in onze kring nogal eens voor dat we de stelling hanteren "er moet een eind zijn aan alle tegenspraak".
Daarmee ben ik ook een beetje groot gebracht, maar tegenwoordig, met die dikwijls oneindige
procedures, weet je het niet. En daar is ook financieel belang bij betrokken en als u mij die tegenvraag
stelt, dan verwijs is bijvoorbeeld naar datgene wat deze week ook gepubliceerd is als aankondiging van
rijkswaterstaat. Die hebben ook weer nieuwe varianten bedacht voor de HSL, met verlegging van het
tracé, niet op de oude spoorlijn maar op de autobaan en de weg waarschijnlijk naar het westen. Ook bij
Princeville zal het anders worden. Er komt weer een hele nieuwe serie inspraakavonden; niet alleen is
dat voorlichting. Maar ik ben geen jurist op dat terrein, ik heb de vinger opgeheven en kan leven met het
eind van alle tegenspraak. We zullen wel zien waar het schip strandt en daar ben ik dan niet zo erg bang
voor. De toezegging om de bevolking te betrekken door middel van een enquête bij het opstellen van het
verkeersveiligheidsplan, doet ons deugt. U zult zich herinneren dat van onze kant uit ook nog eens is
bepleit de scholen, de leerkrachten, erbij te betrekken. Daarvoor is nog een extra krediet gevoteerd. Als
u nog een stap verder gaat, dan juichen wij dat toe. En wat de subsidie voor dit jaar betreft, ja, natuur
lijk kun je in september weten dat de potten dan meestal leeg zijn. Ik hoop dat u daar nog wat uit kunt
halen en dan zullen wij daar ook achter staan. Wat ik tot slot wil vragen, en daar heeft, mijnheer de
voorzitter, de portefeuillehouder niet op geantwoord, of het voorstel zoals ik het geformuleerd heb ten
aanzien van de Markt, zonder op die Markt "an sich" verder in te gaan, wel dan niet, ook nu de CDA-
fractie daar aanmerkelijk soepeler is dan de tekst van dit ontwerp-besluit aangeeft, want u praat over het
voorjaar 1996 en als ik het op mijn kalender nakijk zit ik bijna in 1998, laatste straat in 1997 klaar
gemaakt zoals nu de stukken liggen, dan ervaring opdoen, dus tel maar uit. En daarom denk ik, dat er
zachtjesaan een - zoals u dat pleegt te noemen - kamerbrede meerderheid is om ons voorstel te
aanvaarden, om op korte termijn te besluiten over eventuele herinrichting van de Markt. Die formulering
laat alle ruimte open voor ieder om zijn mening in te brengen. Maar dus alleen hetzelfde en totaal in
afwijking van deze tekst, wat u noemt, snelheid in het proces behouden en nog verder brengen. En daar
krijg ik nog graag na deze tweede termijn, danwel bij interruptie, antwoord op.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de fractie van de Partij van de Arbeid, namens wie de heer van
der Hilst het volgende zegt: 'Wij zijn tevreden over de beantwoording van de gestelde vragen. Wel wil
ik nog even memoreren de ingekomen inspraakreacties; die hebben geen redenen gegeven om de Nota
van uitgangspunten te veranderen. Toch willen wij er zeer sterk voor pleiten om ervoor te zorgen dat bij
de uitvoering die inspraakreacties van de mensen ook daadwerkelijk worden meegenomen. Wat betreft
het tijdschema, wij moeten natuurlijk enerzijds niet overhaasten maar van de andere kant moeten we wel
zorgen dat we toch, laat ons zeggen vóór 1 januari 1997, een eind op scheut zijn, ook met de Markt.
Dus wat dat betreft pleiten wij ook wel om direct na de toeloopstraten de Markt aan te pakken en niet
eerst een pauze in te lassen om ervaring op te doen met de toeloopstraten. Ik zou nog wel even willen
vragen aan de wethouder of hij al een inzicht heeft in welke volgorde de andere toeloopstraten worden
aangepakt, want ik kan mij voorstellen dat de rijrichtingen in de Kapelstraat en in de Schoolstraat met
elkaar verband houden, ook voor wat betreft de aanpak van deze twee straten. En wat betreft de Valdijk
vragen wij ons ook nog af in hoeverre er iets gedaan wordt in het kader van het verkeersveiligheidsplan
rondom de Boerenbond. Dit in tweede termijn.'
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer de Craen die namens de CDA-fractie het volgende
zegt: 'Dank u wel, mijnheer de voorzitter, kennelijk heeft de spreker namens de Partij van de Arbeid
onze woorden, met betrekking tot de schriftelijke inspraakreacties waarover wij in eerste termijn hebben
gesproken, goed beluisterd. Een duidelijk antwoord daarop heeft de desbetreffende portefeuillehouder
nog niet gegeven en ik verzoek hem dan ook nogmaals een antwoord te geven op de vraag wat er gaat
gebeuren met de ingekomen schriftelijke inspraakreacties. Voor wat betreft de discussie over de Markt,
zijn wij in eerste termijn erg duidelijk geweest. De heer Geuze zegt dus "ons voorstel niet op korte
termijn of wel op korte termijn", maar wij zijn daar heel erg duidelijk in geweest, namelijk voorjaar
1996 en dat kan niets anders zijn dan in de maand maart of april. Daarover derhalve geen misverstand.'
Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Voorzitter, ik heb ook gezegd "op korte termijn" en dan praat je niet
- zeker tegen de jaarwisseling - over een paar maanden. Maar dan neemt u ook afstand van de
voorgestelde besluitvorming zoals die hier op papier staat. Ik heb er met name de jaartallen 1996, 1997
en 1998 bij genoemd. Dus u ondersteunt mijn voorstel van verdere strekking?'
De heer de Craen antwoordt: 'Ja mijnheer de voorzitter, wij ondersteunen dat in die zin, nadat we de
zaken wat meer gepreciseerd hebben.