23. Voorstel tot behandeling van een beroepschrift tegen het niet verlenen van een subsidie. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 24. Rondvraag Mevrouw Dicou vraagt welke maatstaven er worden aangelegd bij toekenning van een bijdrage aan een vereniging die 25 jaar bestaat. Haar fractie heeft altijd begrepen dat in dergelijke gevallen een vast bedrag werd geschonken, namelijk 250,--. Graag wenst zij van de portefeuillehouder te vernemen of dit een bestendige gedragsregel is. De heer van Geel antwoordt met te zeggen dat het college daarvoor geen vast beleid hanteert, althans niet zodanig vastgesteld dat er sprake is van een automatisme. 'Vaak, als verenigingen een jubileum vieren - 25, 40, 50 jaar - dan zijn daar festiviteiten rondom en als zij dan aan de gemeente een bijdrage vragen - dat verwachten wij, dat het een bijdrage is in de feestelijkheden ten behoeve van een activiteit - dan wordt er soms een bedrag terbeschikkinggesteld en soms ook een beker. Dat is afhankelijk van de situatie. De hoogte van het bedrag is ook afhankelijk van de grootte van de vereniging. Er zijn verenigingen met duizend leden en verenigingen met tien leden en daar past dus geen automatisme op.' De heer Geuze zegt 'dat hij deze lange en goede vergadering fleurig wenst te besluiten. Ik was van plan bij mij, op de openbare weg - de Wiek -, links, rechts en in het midden enkele bloembakken te plaatsen. Nu heb ik gehoord dat dit niet mag en vanmiddag, op weg naar de heer van der Hilst teneinde ervoor te zorgen dat de motie voldoende ondertekend was, heb ik aan slalom gedaan ofschoon er geen sneeuw lag. U begrijpt waar ik naar toe wil, namelijk naar de Hesseling. Wij vragen ons af of daar een nieuwe, onacceptabele gedoogsituatie gaat ontstaan en wij vernemen gaarne uw oplossing daarvoor.' De voorzitter antwoordt met te zeggen 'dat hij, in overleg met de politie en met de wethouder openbare werken, vanuit zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot de openbare orde, besloten heeft om een tijdelijke maatregel te treffen die een overweging kent die gestoeld is op de sfeer die ontstond tussen bewoners en omwonenden enerzijds, en anderzijds aspecten ook van veiligheid. Er werd hard gereden op die locatie; wij hebben gemeend een tijdelijke maatregel te moeten treffen op die locatie. Vanuit onze verschillende invalshoeken vonden wij dat op dat moment noodzakelijk. Wij hebben daarbij aangetekend dat de tijdelijkheid ophoudt zodra er een conclusie is getrokken uit het verkeersonderzoek dat gaat plaatsvinden. Als u dus meent dat er sprake is van onbeheersbaar gedooggedrag, dan moet ik u dus melden dat de beheersing wordt ingegeven door de tijdelijkheid. En die is begrenst zodra er een verkeersplan is en daarin is voortgang.' De heer van der Hilst vraagt of er een gedoogbeschikking is afgegeven aan een autohandel in de Groenstraat en zo ja, waarom dat is gedaan. Zo een dergelijke beschikking niet is afgegeven vraagt hij om dat ook niet te doen alvorens daarover in de vergadering van de commissie abro op 13 september aanstaande gesproken is. De voorzitter antwoordt met te zeggen dat het college een besluit genomen heeft om tot een gedoogbe schikking te komen. De gedoogbeschikking is op dit moment door hemzelf nog niet ondertekend. Na besluitvorming binnen het college bevinden de stukken zich waarschijnlijk nog op een ambtelijk bureau teneinde de tekst van de beschikking zodanig te verfijnen dat die goed en effectief kan zijn. Hij zegt er geen enkel probleem mee te hebben deze aangelegenheid te bespreken met de commissie abro. Ofschoon het college altijd openstaat voor wijze adviezen, wenst hij wel te onderkennen dat er een verantwoorde lijkheid bestaat met betrekking tot een gedoogbeschikking die volgens de wet aan het college is voorbehouden. De enige aarzeling die hij heeft, bestaat eruit dat hij thans niet kan overzien de termijnen zoals die bestaan volgens de Algemene wet bestuursrecht en op grond waarvan op enig moment gereageerd zou moeten worden. Omdat hem onvoldoende duidelijk is of die termijn mogelijk verlopen zou kunnen zijn, zegt hij wel de bereidheid te hebben over deze beschikking te discussiëren maar niet te weten of hem de tijd daarvoor wordt verleend door de wetgever. Als de Algemene wet bestuursrecht vereist dat de beschikking eerder de deur uitgaat, bestaat altijd nog de mogelijkheid die achteraf te bespreken. Overigens is tegen iedere beschikking, zeker ook bij een gedoogbeschikking, de mogelijkheid van beroep aanwezig, en bezwaren en beroepen worden altijd - 36 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 185