Zich in eerste instantie richtend tot de heer Jansen, waar deze gesproken heeft op het toezicht houden op de budgetten, zegt de heer Oomen dat inmiddels binnen de gemeentelijke organisatie het systeem van het budgethouderschap is ingevoerd. Ofschoon hij de overtuiging is toegedaan dat dit systeem in de praktijk zal blijken goed te voldoen neemt dat niet weg dat zich altijd onverwachte calamiteiten kunnen voordoen die een strikte handhaving van het budget niet altijd mogelijk maken. Als voorbeelden noemt hij de vervanging van zieke medewerkers door personeel van derden en de calamiteiten waarmee zich met name de afdeling openbare werken regelmatig geconfronteerd ziet. Het college doet er echter alles aan om de zaken zo goed mogelijk in evenwicht te houden. Met betrekking tot de vraag van de heer Geuze over de openstaande posten, deelt spreker mede dat hij eerder inderdaad heeft toegezegd de commissie financiën in de septembervergadering daarover te informeren. De desbetreffende afdeling is op dit moment echter nog doende met een nader onderzoek, hetgeen betekent dat, als hij dit onderwerp september aanstaande in de commissie financiën zou moeten bespreken, hij nog niet de beschikking heeft over alle relevante informatie. Hij zegt zijn toezegging dan ook te moeten terugnemen en informatiever strekking over dit onderwerp eerst te kunnen doen tijdens de commissievergadering van oktober aanstaande. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Schreiner, beaamt spreker dat er inderdaad sinds een groot aantal jaren sprake is van een tekort. In het verleden echter, heeft hij er diverse malen op geattendeerd dat de bedragen van de overschotten geflatteerd waren omdat zij voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt werden door rente-inkomsten. Gelet op de investeringen van de laatste jaren zijn de rente-inkomsten afgenomen en dat het overschot zou verminderen viel dan ook te verwachten. Uitgangs punt blijft echter wel het in balans brengen van de inkomsten en uitgaven. Gelet op het totale bedrag waarover wordt gesproken betreft het toch een zeer geringe afwijking. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Jansen zegt de heer Geuze dat de inkomsten en uitgaven niet in evenwicht zijn; er is gewoon sprake van een tekort. Bij interruptie zegt de heer Jansen dat hij niet gezegd heeft 'in evenwicht' maar 'bijna in evenwicht'. Nadat de heer Geuze gezegd heeft dat hij dat niet verstaan heeft - waarvoor zijn excuses - vervolgt hij met te zeggen dat, als er complimenten moeten worden uitgedeeld aan ambtenaren - hetgeen niet de gewoonte is van zijn fractie -, die niet alleen toekomen aan de ambtenaren die ervoor gezorgd hebben dat de stukken tijdig gereed zijn - dat is een volkomen normale zaak - maar ook hen die het gehele jaar door hebben zorg gedragen voor een correcte afhandeling van alle zaken op velerlei gebied. Zijn fractie doet dat doorgaans éénmaal per jaar, bij de vaststelling van de begroting. Hij zegt daarmee onder woorden gebracht te willen hebben dat het al dan niet complimenteren een verkeerd beeld geeft van de beoordeling, temeer waar het een politiek college betreft, waarvan de bestuurders op hun doen en laten worden aangesproken. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 19. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de herwaardering van de onroerende zaken gelegen in de gemeente Prinsenbeek. De heer Schreiner zegt, dat aan het voteren van een krediet voor de herwaardering van de onroerende zaken in Prinsenbeek niet te ontkomen valt. Alle raadsleden is het bekend dat de taxeringen van de onroerende zaken hoger - en misschien wel veel hoger - zullen uitvallen dan het bedrag dat thans op de aanslag voor de onroerende zaak-belasting voorkomt. De fractie van Gemeenschapsbelang pleit ervoor, om bij de vaststelling van de bedragen per f. 3.000,-- of f. 5.000,--, na herwaardering van de onroeren de zaken, te zorgen dat de belastingdruk via de OZB voor de inwoners gelijk blijft, met andere woorden budgettair neutraal. De opbrengst voor de gemeente dient gelijk te blijven, behoudens uiteraard de trendmatige verhogingen. De heer Oomen zegt in zijn beantwoording, dat het inderdaad de eerste maal is dat de wetgeving de gemeente noopt om een extern bureau in te schakelen. Het kost veel geld en hoe men het ook wendt of keert, of het nu via de gemeente is, via het waterschap of anderszins, uiteindelijk zal het toch bij de burger terechtkomen. Maar met betrekking tot de eigen verantwoordelijkheid heeft de gemeenteraad nog altijd het recht om bij de algemene beschouwingen de belastingvoorstellen kritisch te volgen; dat is het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 177