1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met gebed. 2. Mededelingen. Er zijn geen mededelingen. 3. Ie termijn algemene beschouwingen door achtereenvolgens de fracties van Gemeenschapsbelang. CDA, WD en PvdA (één kwartier per fractie) t.a.v. de begroting 1996 en de meerjarenramingen 1996 t/m 1999. (18.00 - 19.00 uur). Nadat de voorzitter heeft medegedeeld dat in onderling overleg een spreektijdregeling tot stand is gekomen met de afspraak dat per fractie maximaal één kwartier zal worden benut en dat de te gebruiken spreektijd consciëntieus zal worden bijgehouden, geeft hij het woord aan de heer Schreiner van de fractie van Gemeenschapsbelang wiens betoog als volgt luidt: 'Mijnheer de voorzitter, De beleidsbrief 1996 heeft als naam gekregen: "Stevig doorwerken blijft een uitdaging." Wij zijn het hier geheel mee eens. Aan Gemeenschapsbelang zal het niet liggen. Wij zijn ervoor om door te werken en niet de zaak door bepaalde procedures op te houden. Gemeenschapsbelang zal naar aanleiding van uw Nota van aanbieding alleen ingaan op zaken waar wij iets over te zeggen hebben, want omwegen, lange verhalen en tussenzinnen, zodat u aan het einde van ons betoog niet meer weet wat we in het begin heb ben gezegd, dat is niet onze stijl. Zaken die wij niet aanhalen zijn voor ons duidelijk en hier gaan wij dan ook mee akkoord. In deze algemene beschouwingen kunnen wij er niet omheen om in te gaan op de gemeentelijke herinde ling. Mijnheer de voorzitter, wij blijven met u van mening dat Prinsenbeek geen aanvullende functie op ruimtelijk terrein voor Breda kan vervullen. Voor woningbouw of voor bedrijfsvestiging op grote schaal, zoals Breda schijnt te willen, is geen plaats op ons grondgebied. Prinsenbeek heeft, en wij hopen dat dit in de toekomst zo zal blijven, een functie als agrarische gemeente met veel tuinbouw en kassen. De Beek is een plezierig en evenwichtig ontwikkeld dorp en dat moet zo blijven. In uw Nota van aanbieding geeft u aan dat de staatssecretaris in strijd zou handelen met de Ahri-wet. Op welke wijze kan dat leiden tot opschorting van de thans lopende procedures voor herindeling? Op welke wijze kunnen we hier iets mee? Andere argumenten voor opheffing welke naar voren zijn gebracht en welke er eventueel nog komen, zullen wij krachtig moeten blijven bestrijden. Hierin zullen onze inwoners, onder leiding van het actiecomité tegen herindeling, het college en de volledige gemeenteraad, eensgezind samen moeten werken. Met u, mijnheer de voorzitter, voorop. Eensgezindheid en geloof in eigen mogelijkheden zijn hierbij van groot belang. Wij vragen u nogmaals te onderzoeken wat de waarde is van het door Nederland ondertekende handvest van de EG, waarin staat dat bij grenscorrecties een referendum gehouden moet worden. Overigens, er was reeds een voorstel om gelijk met de provinciale verkiezingen, in maart 1995, een referendum te houden. Om goede redenen is dit toen uitgesteld met de belofte aan onze inwoners dat zo'n referendum op een later tijdstip gehouden zou worden. Wij verzoeken u bij deze, dit referendum alsnog te laten plaatsvinden en wel in januari/februari, vóór de vaste kamercommissie van Binnenlandse Zaken begint aan de hoorzitting. Het referendum moet in onze ogen twee zeer duidelijke vragen hebben: vraag 1bent u voor of tegen opheffing van Prinsenbeek? vraag 2: indien het kabinet besluit Prinsenbeek toch op te heffen, geeft u dan de voorkeur aan a) samenvoeging met Breda of b) samenvoeging met Etten-Leur. Mocht in deze gemeenteraad geen meerderheid gevonden worden voor het houden van een referendum, hetgeen wij ons nauwelijks kunnen voorstellen, dan zullen wij via een handtekeningenactie trachten dit referendum alsnog te laten plaatsvinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 215