terrein in parkeerbehoefte moet worden voorzien - mijn vraag is hoe? - en dan staat er achter: "de
bestemmingsomschrijving maakt dat mogelijk. Gezien de aard van de activiteiten zal het hier gaan om
een gering aantal voertuigen.Welnu, met zulke uitgangspunten, die dan zwart op wit staan, staan wij -
om in de termen te blijven - toch wel te steigeren. Voorshands wil ik het in tweede termijn hierbij laten.
Duidelijk zal zijn dat wij nog niet om zijn wat betreft het groen licht geven aan een artikel 19-procedu
re.'
De voorzitter merkt op dat hij 'ook heeft gezegd dat wij geen artikel 19-procedure zullen volgen voordat
we met de commissie hebben gesproken. We spreken dus nu over een ander voorstel, namelijk alleen het
nemen van een voorbereidingsbesluit.'
Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Ik ken de procedure natuurlijk ook; dat als het commissie-overleg
ertoe leidt dat zelfs een meerderheid zou zeggen: "ja jongens, we willen het toch niet zus maar we willen
het zo", dan zou u toch die bouwvergunning kunnen geven.'
Nadat de voorzitter heeft gezegd dat zulks bestuurlijk gezien niet verstandig zou zijn, deelt de heer
Geuze mede met het nemen van een voorbereidingsbesluit akkoord te kunnen gaan omdat na deze
toezegging van de voorzitter er altijd nog een gelegenheid is daarop in een later stadium terug te komen.
De heer van der Hilst zegt: 'Ja, mijnheer de voorzitter, ik ben blij met uw toezegging namens het
college om vanavond alleen een voorbereidingsbesluit te nemen en - nogmaals - wij hebben geen
problemen met het verplaatsen van de rij- en ponyvereniging naar dat perceel aan de Brielsedreef, maar
wij hebben grote moeite met alle maten, want het is een beetje een gegoochel met cijfers. U kunt wel
zeggen dat het een halvering van het bouwblok is, maar als we nu eens even rustig kijken naar het
bouwplan, dat betrof vorige keer een hal van 30 x 100 meter. Dat was een hal die veel te groot was, ook
voor de rij- en ponyvereniging zelf. Die hebben erkend dat zij mochten tekenen wat ze wilden, dus zij
zijn maar aan de slag gegaan. Zelfs de hal die nu overblijft,
25 x 80 meter, is nog een grote wedstrijdhal en daar komt ook nog een aanbouw aan van 5 x 50 meter.
Die hal wordt dus echt niet zoveel kleiner en het blijft een wedstrijdhal. En ik wil eigenlijk de discussie
wel aan of het echt een wedstrijdhal moet worden of dat het niet een oefenhal moet zijn. Dan praten we
over totaal andere maten, dan praten we over afmetingen in de verhouding 20 x 40 meter of iets
dergelijks. Daar is helemaal nog niet over gesproken, dus om nu maar te zeggen: "we hebben het
gehalveerd" is een wat te mooie voorstelling van zaken. Wij willen dus over dat soort zaken graag nog
een keer uitgebreid in de commissie spreken en wij zijn blij dat u ons die gelegenheid geeft."
Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Om in sporttermen te blijven en niet achter een dood paard te
trekken, heb ik net in een ander verband over financiële haalbaarheid gesproken. Ons is ook bekend de
grote zorg binnen de club of dat allemaal haalbaar is. En daar zouden wij ook nog wel eens duidelijkheid
over willen hebben.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Hoelen die zegt: 'Mijnheer de voorzitter, ik heb u het
standpunt van de CDA-fractie reeds gegeven. Wij zijn vóór het voorbereidingsbesluit en wij hebben ook
geen bezwaar tegen een artikel 19-procedure. Anderzijds begrijpen wij ook wel dat, wellicht om een nog
groter draagvlak te realiseren voor dit plan, het toch voordeel heeft om dat nog eens in de commissie
goed te bekijken. Daarmee gaan wij dus akkoord.'
Mevrouw Reiinen zegt: 'Ja voorzitter, ik gaf zojuist in eerste termijn al aan dat een en ander wat ons
betreft duidelijk diende te zijn. Ik heb drie vragen gesteld; de heer Oomen heeft een poging gedaan om
met wat gegoochel met cijfers daarop antwoord te geven, maar de vragen die ik gesteld heb zijn niet
beantwoord. Daarover spreken we echter nog wel eens in de commissie en daarom gaan wij akkoord met
het nemen van een voorbereidingsbesluit zonder het nu al voeren van een artikel 19-procedure.'
De voorzitter antwoordt met te zeggen: 'Ik wil het graag voor onze medewerkers opnemen als er
gesproken wordt over vakantievoorbereiding. Ik heb het idee dat in ieder geval geprobeerd is door de
medewerkers, om exact te luisteren naar alle opmerkingen in de commissie. We hebben als college
gezegd: "we nemen ze allemaal over". Ik weet dat er speciaal nog een gesprek is geweest bij de stede-
bouwkundige, maar het is denk ik goed dat u dan zelf aan de stedebouwkundige verder doorgeeft hoe
verfijnd u het wilt zien. Het is natuurlijk wel zo dat de stedebouwkundige schrijft dat het plan in Den
Bosch door de planologen aldaar wordt bekeken en ik denk dat duidelijk in het raadsvoorstel is aangege
ven wat we willen. Maar u krijgt alle gelegenheid om met de stedebouwkundige daarover te spreken.
Met betrekking tot de financiële problemen wil ik opmerken dat we vanavond alleen maar spreken over
de planologische mogelijkheden; wat kan op die locatie op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening?
Langs welke wegen de plannen gefinancierd worden is vanavond in het geheel niet aan de orde. Ik denk