dan alle andere zendgerechtigden. Tijdens de commissievergadering
heeft hij al het voorbeeld aangehaald van Omroep Fryslan in de provincie Friesland. Die omroep maakt
prachtige programma's over Friesland.
Bij interruptie zegt mevrouw Dicou. dat naar haar mening de vergelijking met Omroep Friesland niet
opgaat omdat de cultuurverschillen daarvoor te groot zijn. Het Fries is een taal en heeft veel meer een
nationalistisch gevoel.
De heer van Geel antwoordt hierop, door te zeggen dat het uiteraard ook hem bekend is dat er geen
rechtlijnige vergelijking te maken is tussen Friezen en Brabanders maar dat, als hij met zijn Brabantse
collega's Brabants praat in de gemeente waar hij werkzaam is - Dordrecht - slechts de helft van de
aanwezigen het gesprek kan volgen. Datzelfde geldt voor sommige Friezen, dus zo groot is naar zijn
mening dat verschil niet.
Spreker heeft uitsluitend willen aangeven dat Omroep Fryslan prachtige programma's maakt, vooral over
het Friese, waarvan Friezen - en niet alleen zij - veel kunnen opsteken. Er is gezegd: 'laat het maar
abonnee-TV worden', maar de bedoeling is dat een groot aantal gemeenten 'ja' zegt tegen een voorlopige
verhoging van de aansluitingskosten met f. 6,— per jaar, zijnde weliswaar een verhoging, maar een
relatief geringe. Uitsluitend indien een bepaald percentage van de Brabantse gemeenten besluit Brabant
TV aan het pakket toe te voegen, is het mogelijk daarmee een aanvang te maken. Met alleen enkele
abonnee-TV's is dat niet mogelijk. Ook zijn er geluiden te beluisteren geweest dat het buitengebied
verstoken zou blijven van Brabant TV. Omdat de uitzendingen plaats zouden gaan vinden via Casema is
dat inderdaad juist, waar echter tegenover staat dat de bewoners van dat buitengebied er derhalve ook
niets voor behoeven te betalen. De wel via Casema aangeslotenen zouden de programma's via video
kunnen opnemen en ter beschikking kunnen stellen van de niet-aangeslotenen.
Bij interruptie vraagt de heer de Craen. of hij uit de woorden van de wethouder mag concluderen dat
deze voor het buitengebied kabeltelevisie wenst?
De heer van Geel antwoordt, uiteraard het buitengebied graag van kabeltelevisie te willen voorzien maar
de daarvoor benodigde gelden - zo'n f. 2.000.000,niet beschikbaar te hebben.
Een ander argument was - zo vervolgt hij - dat Brabant TV zichzelf zou moeten kunnen bedruipen via
eigen reclame-inkomsten. Misschien zou dat op termijn inderdaad mogelijk zijn, maar om te kunnen
starten is een bijdrage onontbeerlijk. Spreker besluit met te zeggen, het hoofd in de schoot te leggen nu
hij heeft moeten constateren dat de gemeenteraad unaniem het collegevoorstel heeft afgewezen.
De heer Oomen deelt mede, dat tijdens de behandeling van dit voorstel binnen het college van
burgemeester en wethouders, de voorzitter van dat college niet aanwezig was. Persoonlijk wilde hij zijn
collega graag de mogelijkheid bieden om het voorstel in de gemeenteraad behandeld te krijgen. Er was
namelijk één punt dat hem bijzonder aansprak, namelijk het moment waarop zijn collega naar voren
bracht dat de inhoud van dit voorstel dicht bij de mensen staat. Op dat moment heeft hij besloten het
voorstel te zullen ondersteunen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
het voorstel van burgemeester en wethouders
verworpen.
18. Voorstel tot vaststelling van het volumebesluit voor het verstrekken van subsidies aan
welziinsinstellingen in 1996.
De heer Braspenning deelt mede, dat zijn fractie zich kan vinden in het voorstel zoals dat thans voorligt.
Het voorstel betekent wel een verhoging ten opzichte van de subsidieverordening van vorig jaar. Die
verhoging wordt echter veroorzaakt door de loonhoudende projecten die daarin voorkomen en om die
reden kan zijn fractie akkoord gaan met het voorstel.