misverstand - maar als ik naar het raadsvoorstel kijk zoals dat nu voorligt naar aanleiding van de wijzigingen in de stukken ten opzichte van het eerste voorstel, dan lees ik, bij het tweede horizontale streepje, "de oppervlakte van het bouwblok bedroeg circa 5.400 m2." Dus dat was het eerste voorstel. Dat is aangepast aan de bouwbehoefte op dit moment; dat wil zeggen, dus verkleind en bedraagt nu 2.400 m2, waarvan maximaal 2.250 m2 bebouwd mag worden. Van 5.400 m2 zijn we terug op 2.250 m2. Wat dat betreft is er, denk ik, en wethouder Oomen kan dat nog sneller doorrekenen als wiskun deleraar, maar in mijn beleving is er sprake van een halvering ten opzichte van het oorspronkelijk voorstel zoals het er lag. Ik denk dat, juist vanuit die zorgvuldigheid, ik eraan hecht om het volgende voor te stellen: "wij willen nu een voorbereidingsbesluit nemen maar omdat ik het idee heb dat we sterk hetzelfde willen, stel ik dus voor dat we vanavond een voorbereidingsbesluit nemen en dat we de eerstkomende commissievergadering de stedebouwkundige uitnodigen. De stedebouwkundige heeft die moeilijke stukken geschreven in dat boekje, waarbij hij precies heeft willen opschrijven wat u als gemeenteraad zou willen zien en wij zullen als gemeentebestuur niet eerder de artikel 19-procedure opstarten, totdat U alle details heeft besproken in die commissievergadering die zal plaats vinden op 13 september. Dat scheelt dan twee weken, maar ik hecht eraan dat wij, juist omdat ik het idee heb dat met name over het bouwblok ons voorstel niet zou zijn aangepast. Er kan geen misverstand over bestaan, mijnheer Geuze, dat wij als college te zijner tijd een bouwaanvraag zullen toetsen, dat die maximaal 2.250 m2 mag zijn en dat die anders, in mijn beleving, in strijd met het bestemmingsplan is en dat er dus nooit sprake kan zijn van 5.400 m2. Ik heb het idee dat u ervan uitging dat wij wat dat betreft niet ons voorstel hebben aangepast, maar we hebben het meer dan gehalveerd. Ik zou ook willen voorstellen de andere punten, zoals die hier naar voren zijn gebracht, nog even met de stedebouwkundige te bespreken. Samenvattend, de omvang van de hal is nadrukkelijk aangepast; wij hebben, in tegenstelling tot het eerste voorstel, nu expliciet het voornemen om aan de Brielsedreef op de desbetreffende locatie een parkeerverbod in te stellen; wij hebben in vergelijking met het eerste voorstel de silo's nadrukkelijk onmogelijk gemaakt in het bestemmingsplan; het is inderdaad - zoals de heer Geuze ook aangeeft - wettelijk voorgeschreven om parkeren op eigen terrein te doen. Als u dat ook nog eens een keer in het boekje wilt zetten van de stedebouwkundige, heb ik daar geen enkel probleem mee maar het staat al in de wet. Omtrent de exacte situering van de hal zal wethouder Oomen nog iets zeggen, maar ook op dat punt heb ik het idee dat de gedachten vanuit de commissie, zoals in juni aangegeven, door de stedebouw kundige zijn opgepakt.' Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan wethouder Oomen. Deze zegt dat 'u al heeft toegezegd dat in de commissievergadering nog bepaalde vragen gesteld kunnen worden. Maar, ik kijk even in de richting van mevrouw Reijnen omdat zij vragen heeft gesteld over de afmetingen en de grenzen, ik kan u daar exact op antwoorden. De linker grens van de hal komt 15 meter uit de perceelsgrens; de voorkant van het gebouw komt 50 meter uit het hart van de weg. De scheiding met betrekking tot de stankcirkel tussen de rechter opstallen van de buurman en de rechter grens bedraagt 70 meter. Dat zal de stedebouwkundige u de 13e exact zo vertellen. Voor wat betreft het parkeren - de voorzitter heeft het al gezegd - het volgende. Het is toch vrij logisch, waar de rij- en ponyvereniging thans de beschikking heeft over VA ha., en zij gaan op zoek naar een nieuw perceel, en dat is bijna 3 ha., waarvan 2.000 meter verkocht aan de bezwaarmaker om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan eventuele overlast, dat er dan nog 2lA ha. resteert. Dan moet het toch duidelijk zijn dat het toch mogelijk is om alle parkeertoestanden op eigen grond te realiseren. De vereniging heeft 1 ha. meer dan het vorige perceel. Dus daarover geen misverstand; zelfs een aanhangwagentje achter de fiets wordt geparkeerd op het parkeerterrein en er komt een verbod aan beide zijden van de weg.' Na daartoe in tweede termijn het woord te hebben gekregen zegt de heer Geuze: 'Ik hoorde zojuist de uitdrukking "paard achter de wagen", maar zo ver was ik nog niet. Ik denk, mijnheer de voorzitter, dat de bedenkingen die naar voren gebracht zijn - zoals de heer van der Hilst eigenlijk ook bepleit - de besluitvorming de volgende vergadering mogelijk zou maken, zeker omdat u nu zegt: "laten we dat nog eens in de commissie op zijn 'ins and outs' bezien". Ik weet, en ik ben niet de enige hier, dat er ook nog andere belangen te behartigen zijn, maar deze zaak sleept nu al zo lang. Wij vinden, zonder het over zorgvuldigheid of onzorgvuldigheid te hebben, dat de stukken die in het dossier ter inzage lagen toch wel erg de tekenen van vakantie vertonen. Bijvoorbeeld, als over die oefenhal wordt gesproken - mevrouw Reijnen sprak over het verkeers- en vervoersaanbod - staat er in die stukken dat bepaald is dat op eigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 160