honderdtal gegadigden voor deze bouwkavels is en dat degenen die het meeste aantal punten kregen toegewezen elkaar als het ware verdrongen. Gelet daarop en op het handhaven van het karakter van een dergelijke wijk, is zijn fractie van mening dat daar geen mensen moeten gaan wonen die zich dat financieel nauwelijks kunnen veroorloven. Hij verzoekt het college dan ook hoge eisen te stellen aan de handhaving van de regelgeving voor zo'n wijk. Tijdens de behandeling van dit voorstel in de desbetref fende raadscommissie alsmede nu tijdens de raadsvergadering, heeft zijn fractie zich voldoende duidelijk uitgelaten over de grondkosten en het ontwerp-bestemmingsplan en zij willen dan ook geacht worden tégen dit voorstel te hebben gestemd. De grondprijsberekening en het zuiver planologische traject worden door zijn fractie nadrukkelijk gekoppeld omdat de economische haalbaarheid een wezenlijk onderdeel van het plan uitmaakt en daaraan onvoldoende aandacht is geschonken. Indertijd, bij de vaststelling van de grondprijs, stemden vier raadsleden tégen het voorstel - waaronder de leden van zijn fractie - en om die reden gaat zijn fractie zo ver dat zij thans geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. Mevrouw Hoelen zegt, dat tijdens de raadsvergadering waarin de grondprijs werd vastgesteld de CDA- fractie verdeeld reageerde. Ook een aantal van haar fractieleden was toen van mening dat aldaar kostendekkend gewerkt zou moeten worden. De voorzitter zegt zich te herinneren dat vanuit de gemeenteraad de randvoorwaarde is gesteld - met name de fractie van Gemeenschapsbelang heeft dat in het verleden ook gedaan - dat, als daar een woningbouwlocatie op bescheiden schaal tot ontwikkeling wordt gebracht, de aansluiting op de Vianendreef verantwoord moet zijn. Dat was de restrictie die toen gesteld werd. In het bestemmingsplan is die ontsluiting inderdaad opgenomen. Die wordt ook vanuit de openbare orde op prijs gesteld opdat politie en brandweer niet via slechts één punt de wijk kunnen bereiken. Daarnaast dient uiteraard ook bezien worden dat het ook een verkeersveilige aansluiting zal gaan worden. Het tweede aspect betreft de problematiek van het transportbedrijf. De stedebouwkundige heeft indertijd, bij zijn eerste plannen over De Rijt, al voorgesteld om meteen het transportbedrijf weg te halen. Dat gebeurde reeds in het allereerste traject van de gedachtenvorming over De Rijt. Dat had op dat moment ook een financiële ondergrond. Transportbedrijven wegkopen is een kostbare geschiedenis en toen zouden de kosten daarvan waarschijnlijk over een groter gebied zijn gespreid. Nu wordt gesproken over een kleiner gebied. Het plan heeft destijds ter tafel gelegen maar de gemeenteraad was toen van mening dat het om financiële overwegingen beter was het transportbedrijf te handhaven. Nadien deed zich het probleem voor van de verstrekking van een milieuvergunning en toen bleek dat in een geval waarbij een bedrijf gevestigd is in de onmiddellijke nabijheid van een woonomgeving, de afgifte van een milieuvergunning niet mogelijk is. Met betrekking tot de bijenhouder is spreker van mening dat daar sprake is van een wezenlijk andere situatie. De noordzijde daar heeft de bestemming buitengebied en daar moet met een agrarisch-vriendelijk oog naar gekeken worden. Dergelijke activiteiten passen bij uitstek in het buitengebied. Na daartoe het woord te hebben gekregen zegt de heer Qomen dat hij de heer Geuze wenst te attenderen op een onvolkomenheid in diens betoog. De heer Geuze heeft het doen voorkomen alsof spreker destijds de grondprijs - die hij met verve heeft verdedigd - uitsluitend gebaseerd heeft op de verkoopbaarheid van die grond. Dat was in het geheel niet aan de orde. Waar het over gaat is, dat hij gewezen heeft op een grondprijs waarin enige structuur zit. Hij heeft gezegd dat, als er kostendekkend gewerkt zou moeten gaan worden terwijl op dat moment nog niet geheel te overzien was hoe hoog de grondprijs dan zou moeten zijn, het van de overheid richting burger van onzorgvuldigheid zou getuigen als zou blijken dat een eerder vastgestelde grondprijs van - pakweg - f. 340,00 per vierkante meter, later zou moeten worden bijgesteld naar, bijvoorbeeld, f. 270,00 per vierkante meter. Waarom de heer Geuze deze overweging in zijn betoog heeft weggelaten is hem niet duidelijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten (de VVD-fractie wenst geacht te worden te hebben tegengestemd). - 20 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 206