tot wijziging van de regeling, ofschoon men zich zou kunnen afvragen of het nog van deze tijd is om een begrip als dat van economische binding in zo'n regeling opgenomen te hebben. Als dat begrip zou worden geschrapt zouden er zich minder problemen voordoen en ook het woord misbruik zou dan minder vaak voorkomen omdat de regeling zich daar dan niet meer toe leent. Maar gelet op het feit dat daarvoor geen draagvlak aanwezig is, gaat haar fractie akkoord met de wijzigingen zoals die door het college voorgesteld zijn. Aansluitend bij de woorden van de heer Geuze verwacht spreekster ook dat men toch weer op zoek zal gaan naar nieuwe wegen. In zijn beantwoording zegt de heer Oomen dat met de huidige regeling niet zoveel mis is, maar dat de praktijk heeft geleerd dat bepaalde punten in die regeling verbetering behoeven. Het is inderdaad juist, mevrouw Reijnen heeft daarop al gewezen, dat het begrip economische binding alertheid vraagt, in spanning vraagt van de ambtenaren en daarmee extra werk. Toch is het college van mening dat het afschaffen van het begrip economische binding op dit moment te ver gaat. Alhoewel men in de politiek nooit 'nooit' kan zeggen, heeft het college vooralsnog gemeend te moeten volstaan met het aanscherpen van de regeling op de wijze zoals voorgesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 8. Voorstel inzake ingekomen verzoek om afwijking van de Regeling voor de uitgifte van bouw grond voor eigen woningen in de gemeente Prinsenbeek. De heer Geuze zegt dat zijn fractie allerminst bezwaar heeft tegen het voorstel van het college om geen gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid. Verzoeken als deze worden om reden van privacy zonder naamsvermelding behandeld. In dat kader moet echter het beleid dat gevoerd wordt ten aanzien van het afwijzen van verzoeken om afwijking, ook bij de bevolking duidelijk zijn. Zijn fractie is het er geheel mee eens dat gevallen waarin zich - helaas - een echtscheiding heeft voorgedaan, niet kunnen leiden tot een voorrangssituatie. Dan zou er sprake moeten zijn van een wel zeer bijzonder geval. Ten aanzien van het beleid met betrekking tot gehandicapten zegt spreker 'dat wij zouden willen bepleiten, onderschrijvend dat zich daar inderdaad helaas situaties voordoen die voor inwilliging in aanmerking komen, dat de procedure die daarvoor nodig is en de kosten die de behandeling van zo'n verzoek met zich brengen, toch ook niet geheel mogen worden vergeten en dat noem ik, in bijzonder ook, omdat toch in een aantal gevallen is gebleken dat als alles op een rijtje stond, het toch niet kon doorgaan omdat het geld ontbrak. Als het in uw vermogen ligt om de procedure op dat punt bij te stellen, dan zullen wij dat waarderen om onnodige kosten en wat daar verder bijhoort te voorkomen.' De voorzitter antwoordt met te zeggen dat het naar zijn mening goed zou zijn om in de sfeer van het voorlichtingsbeleid daaraan eens aandacht te schenken. Met ingang van volgende week zal in 'Modern Prinsenbeek' meer ruimte beschikbaar komen voor het nieuwe voorlichtingsbeleid. Hij denkt dat het goed is als in dat kader wordt aangegeven wanneer van de regeling wordt afgeweken. In beginsel wordt er niet van afgeweken, alleen in uitzonderingsgevallen als er sprake is van een serieuze medische handicap. En hoe wordt dat bepaald? Niet door het college, maar op basis van een advies uitgebracht door de GGD. Als de GGD tot de conclusie is gekomen dat er sprake is van een serieuze medische handicap vormt dat één aspect, en het tweede aspect is dat het aanpassen van de bestaande woning in alle gevallen de voorkeur verdient. Wel kan spreker zich voorstellen dat, alvorens een lange procedure op te starten, op een bepaalde wijze een gespreksbasis met betrokkene wordt gecreëerd teneinde te bezien of die procedure inderdaad zal leiden tot een serieus bouwplan, in die zin dat er ook de financiën voor zijn. Als de gemeente eerst een advies aan de GGD moet vragen en vervolgens de zaak bouwkundig in kaart moet brengen waarna blijkt dat betrokkene niet bouwt, dan is dat inderdaad voor de gemeente een dure kwestie. Het college zal dat punt nog eens bezien, maar spreker zegt toe in de sfeer van de voorlichting daaraan nog eens aandacht te schenken omdat het nogal eens voorkomt dat mensen zich tot de gemeente raad wenden - hetgeen op zich een correcte procedure is - om tot een uitzonderingspositie te geraken. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 156