ging door de gemeenteraad is het volgens het reglement van orde inderdaad zo, dat wij nu bezig zijn met
agendapunt 4 waarin wij de vragen van enkele weken geleden beantwoorden. Vervolgens vindt daar,
volgens het reglement van orde, beraadslaging over plaats, en ik constateer dat de raad daar een nogal
brede beraadslaging van gemaakt heeft. Maar dat ligt aan de raad zelf. Het is volgens de planning zo, en
dat hadden we ook afgesproken, om naar aanleiding van een verzoek van de VVD fractie, aan het einde
van de vergadering desgewenst de vragen van de VVD van deze week nog aan de orde te stellen.' De
heer Geuze vervolgt zijn betoog met te zeggen: 'Ik wil het best in één keer behandelen, beide als u dat
wilt.'
De voorzitter stelt hierna de vraag of de raad daarmee kan instemmen, constateert vervolgens dat de heer
van der Hilst er reeds enkele aan de orde heeft gesteld, en stelt voor de vraagstelling van eergisteren er
nu meteen bij te betrekken.
De heer Geuze zegt dat hij dus verder kan gaan met zijn betoog en vervolgt 'voor zover ik er in mijn
eerste spreektermijn - nu er gecombineerd wordt - qua tijd niet uitkom, zal namens de VVD fractie
mevrouw Dicou het wel vervolgen, met uw welnemen. De VVD-fractie heeft nu één- en andermaal
inlichtingen gevraagd krachtens artikel 169 van de gemeentewet en dat is iets anders dan het schriftelijk
vragen stellen conform artikel 38 van het reglement van orde, waarvoor een ander procedure is. De
inlichtingen die raadsleden, met verwijzing naar artikel 169 van de gemeentewet vragen, leiden tot een
interpellatie, zoals dat heet. Dat woord komt ook in ons reglement van orde voor en dat betekent dat het
college verantwoording mag afleggen. En het is plezierig te horen, dat de vorige spreker als advocaat
van het college gaat optreden. Ik heb daar nog een paar opmerkingen over. Wij vinden het prettig dat
vanavond onze vragen van 26 september en uw antwoord van de dag erna kunnen worden behandeld
maar dat is dan ook bijna het enige waar wij het over eens kunnen zijn. Wij zijn volstrekt ontevreden
over de inhoudelijke beantwoording. En hier worden weieens opmerkingen gemaakt dat iets de schoon
heidsprijs niet verdiend heeft, we maken allemaal weieens foutjes, dat kan. Maar die vergelijking gaat
hier in geen enkel opzicht op. Hier is namelijk sprake van wanbeleid. Collega van der Hilst heeft dat ook
al eerder gezegd en dat nu herhaald; er is vijf jaar lang vrijwel niets gedaan. En nu, met een grote mate
van zelfgenoegzaamheid, worden hier vanavond plannen gepresenteerd. Over de manier van totstandko
ming, daarvan zegt zelfs de CDA fractie dat dit onzorgvuldig en ondemocratisch gebeurd is. Die zit dus
ook te hikken en misschien gaan ze, net als de laatste raadsvergadering waar de heer de Craen bij ons
tegenvoorstel, na overgenomen te zijn door het college, doorheen ging, alsnog mee. Ik hoop dat dit
vanavond weer het geval is. Als ik zeg dat er sprake is van wanbeleid, dan kunt u die ondertoon in onze
vraagstelling nadrukkelijk beluisteren. En om de verschillen tussen wat wij vroegen en wat wij als
antwoord kregen als raad, wil ik puntsgewijs snel nagaan waar dat dan bijzonder maalt en dan zal ik de
kleine dingen daar laten. De heer van Geel heeft gezegd, voor wat betreft de vraag van 24 augustus, dat,
wat wij daar hebben gevraagd, aan de hand van feiten die hij noemt, in strijd met de waarheid is. Ik heb
er geen behoefte aan om daarop in te gaan. Want een vermelding in 'de Stem' dat er een besloten
vergadering komt, is niet het afmelden van een openbare vergadering. Ik heb die tekst nu niet bij me,
maar als we het dan over die vergadering hebben spelen er twee dingen mee. Een commissievergadering,
volgens het daarvoor geldende reglement. En zoals er door mensen gekankerd wordt als een scheids
rechter tijdens de wedstrijd niet goed fluit, laat staan zoals ik het anders weieens heb geformuleerd,
namelijk dat de scheidsrechter het lef zou hebben om de spelregels tijdens de wedstrijd te veranderen.
Wat hier dan kennelijk met gemak gebeurt. Zo werkt dat nu eenmaal niet. Die vergadering van 23
augustus had openbaar moeten beginnen; dan kan de voorzitter, dan wel een of meer leden, verklaren dat
ze een besloten vergadering wensen. En dan moet achter gesloten deuren daarover eerst beraadslaagd en
besloten worden. Zo niet de portefeuillehouder. In het bijzijn van het publiek laat hij die discussie gaan,
wat ook mondsnoerend is voor de overige leden. Luisteren is er dan, zoals dikwijls, niet bij. Ik heb
trouwens tijdig, diezelfde dag, ambtelijke bijstand gevraagd; dat zal men zich herinneren. Ik vroeg dus
naar de bekende weg omdat ik gelukkig wel weet hoe het moet. En dat heeft zeer nadrukkelijk te maken
met democratie. En als die hier met voeten wordt getreden, dan zullen wij, als VVD, daar tegen op
komen. Dan kan inderdaad een paar dagen later de normale procedure volgen, want er was toch een
vergadering belegd voor die datum? Wij stemmen niet tegen onze principes en wij beschouwen ons dan
ook allerminst als schuldig in deze zaak. Ik weet niet zo snel hoe ik dat nu ook weer opschreef, hetgeen
de heer Schreiner daar over zei, maar dat kom ik straks nog wel tegen. Die vraag over het betrekken van
de burgerij bij de publieke zaak. Daar hebben wij vorig jaar, aan de hand van een nota van het college,
zeer nadrukkelijk over gesproken en zijn toen ook tot besluitvorming gekomen en één- en andermaal, en