Onderwijs.
Door de decentralisatie zal de komende jaren meer op het bord van de gemeente komen te liggen. De
gemeente zal binnen enige tijd ook een eigen lokaal achterstandsbeleid gaan formuleren. Het beheer van
de schoolgebouwen komt naar de gemeente, de schoolbegeleidingsdiensten, enzovoorts. Wat betreft het
openbaar onderwijs is de gemeente daarvoor de direct verantwoordelijke. De Apolloschool bevindt zich
in de problemen, onder andere ook door de herindeling. In de gemeente Breda zijn de normen voor
opheffing beduidend lager en als Prinsenbeek met Breda wordt samengevoegd zal de Apolloschool snel
zakken beneden de norm voor de leerlingdichtheid. Daarom dient samenwerking plaats te vinden. Onze
eerste voorkeur gaat uit naar samenwerking met andere openbare scholen, waarbij wij ook de samenwer
king met openbaar onderwijs in Breda niet uit de weg willen gaan. Onze tweede voorkeur heeft de
samenwerking met het bijzonder onderwijs Prinsenbeek. Onderzoek naar een eventuele samenwerkings
school mag rustig doorgaan, maar de eerste voorkeur heeft samenwerking met andere openbare scholen
in de nabijheid.
Wat betreft de bestuursvorm zijn wij er voorstander van om de gemeente op een grotere afstand te
plaatsen en de mogelijkheden van een aparte bestuurscommissie weer opnieuw te onderzoeken. Het
college heeft aangekondigd dat er een startnotitie komt; wij wachten die met vertrouwen af.
Wat betreft de nieuwbouw van de Apolloschool is vorig jaar het standpunt ingenomen dat dit niet tot de
mogelijkheden behoort. Wij willen toch nog éénmaal benadrukken: "bekijk of het toch niet mogelijk is;
waar een wil is, is een weg en misschien is het toch mogelijk om op het vrijkomende terrein van de
sporthal een nieuwe openbare school te bouwen.Daarmee wordt een centralisatie van de scholen bereikt
zodat van eventueel vrijkomende lokalen over en weer - door Griffioenschool en de Horizon - gebruik
kan worden gemaakt.
Wat betreft de Beemden vinden wij - en ik dacht het college eveneens - het belangrijk dat het VBO voor
Prinsenbeek behouden blijft en wij zouden dan ook graag zien dat de wethouder van onderwijs zich
actief - actiever - gaat inzetten om te zorgen dat, waar de gemeente verantwoordelijkheid heeft als hoeder
van het algemeen onderwijsbelang in de gemeente, de VBO-school behouden kan blijven. In dat kader
zouden wij ook graag zien dat opnieuw wordt bekeken de verplaatsing van de bibliotheek naar de
welzijnsaccommodatie in De Neel. Wat ons betreft behoeft dat niet geheel budgettair neutraal te ge
schieden; wij hebben er wat voor over om die school uitbreidingsmogelijkheden te bieden.
Sociaal beleid.
Ondanks veel rijkdom in Prinsenbeek is er helaas ook veel onzichtbare armoede. Er zijn in de regio
Breda tienduizenden mensen die moeten rondkomen met een minimuminkomen en daarvan wonen er ook
in Prinsenbeek. Maar ook al zouden het maar weinig mensen zijn, dan nog vinden wij het van belang om
voor die mensen, en vooral voor hen die langdurig van een minimuminkomen moeten rondkomen, iets te
doen.
Wij zijn over het algemeen tevreden over het voorlichtingsbeleid zoals dat in de gemeente Prinsenbeek
wordt gevoerd. Dat is de laatste jaren behoorlijk verbeterd; er wordt goede voorlichting gegeven, ook
over kwijtscheldingsmogelijkheden en dergelijke. De kwijtscheldingsmogelijkheden zijn beperkt, helaas,
omdat de gemeente geen inkomenspolitiek mag bedrijven. Maar desondanks is er toch het een en ander
mogelijk en wij verzoeken het college dan ook om binnen de mogelijkheden van de wet, te blijven
zoeken naar mogelijkheden voor verlichting voor de minima. Een concreet voorbeeld zou kunnen zijn:
wijs voor de minima in plaats van 90% van het inkomen 95% van het inkomen aan als bestaanskosten.
Daarmee zijn de langdurige minima geholpen en de gemeente hééft die mogelijkheid om te gaan tot
95%.
Verkeer en vervoer.
Hierover valt veel te zeggen, maar wij zullen enkele punten naar voren halen.
De ontsluiting van de Groenstraat. Ik sta hier nu voor de tiende keer tijdens de algemene beschouwingen.
Ik had u eigenlijk willen vragen om datgene wat ik de voorbije tien jaren gezegd heb over de Groenstraat
nog eens te beluisteren. Dan had u tienmaal van mij kunnen beluisteren dat dit moet gebeuren en u had
ook tienmaal het antwoord van het college kunnen horen, luidend "dat gaat volgend jaar gebeuren."
Wij zijn daarover derhalve helaas een beetje cynisch. Wij kunnen het namelijk niet echt geloven dat het
ook inderdaad volgend jaar zal gaan gebeuren. Als dat werkelijk zo zou zijn, zijn wij alsnog tevreden
want het kan natuurlijk niet zo zijn dat in het jaar 1995 in Prinsenbeek nog een onbewaakte spoorweg-