maar bij betere bestudering begrijp ik dat de gemeente dat gaat betalen. Want er is helemaal niet verdis conteerd het bouwperceel dat nu wordt gegeven en wat daarvan de economische waarde nu is. De grondprijs neemt daar toe met een factor tien en die kosten - die hadden berekend kunnen worden en ik denk dat we dan wellicht wat meer aan onze trekken waren gekomen op een bedrag dat de gemeente nu bijpast-, dat we dat gekregen hadden van de verkoper. Dus, al met al, mordicus tegen en ik ga er ook van uit dat de andere fracties nog eens goed bij zichzelf nagaan wat zij een paar jaar geleden bij grote meerderheid hebben besloten. Ik kan mij niet voorstellen dat zij net doen alsof dat, wat in een vorige raadsperiode is gebeurd, nu niet meer telt. Ik dank u wel.' Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer de Craen die namens de fractie van het CDA het volgende verwoordt: 'Het perceel waarvan thans de aankoop aan de orde is, is gelegen in een aangewezen gebied krachtens de structuurschets van 1990, vastgesteld door de raad. Het is een locatie voor woningbouw en voor de continuïteit van de woningbouw is het heel erg belangrijk om een dergelijk perceel te kunnen aankopen. Tijdens de aankooponderhandelingen zijn er randvoorwaarden gesteld en ik denk dat het een goede zaak is als je koopt en verkoopt, dat er dan altijd randvoorwaarden zijn. Wij zijn het eens met deze randvoorwaarden en wij stemmen dan ook van harte in met dit voorstel.' De voorzitter dankt de heer de Craen voor diens inbreng en geeft het woord aan de heer Franken van de fractie van Gemeenschapsbelang. Diens betoog luidt als volgt: 'Ja mijnheer de voorzitter, de fractie van Gemeenschapsbelang is de mening toegedaan - en ik heb dat ook in de commissie verwoord - dat wij best blij zijn dat we dit stuk nu tot ons eigendom kunnen gaan rekenen. Wij vinden dat het plan De Neel hierdoor toch weer een stukje verder tot zijn voltooiing komt. Wij danken de wethouder ook voor het feit dat we nu een schetsje ontvangen hebben waarop duidelijk staat aangegeven wat tot op heden reeds in eigendom was en wat te zijner tijd nog verworven moet worden. Met betrekking tot de opmerking van de heer van der Hilst over het enkele jaren geleden voorgevallene, weet ik nog exact de discussie die toen heeft plaatsgevonden. Het zal immers inmiddels wel duidelijk zijn dat ik dit soort zaken niet zo gemakkelijk vergeet. Ik blijf altijd de mening toegedaan dat als je de waarheid spreekt je niets hoeft te onthouden; dan kun je steeds weer opnieuw vertellen hoe het geweest is. Alleen een leugen moet je onthouden en als je er daarvan veel verteld moet je veel zaken goed onthouden en die kunnen dan wel eens door elkaar lopen waardoor je tegen de lamp loopt. De discussie die toen gevoerd is, is duidelijk een andere geweest dan die nu aan de orde is. Ik kan mij nog als de dag van gisteren herinneren dat het, voor wat betreft de fractie van Gemeenschapsbelang, in ieder geval een procedurele zaak was. Wij hebben toen ook duidelijk aangegeven waarom wij tegengestemd hebben en ik denk dat als mijnheer van der Hilst de notulen er nog eens op naleest, hij exact zal weten waarom wij dat gedaan hebben want ik denk dat dat honderd procent in de lijn lag van datgene wat de Partij van de Arbeid thans verwoordt. De zaken zijn dermate bijgesteld dat wij de mening zijn toegedaan - en dat heb ik reeds verwoord - dat we bijzonder blij kunnen zijn dat we tot deze transactie zijn kunnen komen. Ik ga ervan uit dat wethouder Oomen uitsluitsel zal geven over het feit of hij al dan niet gechanteerd is.' Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Dicou die namens de fractie van de VVD het volgende zegt: 'Dank u wel, mijnheer de voorzitter. De fractie van de VVD gaat akkoord met deze aankoop van de grond in het gebied De Neel. Op het aan ons verstrekte kaartje hebben we kunnen zien welk perceel het betrof en het ligt inderdaad behoorlijk strategisch. In de commissievergadering zijn vragen gesteld over het weggetje in De Tuintjes dat dus met deze aankoop wel te maken heeft. En toen heeft de wethouder geantwoord dat hij in overleg was met de familie die het betrof en dat die bereid was om het over te dragen. Mijn vraag is nu: heeft u dit reeds zwart op wit, dat deze halve weg - en wat ons betreft om niet - aan de gemeente wordt overgedragen?' Hierna geeft de voorzitter het woord aan wethouder Oomen wiens beantwoording als volgt luidt: 'Ja voorzitter, ik wil eerst een gedachtenwisseling met de heer van der Hilst tot stand brengen, want gelukkig heeft een meerderheid van de raad ingezien dat zijn betoog - dat hij hier mag houden; we leven in een democratie - natuurlijk een heel slecht betoog was in die zin dat, mijnheer van der Hilst, stel dat een meerderheid van de raad u zou volgen, wat zou dat dan betekenen voor de volkshuisvesting in Prinsenbeek? Wat zou dat betekenen voor uw eigen kiezers? Ik zou het niet durven publiceren in uw geval. En ik zal het ook uitleggen. U haalt er de geschiedenis bij, de tachtiger jaren, toen er gestemd is over het perceel dat lag in De Tuintjes. U heeft een goed geheugen; kunt u zich nog herinneren dat ik daar ook vóór gestemd heb destijds? Dat ik vóór het collegevoorstel was? Nu moet u natuurlijk niet de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 208