de inwoners van deze gemeente een bijzonder slechte zaak en haar fractie staat dan ook volledig achter het idee dat de voorzitter van het college gelanceerd heeft en waaraan ook in de pers aandacht is geschonken, namelijk om een aantal dienstverleningsfuncties zoals postkantoor, politie en gemeentelijke taken, te integreren in dienstverleningscentra waardoor deze diensten dichter bij de burgers worden gebracht. Niet alleen in deze gemeente en in andere kleine kernen, maar ook in grote steden zou hierdoor de bereikbaarheid van genoemde diensten aanzienlijk verbeterd kunnen worden. Het idee dient naar de mening van haar fractie dan ook op provinciaal en landelijk niveau serieus op haalbaarheid te worden bekeken. Het CDA vindt dit punt een belangrijke zaak voor de gemeente, waarvoor de politiek gezamenlijk dient te opereren. Om die reden heeft de CDA-fractie de motie mede-ondertekend. Namens de fractie Gemeenschapsbelang deelt de heer Schreiner mede, het eens te zijn met de inhoud van de motie en die daarom graag mede-ondertekend te hebben. Alleen - zo zegt hij - staat in de voorlaatste alinea van de motie de zinsnede 'bij het college van gedeputeerde staten te bepleiten' en hij vraagt zich af of het niet verstandig zou zijn om dit ook bij de kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat te doen. Naar aanleiding van de opmerkingen gemaakt bij brief I k. antwoordt de heer van Geel dat vanuit het stadsgewest op dit moment nog niets concreets te melden valt over de voortgang rondom DIFTAR en dat om die reden een beantwoording van de gestelde vragen eerst in een later stadium kan plaatsvinden. De voorzitter zegt naar aanleiding van de opmerking van de heer Geuze, blij te zijn met de ondersteuning ten aanzien van het gestelde in de brief van de teamchef van de politie over de situatie in de Meester Bierensweg. Het college heeft het idee, dat vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen de huidige situatie het meest verantwoord is. In het andere geval doet zich de situatie voor dat er sprake is van een inrichtingskwestie. Met betrekking tot de problematiek rond de postkantoren, deelt hij mede dat het college een brief heeft doen uitgaan naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, welke vereniging inmiddels schriftelijk heeft laten weten dat zij bereid is overleg te voeren met de Postkantoren BV. De VNG ondersteunt het standpunt dat het logischer is dat gemeenten de eerste gesprekspartners vormen voor Postkantoren BV. Zij refereert aan een afspraak uit het verleden, dat zij de eerste gesprekspartners zouden kunnen zijn en niet de supermarktenconstructie. Naar aanleiding van die brief heeft spreker gisteren nog contact gehad met de VNG en heeft hij gevraagd of er al een gesprek heeft plaatsgevonden. Hij heeft begrepen dat de directeur van de VNG nog met vakantie is maar dat volgende week, na zijn terugkomst, een afspraak zal worden gemaakt. Over de motie zoals die is ingediend, en die vanuit het college van harte wordt ondersteund, zegt hij dat het op de eerste plaats gaat om het aspect van dienstverlening aan burgers, hoger op de bestuurlijke agenda te krijgen. De discussie gaat niet over één postkantoor, het gaat erover dat er langs verschillende wegen aanslagen zijn op het dienstenpakket aan burgers en het gemeentebestuur zou graag zien dat die dienstverlening zo mogelijk op de bestuurlijke agenda van de provincie geplaatst wordt en zo mogelijk ook vanuit Den Haag ondersteund wordt. Tot nu toe gaat het steeds over grenzen en efficiency, maar ook het dienstenpakket aan de burgers moet centraal gesteld willen worden. Spreker vindt het een goede suggestie van de heer Schreiner om ook de vaste kamercommissie van Verkeer- en Waterstaat aan te schrijven. Hij is van mening dat het onderwerp dan meer verbijzonderd moet worden tot de sfeer van de postkantorenproblematiek. Hij is dan ook graag bereid om namens de gemeenteraad in die zin een brief te versturen alsmede een afschrift van de motie zoals die door de heer Geuze verwoord is te sturen naar de leden van provinciale staten, opdat ook zij deze problematiek kunnen oppakken. Spreker vervolgt met te zeggen dat de opmerking gemaakt naar aanleiding van het stuk II c., het schrijven van de VVD-fractie, voor kennisgeving mag worden aangenomen. Bovendien zegt hij toe dat het college zich permanent zal hoeden voor het maken van redactionele fouten. Nadat de voorzitter desgevraagd geconcludeerd heeft dat de motie naar aanleiding van het voornemen van de hoofddirectie van Postkantoren BV algehele ondersteuning geniet, constateert hij dat die motie daarmee is aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 154