Nogmaals interrumperend zegt de heer Geuze: 'Wij vechten dus aan het hier geformuleerde besluit,
geargumenteerd. Ik hoor van de overzijde dat zij het er eigenlijk mee eens zijn, maar je kunt dan toch
wel de moed opbrengen om te zeggen dat ik ook eens een keer gelijk heb?.'
De heer de Craen reageert met te zeggen: 'Mijnheer de voorzitter, op dit moment geven wij de heer
Geuze gelijk. Voorzitter, voor wat betreft de uitvoering en de plannen met betrekking tot de toeloopstra
ten, zijn wij voor fasering. Het kan nooit de bedoeling zijn om het gehele centrum gelijktijdig overhoop
te halen; dan zijn we verder van huis, dus voor fasering zijn wij heel erg in. Zodra, mijnheer de
voorzitter, op kleine details wijzigingen moeten worden aangebracht in de Nota van uitgangspunten,
nemen wij aan dat die in de commissie behandeld zullen worden. Ik kan mij voorstellen dat over
verlichting in bepaalde straten toch nog even gediscussieerd zou moeten worden en ook over het
bomenplan. Ten slotte mijnheer de voorzitter, het cadeau van de Partij van de Arbeid, daar scharen wij
ons zeer zeker niet achter. Wij schamen ons ervoor dat die een schop van een dergelijke kwaliteit hier
aanbiedt want met een dergelijke schop duurt het waarschijnlijk tot het jaar 2000 als je daarmee moet
gaan werken. Wij nemen daar dus alle afstand van en u kunt, wat ons betreft, die schop gewoon terzijde
zetten en met uw eigen middelen aan de gang gaan. Dank u wel.'
Na daartoe het woord te hebben gekregen zegt de heer Franken: 'Ja mijnheer de voorzitter, wethouder
Oomen is zijn betoog eigenlijk begonnen met het stellen van een vraag naar aanleiding van een
opmerking van de heer Geuze, om de uitvoering in de Groenstraat te doen geschieden in spiegelbeeld in
verband met het verplaatsen van de leilinden. Wij zeggen u, als fractie van Gemeenschapsbelang, toe dat
wij daarmee akkoord gaan. Wij denken dat het ook niet anders kan, want als de bomen naar de overkant
gaan kun je daar naar mijn mening niet dezelfde situatie hanteren. Ik denk dat ik een aantal zaken toch
nog eens nader moet toelichten. Je kunt natuurlijk wel zeggen - en de heer Geuze begon daarmee -
"luister, mijnheer Franken, je bent niet helemaal duidelijk geweest; onder punt 2. staat 'op een later
moment te besluiten' enzovoorts." Hij heeft zelfs al afgedwongen dat de heer de Craen hem gelijk gaf;
overigens bijzonder knap van hem. De heer de Craen geeft niet zo gemakkelijk gelijk, in dat geval moet
hij er wel degelijk van overtuigd zijn dat het verdiend is.' Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Bij u
moeten we het misschien afdwingen, daar heb ik geen zin in, maar de heer de Craen laat zich overtui
gen, daar ben ik hem erkentelijk voor.'
De heer Franken vervolgt met te zeggen: 'Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik moet toelichten datgene
wat onder punt 2. staat, namelijk "op een later moment te besluiten over het meest gewenste model voor
de herinrichting van de Markt." Daarvan heb ik gezegd, mijnheer de voorzitter, onder punt 2. het woord
"later" te vervangen door "zo spoedig mogelijk" en ik heb in mijn betoog al aangegeven waarom ik dat
eigenlijk zo spoedig mogelijk wil hebben. Namelijk omdat wij met name over een aantal modellen
gesproken hebben. Zelfs tijdens de hoorzitting die we gehouden hebben is er nog een model bijgekomen.
We spreken inmiddels al over een vijfde model. Ik denk dat het niet anders kan, dat naar aanleiding van
de keuze van het model - en ik heb daarbij ook genoemd de samenhangende verkeersstromen - het
misschien wel nodig is dat je dat niet los van elkaar kunt koppelen. Stelt u voor dat we model 4 nemen,
dan zal er daadwerkelijk op de hoek Beeksestraat/Kapelstraat iets moeten gebeuren. Als we dan eerst die
straat heringericht hebben om dat nadien weer te moeten herstellen omdat de raad toevallig voor model 4
gekozen heeft, maken we kosten op kosten. Mede daarom denk ik dat je dat niet geheel los van elkaar
kunt koppelen.' Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Mijnheer de voorzitter, er bestaat een boek waarin
staat "verstaat ge wat ge leest?" Mijnheer Franken komt met het voorstel om "op een later moment" te
vervangen door "zo spoedig mogelijk". Maar in het collegevoorstel staan daar beperkingen bij, namelijk
dat die toeloopstraten klaar moeten zijn en dat er gebruikservaring moet zijn opgedaan. Ik heb u dus
gevraagd of u ook blijft bij die voorbehouden. Maar u kunt dat waarschijnlijk niet goed begrijpen, maar
misschien is er een meerderheid om te doen wat wij willen.'
De heer Franken vervolgt met te zeggen: 'Als u mijn betoog afluistert, mijnheer Geuze, wordt u op uw
wenken bediend, want ik denk dat alvorens u spreekt u eerst moet luisteren naar datgene wat er
besproken wordt. Ik ga dat stuk namelijk verder afhandelen: "op een later moment te besluiten over het
meest gewenste model voor de herinrichting van de Markt, nadat gebruikservaring met de heringerichte
toeloopstraten is opgedaan welke daarbij kan worden betrokken", daar zeg ik dan ook van "en
gebruikservaring volgens ons nooit tot vertraging mag leiden." Als wij - en dat heeft u zelf ook
verwoord mijnheer Geuze - moeten wachten totdat de toeloopstraten ingericht zijn en vervolgens de
gebruikservaring nog eens moeten afwachten, zitten we inderdaad in het jaar 1998 en dat willen wij niet.
Wij willen dat gelijktijdig zo snel mogelijk meenemen. Het mag nooit zo zijn, dat we eerst die